28.2.04

Ongeduldig

Vanmiddag luisterde de supervisor mee tijdens het bellen op het callcenter. Daarna werd ik even apart genomen en vertelde hij me hoe ik klonk en wat m'n sterke en zwakke punten zijn. Nu, over dat laatste, hij sloeg de spijker op z'n kop. Kaneel, zei hij, je bent ongeduldig.

Ik ben ongeduldig. En niet zo'n beetje ook. Ik ben heel erg ongeduldig. En niet alleen op het werk. Ik ben ongeduldig als ik lang moet wachten bij een kassa, ik ben ongeduldig met computers, ik ben ongeduldig met het extra slot van m'n fiets, ik ben ongeduldig in de bus tijdens de spits, ik ben ongeduldig als ik de girofoon bel en ik ben ongeduldig als ik iets kwijt ben. Ik ben altijd ongeduldig geweest en ik denk dat ik altijd ongeduldig zal blijven.

Einde.

Geen opmerkingen: