27.9.05

Teleurstelling

Zit je in de bus. Met die collega met wie je toch al niet veel omging, vraagt ze opeens, grotendeels uit beleefdheid natuurlijk; 'ga je vanavond nog wat leuks doen?' Iets leuks geeft voor mij al aan dat deze vage bekende iets verwacht. Maar de vage bekende kent mij amper. Zij weet niet wie ik in de avonduren graag ziet, zij weet niet wie mijn vrienden zijn. Ze weet nada van me.

Ik zou nooit antwoorden 'Heb een topavondje voor de boeg! Ga om een uurtje of negen eerst lekker met E. naar het huis van L. die de wijn altijd heeft koud staan! Vervolgens komen M. en I. ook en gaan we naar het feestje van B. die jarig is en echt iedereen heeft uitgenodigd! S., O., G., en N. komen ook, fantastisch he!' Ik zou niet durven. Zegt haar toch niets. Zit ze niet op te wachten. Mijn antwoord is daarom zoiets als: 'Heb nog een feestje'. Waarop de vage bekende met een een ongeinteresseerde blik antwoordt; 'Oh, een feestje, gezellig'.

Meteen heb ik door dat ze mijn feestje helemaal niet zo boeiend inschat. Voor haar is mijn feestje net zo boring als de hele avond je cavia aaien. Nu is dat niet zo erg omdat ze haar vraag ook meer uit beleefdheid stelde, toch vind ik dat ze beter kan vragen 'ga je vanavond nog wat doen?' Dat hele leuk weglaten. Had ik dat kind ook niet teleur hoeven stellen.

20.9.05

Mooie woorden

makreel
vanille
cayennepeper
vlinder
scenario

15.9.05

Net als in de film

Het was zaterdagavond, het regende, ik fietste naar mijn kamer. Het was feest in de stad, maar de wereld zag er verregend uit. Ik baalde dat ik doorweekt was, ik baalde dat ik zondag weer vroeg op moest, dat ik al moest gaan slapen terwijl ik er geen zin in had. Het was zo grauw. Toen zag ik een man lopen, op de stoep van mijn straat, hij droeg een meisje in zijn armen. Ze giechelde. Ze hield haar gestippelde rok vast en in haar andere hand droeg ze haar schoenen. Ze waren zo verliefd, ze waren op weg naar zijn huis. Het maakte me niet zoveel meer uit dat het regende, ik was al bijna thuis. En zij hadden elkaar gevonden.

2.9.05

In mineur

Vanmiddag raakte ik opeens redelijk snel in mineur, zonder echte goede reden. In mineur draaide ik wat wasjes, hield ik huis, deed ik wat broodnodige boodschapjes en luisterde wat zielige muziek. Soms gebeurt dat. Tenminste bij mij. Gelukkig ben ik even naar Moos gefietst. Haar huis rook naar olijfbrood en we bungelden met onze bruine benen uit haar raam. We keken over de stad, de oude daken, de kerk en het straatje waar het winkeltje zit met carnavalskleding, schmink en gekke verkleedattributen. De verkoopster zat op een rieten stoel op de stoep en las een krant. Ze keek redelijk chagrijnig toen de enige klant die ze die dag had na een halfuurtje rondkijken het pand weer verliet. Hij paste de clownsneuzen niet en ze kon hem ook niets anders aansmeren. Ze was echt flink in mineur. Ik besefte dat ik niet mocht klagen en was al gauw weer de oude.

1.9.05

Eskimogedrag

Weet je wat ik echt niet begrijp? Dat Nederlanders op een zonnige vakantiebestemming, zeg vijfendertig graden, zeg bijna twee weken met zo weinig mogelijk aan liggen bakken in de Griekse zon, vlak voor hun vertrek naar Nederland opeens veranderen in een soort eskimo's.

Corfu. Het was een bloedhete zaterdagmiddag toen er opeens enige stress ontstond bij de Nederlanders in ons appartement. Terwijl M. en ik nog rustig en relaxed bij het zwembad lagen en nipten aan een sapje werden de koffers van de andere toeristen alvast in grote getalen naar buiten gereden, immers de transferbus naar het vliegveld kwam al over drie uur. Iedereen begon zich om te kleden. Zwembroeken werden verruild door zweterige spijkerbroeken. Slippers gingen de tas weer in en gympen, bij enkele zelfs klompen werden tevoorschijn gehaald. Voor de zekerheid sloegen sommigen een trui of een vest om hun schouders, of nog makkelijker; ze stopten ze in hun rugzakje vol handbagage.

Ik voelde me heerlijk toen ik in mijn luchtige witte rok en hemdje het vliegtuig in dartelde. Bij aankomst in Nederland bleek het 25 graden Celsius.