19.12.05

Symptoom

Vandaag heb ik ontdekt dat ik gedurende 22 jaar en 16 dagen, of tenminste zolang ik het besef heb van de Nederlandse taal ik het woord symptoom verkeerd schrijf. Symptoon heb ik altijd gedacht. Eén symptoon, meerdere symptonen. Helaas dus. Dikke vette pech voor mij. Ik heb het woord net tien keer op een geeltje geschreven. En beloof het voor de rest van mijn leven op de juiste manier te spellen en noteren.

18.12.05


Liedje

Zaterdag ben ik naar de musical van Turks Fruit geweest. In het theater. Je moet hem niet vergelijken met het boek. Of met de film. Want natuurlijk is de film beter. Maar de liedjes die Olga en Erik zongen waren echt fantastisch en vooral het laatste liedje was zo lief.

...En daar kochten we een huisje ergens op het platteland
Passieflora aan de muren, rijpe kersen in de mand
En jij maakte houten zwaarden voor de kinderen
En ik zat, in het gras en keek naar alles wat ik had
En de nacht viel en die kinderen sliepen in een zoete geur
En wij dronken nog een whisky
Op het stoepje bij de deur
En de gierzwaluwen kwamen en de vleermuis zwalkte rond
En Chat Baker blies de sterren, blies de sterren uit zijn mond...

16.12.05

Watje

Laat ik er maar geen doekjes om winden. Ik was vroeger een redelijke schijterd. Vooral als het ging om griezelen. Ik hield niet van spoken, ik hield niet van enge verhalen, ik hield niet van het donker en ik hield er niet van om iemand bang te maken, laat staan zelf bang te zijn. Ik haalde het wel uit mijn hoofd om boeken te lezen van Paul van Loon over enge bussen die 's nachts rijden of zelfs over vampiers. Boeken die andere kinderen verslonden. Een van de engste kinderboeken die ik ooit las was Rasmus en de landloper, of althans een alinea daarvan. Astrid Lindgren leek me veilig. Zo lief en zoet als ze schreef over de kinderen van Bolderburen. Maar in dat ene hoofstuk in Rasmus en de Landloper, op die ene bladzijde in die ene alinea, die enkele zinnen waren doodeng. Rasmus zit in de kamer en opeens ziet hij achter het gordijn twee schoenen. Dat paar schoenen, zwarte lederen mannenschoenen, hebben me in mijn nachtmerries nog jaren achtervolgd.

8.12.05

Maggi, bedankt

Afgelopen weekend ben ik overspoeld met kadootjes. Boeken, films, laarzen, kleren, een gouden riem en roze kaarzen, groene afzaklaarsjes en zelfs een rijles! Aan een modieuse verschijning zal het de komende tijd niet liggen, en ook is er nog aardig wat witte wijn over. Maar natuurlijk moet er ook nog gegeten worden. Het zijn krappe tijden voor iedereen. Ik probeer er dan ook alles uit te halen. Gisteravond heb ik de streepjescode van de Maggi Basis voor soep uitgeknipt en op een gele briefkaart mijn naam adres en rekeningnummer geschreven. Binnen enkele dagen ontvang ik 1 euro retour.

6.12.05

Trots in Tivoli

Aan mijn stage heb ik een leuke job overgehouden; schrijven voor Summerjob Magazine. Mensen interviewen over hun reis of trip. Helaas wilde Chris (toen) niet (en nu: spijt!), maar Eddy wel en daarnaast al die anderen die hebben gewerkt in Jordanie, Australie, Amerika of Noordwijk. Zaterdag was het zover. Op mijn nieuwe laarzen met stilettohakjes haaste ik me zo vlug als ik kon naar voren in Tivoli. Daar, in het zogenaamde BNN Backpackerscafé lag hij. Het standje dat het dichtst bij het podium stond. Ik ben klein dus drong mezelf naar voren. Daar snoof ik de lucht van de drukpers diep op en sloeg het blad open. Mijn woorden, mijn zinnen, de foto's die ik heb aangeleverd. Die waren leuk om te zien. Maar het leukste vond ik het nog om over mijn schouder naar achteren te kijken. Mensen bladerden door het magazine. En niemand behalve M. wist dat dat kleine jarige meisje op haar nieuwe laarzen die stukjes heeft geschreven.

1.12.05

Koud of warm de leiding door, de douche gaat altijd voor

Welke idioot heeft verzonnen dat wanneer ik sta te genieten van een hele warme douche dit mij wordt afgenomen zodra een van mijn buurmeisjes besluit dat ene afwasje nog even te doen of haar tanden te poetsen? Het is winter, het is koud, ik ben bloot, ik probeer op te warmen en me op te laden voor de dag en zij hoeft maar een draaitje te geven aan de kraan in haar kamer en verschrikt sta ik met m'n billen tegen de (tevens koude) tegels gedrukt en wacht hopeloos af of zij ooit nog van plan is weg te gaan bij haar wasbak. Dit duurt té lang, waardoor ik verkleum en versteen en uiteindelijk chagrijnig de douchedeur open knal en naar boven stamp. Daarom wil ik graag dat de volgende regel in Nederland wordt opgenomen; koud of warm de leiding door, de douche gaat altijd voor.

27.11.05

Snelle leerling

Als ik bij M. slaap na een wilde zaterdagnacht gaan we op de wat grauwere zondagmiddag meestal naar de enige echte eigen Hooglandse videotheek; MMstore, alwaar we twee dvd's huren. Dit ritje combineren we altijd met een stiekem lesje autorijden op de parallelweg Bunschoterstraat waarbij M. mijn streng doch rechtvaardige rij-instructeur speelt. En dat doet hij zeer goed. Al moet ik erbij zeggen dat ik ook een snelle leerling ben. Maar even terug naar de videotheek. Ik denk dat MM staat voor Moeilijk en Moeizaam. Of Megadom en Megadik. Of Master Maloot. Zoiets moet het zijn.

De eigenaresse moet een beetje achterin de rij gestaan hebben bij het uitdelen van de hersentjes. Ze heeft namelijk iets bedacht. Voor 15 munten kan je een gratis dvd huren. Leuk initatief! M. verzamelt de grijze plastic munten in zijn oude trambel. Zo nu en dan wisselen we ze in. De eerste keer telde ik er 15 uit op de toonbank. Na drie keer tellen zij ze dat het goed was. Ik glimlachde op mijn liefst. Die neiging heb ik nu eenmaal bij dat soort mensen. Ze nam de munten in en gaf me er vervolgens trots één terug. Dat snapte ik niet helemaal maar vond ik best aardig.

Toen we de keer daarop 14 munten aan de simpele vrouw overhandigde keek ze moeilijk. Ze checkte haar eigen bord waarop stond dat het er toch echt 15 moesten zijn. Ik legde haar uit dat we de munt voor de gratis film er maar alvast vanaf hadden getrokken. Dat was even pittig. Toch gaat ze vooruit. Toen we er vanmiddag weer 14 voor haar neus neerlegden telde ze ze in haar hand en zei: ''perfect!'' . Nog zo'n snelle leerling.

25.11.05


Zussenraad

Het is noodweer en mensen balen daarvan. Ze worden nat, ze worden koud, ze moeten weg maar ze willen niet. Paraplu's waaien kapot en liggen op straat of zijn demonstratief in een prullenbak geduwd. Bejaarden zitten binnen en durven de deur niet uit voor een brood of pak koffie. De treinen rijden niet. Tenminste, dat neem ik aan. Daarom skip ik mijn college in Amsterdam. Daarom zit ik hier binnen, onder het dichtgesneeuwde schuine raam. Ok kwam lunchen. Ze stond natgesneeuwd voor de deur. Ze legde haar kleren op de verwarming en trok mijn trainingsbroek en sokken aan. Daarna aten we vegatarische pizzaatjes van Bakker Bart en om af te zoeten een roombroodje. Zij was degene die me overhaalde niet naar school te gaan. Zonde van de dag als je bevroren en chagrijnig op het station staat te wachten. Ze heeft gelijk. Zussen zijn verstandig. En leuk en lief en handig.

23.11.05

Ravioli

Meestal voeren geuren, liedjes en foto's je mee naar een bepaalde herinnering of een tijd. Soms doet ook een woord dat. Het woord ravioli voert mij mee naar Du Lac. Naar de Fransen. Ze wachtten op me met het middageten. Meestal zaten ze daar al. Soms liepen we met z'n allen vanaf de bar naar hun tent. Ik had gewerkt en was moe. Zij hadden dan boodschappen gedaan. We aten altijd warm. Ravioli. Soms gewone pasta. Altijd met roerbakvlees en verse groente. Altijd met brood en brie en wijn. We zaten daar een beetje en deden allemaal wat. Het waren de beste middagen van de zomer. De middagen van de ravioli en rode wijn.
Spijt van eerlijkheid

Logopedie leek mij een interessant vak om eens te volgen. Drie punten kan je er bovendien mee verdienen. Dit bleek geen opperbeste motivatie. De eerste bijeenkomst had ik dat al in de gaten. We zaten in een kring. Geen tafels. Alleen stoelen. Een ronde cirkel. Geen hoeken. 'Ton' (logopedist) vroeg ons te vertellen 'waarom'. Waarom? Waarom logopedie? De les begon. de 'sessie' kan ik beter zeggen. Benepen en verlegen stemmen vertelden over de vreselijkste kwalen. Stotteren. Dyslexie. Hyperventilatie. Spreekangst. Faalangst. Bange ogen in de rondte. Pijnlijke stiltes. Zuurstoftekort. Niemand bewoog. Toen was ik aan de beurt. Ik gaf bovenstaand antwoord op Ton's vraag. Geen persoonlijke problemen. Het werd me niet in dank afgenomen. Misschien had ik beter een prachtige kwaal kunnen verzinnen. Om zo op wat meer steun, berustende knikken en handen van medestudenten op mijn knie te kunnen rekenen.

22.11.05

Persoonlijk dieptepunt

Vanavond had ik een eetafspraak met R. Een vage afspraak, dat wel. Een soort middeleeuwse afspraak. Dinsdagavond, Amsterdam. Meer wist ik niet. R. wist wel hoe laat ik uit college kwam, maar zat helaas in vergadering. Zonder telefoon. Met het gevolg dat ik meer dan een uur op hem heb gewacht. Eerst met mijn wandjes tegen elkaar klappend in de kou, later in de Mensa op de Wibautstraat. Half lezend in mijn boek. Ik kan slecht tegen wachten op mensen zonder tegenbericht. Zo slecht dat toen hij uiteindelijk belde dat hij er om half 8 zou zijn ik de afspraak afblies. Zo ben ik.

Uiteindelijk was ik om kwart voor 8 terug. Ik snelde naar de AH TO GO. The place to be voor eenzame, hardwerkende vrouwen en mannen. Meestal single. Starend naar de eenpersoons porties koos ik voor een eenpersoons zakje krieltjes, een eenpersoons voorgegaarde kipschnitzel en eenpersoons bakje salade. Toen ik afrekende voelde ik dat ik mijn persoonlijke dieptepunt had bereikt. Ik kan slecht tegen alleen zijn. Laat staan tegen eenpersoonsmaaltijden. Toen ik tijdens de jingle van gtst het vlees in de pan gooide en in mijn roodwit geblokte keukenschort met een half oog naar de tv keek werd dat gevoel versterkt. Eenzaam at ik tijdens de soap mijn bordje leeg. Maar het kon nog erger. Na gtst keek ik met een grote mok winterkruidenthee in mijn handen en mijn zebrapantoffels aan mijn voeten naar Desperate Housewives.

19.11.05



Soepjes en gebak

Als Lotte en ik soep eten dan maken we groentensoep met verse soepgroenten. Als Es en ik soep eten is het tomatensoep uit blik. Het zou vreemd zijn om dat om te wisselen.

Met Fje eet ik als er iets te vieren valt tompoucen van Hema, met Moos een aardbeienvlaaitje of ander vruchtengebakje. Met mijn moeder bak ik het liefst een appeltaart uit eigen oven. Sommige dingen moeten nooit veranderen.

17.11.05

Thomas heeft het uitgemaakt

Marianna heeft aan haar bergsportkamp een vriendje overgehouden. Niet zomaar een vriendje, een echte verkering. Thomas is de gelukkige. Thomas is al 11. Marianna is pas 8. Maar Thomas is wel kleiner dan Marianna. Thomas woont in Amsterdam. Trots liet Marianna mij zijn foto zien. Die zij had ingelijst en op het plankje boven haar bed had gezet. Ze vertelde me dat Thomas eerst verkering had met een meisje uit Amsterdam. Maar daarmee had hij het uitgemaakt. Ze kwam namelijk nooit online. Dat is natuurlijk geen basis als je ver van elkaar vandaan woont.

Marianna gaat juist speciaal voor Thomas op MSN. Toch had ze gisteren een droevige mededeling. Thomas heeft het uitgemaakt. Per brief. Op een sneeuwwit papier typte hij het volgende: 'Marianna ik maak het uit want we zien elkaar nooit en dat is niet leuk ik wil wel vrienden blijven. Thomas.' En daarmee moest Marianna het doen. Ze kon het wel begrijpen. Toch schrijft ze een brief terug. En die zal een stukkie langer zijn dan één regel.

9.11.05

Parel van de pacific

Ik had mezelf beloofd er niet ál te veel over op te scheppen. Laat staan er een log over te schrijven. Ik zou me gedragen als een prof. Een ervaren redacteur die het heel normaal vindt belletjes te plegen naar BN'ers met de vraag of ze geinteresseerd zijn in een interview. Uiteraard was ik ook helemaal niet zenuwachtig. Ik heb hem gewoon gebeld en mijn hartslag bleef hartstikke normaal toen hij opnam en ik vertelde wie ik was en waarvoor ik belde. Ik heb absoluut niet gegild na het telefoongesprek. Ik stelde hem gewoon mijn vraag. Of het hem wat leek, een leuk artikel in ons blad. Daarna babbelden we wat. Het was zoals ieder ander telefoongesprek.

Ik heb het anderhalve week vol gehouden. Maar als ik RTL Travel kijk en ik zie hem daar lopen, over het strand van Nieuw Caledonië, als ik hem daar zie zitten op de boot en een beetje Frans hoor praten dan kan ik toch echt helemaal niets anders denken dan: ik heb met hem gebeld. Vorige week maandagmiddag. En het was natuurlijk hemels. Zo eens te praten met onze Chris.

De paskamer

De postbank heeft iets leuks. In de paskamer van de postbank kun je nu je eigen, unieke giropas ontwerpen. Het is hip en het is nieuw.

Binnen zes dagen ligt er op mijn deurmat een pinpas met deze schattige collage erop. Centraal staan vriendinnen en huisdieren.
Wat een wolk van een kind ben ik toch!

3.11.05

Een kleine troost

Het ging niet. Ik heb mijn tentamen Spaans dos verpest. Toen Maria José ons meldde dat er slechts een minuut of tien restte moest ik nog minstens een kwart maken. Het schoot niet op. Ik kon niet meer vervoegen, de woorden die ik had geleerd vielen als door een zeef mijn hoofd uit en het ergste was nog, constant dat Frans in mijn hoofd. Zelfs het tellen ging niet meer en Espanol. Alleen met een geluksengeltje op de schouder van Maria wanneer ze mijn toets nakijkt kom ik nog in aanmerking voor Spaans tres. Maar ik denk dat ik het wel kan schudden.

Nu kan ik niets anders doen dan me troosten aan de gedachte dat ik nog wel goed ben in Frans. Dat ik de Franse woorden nooit vergeet en dat ik en Marie-Amelie elkaar zullen we begrijpen als ik weer terugga naar Landevieille. Dat ik Mme. Aurillac kan groeten als ze shag zit te roken aan de bar en dat ik met Elody kan kletsen als we elkaar ooit nog zien. En dat is een fijne gedachte.


Oppas met loodgieterkwaliteiten

Gisteravond stond Marianna vrolijk en trots haar tanden te poetsen. Ze bewoog met haar tandenborstel langs haar linkerhoektand en showde mij door haar lip op te trekken hoe los hij al zat. Zo stonden we daar en fantaseerden wat over hoe hoog de prijs zou worden. Een eurootje? Twee euro? Twee euro is wel veel, misschien meer een bedrag voor een kies. Toen opeens hoorden we een tikje en keek Marianna me verbaasd aan. Er droop wat bloed langs haar lip. De tand was eruitgevallen, zonder dat een van ons het doorhad. Het tandje, dat een vermogen waard was, lag in het putje van de wasbak. Ik dacht na. We moesten die tand terug hebben. De kraan moest dicht blijven. Marianna spoelde haar mond bij het bidet. Daarna rende ze naar zolder en haalde een emmer. Giulia en Joost waren meteen ter plaatse. Voorzichtig draaiden we de sifon los. Marianna wachte geduldig af op de rand van het bad. We gingen over onze nek van de putlucht die vrij kwam. Aangekoekte haren met zeep en scheerschuim. Maar gelukkig daartussen een piepklein, wit meisjestandje. We juichden en maakten hem schoon. Daarna stopte ze hem in een klein doosje en verschoof haar kussen een meter naar beneden, zodat het doosje met haar tand goed opviel op het matras. Na dit avontuur waren we beiden van mening dat het kaboutertje best eens een keertje wat guller mag zijn dan normaal. Het is niet zomaar even een tandje dat daar ligt. En dan is twee euro of meer heus geen gek bedrag.

1.11.05

Oktoberboodschappen
Een netje mandarijnen
Bakkersspeculaas
Sinaasappelthee
Tissues

29.10.05



In between dreams

De allereerste keer dat ik bij M. thuis kwam was op een vrijdagavond. Ik was zenuwachtig. Hij kwam me direct uit zijn werk ophalen van mijn werk. Hij droeg zo'n donkerblauwe werkbroek en een grof gebreidt grijs vest. Zijn handen waren nog vies en hij legde mijn omafiets in de witte Golf. We reden naar zijn huis met de radio hard aan, daar aangekomen aaide ik zijn kat en bekeek ik zijn kamer. Het was leuk en spannend en heerlijk dat ik bij hem was. We aten we een halve pizza, kant en klaar lasagne en goulashsoep. Terwijl de oven aan stond rookten we een peukje op het rode stoeltje in de tuin. M. droeg zijn Noorse vest en hij wiegde me heen en weer.

De avond werd nog leuker. Ik kreeg rosé in een longdrinkglas, we keken zijn foto's uit Australie, we keken Phileine zegt sorry en ik werd verliefder en liefder. In bed was ik het gelukkigste meisje toen hij een cd van Jack Johnson aanzette. Ik was naast M. ook meteen verliefd op Jack. Op zijn gitaar en zijn stem en teksten. Voor M. is de herinnering aan Jack Australie, voor mij die allereerste nacht bij hem. Niemand kende Jack! Maar iedereen vond hem leuk toen ik hem liet horen. En dat ging als een lopend vuurtje. Nu is Jack hot. Posters in cd-zaken, grote concerten. Iedereen zingt over banana pancakes. Het blijft moeilijk om hem nu met zoveel mensen te moeten delen, maar we gaan het proberen. Ik heb twee kaartjes voor zijn concert in de Heineken Music Hall!

28.10.05

Stank voor dank

Gisteren eind van de middag raasde ik per intercity tussen Duivendrecht en Diemen Zuid toen er plotseling een zwart/geel gevlekt lieveheersbeestje neerdaalde op mijn linkerwijsvinger. Er schoten twee oplossingen door mijn hoofd. 1) Het diertje meenemen naar Amersfoort met een risico van 99% dat hij mijn hand bevuilt met lieveheerstbeestjesplas 2) De schat eruit zetten met het risico dat hij op het spoor valt en wordt overreden of zo slim is weg te vliegen maar alsnog met een rotklap tegen een trein aanbotst en overlijdt. Ik koos toch voor de laatste oplossing. Op hoop van zegen dat hem niets zou overkomen. Ik draaide het raampje open, hij fladderde weg, ik draaide het raampje dicht en nog voordat ik weer verder las in mijn boek rook ik de penetrante, chemische lucht al. Het loeder had op mijn hand gepist.

25.10.05

Premiere!

Zie ons daar staan. In het Vondelpark. Gympjes aan, pet op, uiterst geconcentreerd, zoals het echte camera en geluidsvrouwen betaamt. De opnames zitten erop, de montage is af, het productieboek is klaar. Morgen is het zover! De cast is uitgenodigd, het filmpje is gebrandt op dvd. We zijn er klaar voor. De premiere van Kut of Kek!
Er komt een tijd...

Het is herfst. Er dwarrelen blaadjes. Het is donker buiten. Paraplu's waaien kapot, mensen worden nat, iedereen wil binnen zijn, in zijn gemakkelijkste huispak en met speculaas. Het begint weer te kriebelen. Ik kan er niets aan doen. Ik heb het nog uitgesteld, vandaag houd ik het niet meer. Ik rits mijn cowboylaarzen dicht, trek de deur achter me dicht en snel naar ZEEMAN. Het pokdalige winkelmeisje kijkt me verveeld aan. Het kan me niet schelen, ik zie ze vanuit mijn ooghoek al liggen. Ik twijfel maar ga uiteindelijk voor de kleuren blauw, groen, paars, beige en roze. Met de vijf bollen wol loop ik tevreden naar de kassa. In gedachte hoor ik het zalige getik al van de pennen. Het is tijd om weer een sjaal te breien.

24.10.05

Tentamenweek

Twee potten thee, vier telefoongesprekken en een bureau vol pistachenootjes schilletjes later moet ik nog steeds beginnen aan hoofdstuk één van het boek over Informatierecht. Conclusie: ik ben er niet voor geboren.

19.10.05

Een bron van weldaad

Nu ben ik al een heel jaar zijn vriendinnetje! Een jaar lang een eitje op zondagochtend, een jaar lang briefjes op het nachtkastje, een jaar lang gelachen, een jaar lang slaap ik al vaker in zijn masterpiece dan in mijn eigen bed. Tijd voor een feestje. Afgelopen weekend stond in het teken van rust. Zondag snoven we de frisse ochtendlucht op, zeiden Gijs gedag die vanaf de schutting beteuterd naar ons keek en reden naar Limburg. Na een lange rit, een kopje koffie bij Total en nog een stukkie scheuren bereikten we de Cauberg alwaar het kuuroord Thermae 2000 op ons lag te wachten.

Na het inchecken werd het tijd om de witte badjas met bijbehorende slippers aan te trekken. Het sierde ons. De rest van het weekend stond het teken van niksen. Zwemmen. Binnen, buiten, in een stroomversnelling, onder water, met het zonnetje op de bol. Liggen en zitten, buiten in de ligstoelen, met verse jus en olijven, uitkijkend over de heuvels en met fluitende vogeltjes. Zweten in houten huisjes. De eucalyptus sauna, de Finse sauna, met brandende houtblokken, stoombaden. De geur van de honingopgieting, douchen met badzout. Springen op de boxspringbedden (het woord lokt het uit, niet?) en een uur lang ontbijten met warme broodjes, vers perensap, yoghurt en fruit.

Een bron van weldaad, zoals ze het zelf zeggen. We hebben het geweten. Met losgemaseerde schouders, rug en lenden verlieten we maandagmiddag het geluksoord. Op weg naar een puntje Valkenburgse vlaai met een kop thee op het terras. Thermae 2000. Een echte aanrader voor ieder verliefd stel. Bestel al u drankjes op kamernummer en geniet. Gelieve u ogen te sluiten wanneer u na uw bezoek met pin betaald.
Puur geluk

In het herfstzonnetje door Nederland rijden, in de witte Golf. Met een koffie in mijn hand en M. achter het stuur. En dan meezingen met de Foo Fighters.

4.10.05

Voorsorteren

Onder het motto Geheime Gedachtes van Kaneel vandaag; voorsorteren. Als ik mijn straat vanaf de rechterkant kom infietsen sorteer ik vanwege het drukke autoverkeer ongeveer op twee derde alvast duidelijk voor. Als ik dit doe heb ik altijd een plaatje op mijn netvlies afkomstig uit de Verkeers Krant van groep 8.

Het bovenaanzicht van een fietser op een geharde weg met daarop een felle gele pijl die halverwege ombuigt naar links. De pijl zal in die tijd vermoedelijk getekend zijn in het nu al zo verouderde Paint en was gemaakt van een brede stippellijn. De foto was korrelig en saai. De pijl daarentegen heeft een onverwoestbare indruk achtergelaten.

27.9.05

Teleurstelling

Zit je in de bus. Met die collega met wie je toch al niet veel omging, vraagt ze opeens, grotendeels uit beleefdheid natuurlijk; 'ga je vanavond nog wat leuks doen?' Iets leuks geeft voor mij al aan dat deze vage bekende iets verwacht. Maar de vage bekende kent mij amper. Zij weet niet wie ik in de avonduren graag ziet, zij weet niet wie mijn vrienden zijn. Ze weet nada van me.

Ik zou nooit antwoorden 'Heb een topavondje voor de boeg! Ga om een uurtje of negen eerst lekker met E. naar het huis van L. die de wijn altijd heeft koud staan! Vervolgens komen M. en I. ook en gaan we naar het feestje van B. die jarig is en echt iedereen heeft uitgenodigd! S., O., G., en N. komen ook, fantastisch he!' Ik zou niet durven. Zegt haar toch niets. Zit ze niet op te wachten. Mijn antwoord is daarom zoiets als: 'Heb nog een feestje'. Waarop de vage bekende met een een ongeinteresseerde blik antwoordt; 'Oh, een feestje, gezellig'.

Meteen heb ik door dat ze mijn feestje helemaal niet zo boeiend inschat. Voor haar is mijn feestje net zo boring als de hele avond je cavia aaien. Nu is dat niet zo erg omdat ze haar vraag ook meer uit beleefdheid stelde, toch vind ik dat ze beter kan vragen 'ga je vanavond nog wat doen?' Dat hele leuk weglaten. Had ik dat kind ook niet teleur hoeven stellen.

20.9.05

Mooie woorden

makreel
vanille
cayennepeper
vlinder
scenario

15.9.05

Net als in de film

Het was zaterdagavond, het regende, ik fietste naar mijn kamer. Het was feest in de stad, maar de wereld zag er verregend uit. Ik baalde dat ik doorweekt was, ik baalde dat ik zondag weer vroeg op moest, dat ik al moest gaan slapen terwijl ik er geen zin in had. Het was zo grauw. Toen zag ik een man lopen, op de stoep van mijn straat, hij droeg een meisje in zijn armen. Ze giechelde. Ze hield haar gestippelde rok vast en in haar andere hand droeg ze haar schoenen. Ze waren zo verliefd, ze waren op weg naar zijn huis. Het maakte me niet zoveel meer uit dat het regende, ik was al bijna thuis. En zij hadden elkaar gevonden.

2.9.05

In mineur

Vanmiddag raakte ik opeens redelijk snel in mineur, zonder echte goede reden. In mineur draaide ik wat wasjes, hield ik huis, deed ik wat broodnodige boodschapjes en luisterde wat zielige muziek. Soms gebeurt dat. Tenminste bij mij. Gelukkig ben ik even naar Moos gefietst. Haar huis rook naar olijfbrood en we bungelden met onze bruine benen uit haar raam. We keken over de stad, de oude daken, de kerk en het straatje waar het winkeltje zit met carnavalskleding, schmink en gekke verkleedattributen. De verkoopster zat op een rieten stoel op de stoep en las een krant. Ze keek redelijk chagrijnig toen de enige klant die ze die dag had na een halfuurtje rondkijken het pand weer verliet. Hij paste de clownsneuzen niet en ze kon hem ook niets anders aansmeren. Ze was echt flink in mineur. Ik besefte dat ik niet mocht klagen en was al gauw weer de oude.

1.9.05

Eskimogedrag

Weet je wat ik echt niet begrijp? Dat Nederlanders op een zonnige vakantiebestemming, zeg vijfendertig graden, zeg bijna twee weken met zo weinig mogelijk aan liggen bakken in de Griekse zon, vlak voor hun vertrek naar Nederland opeens veranderen in een soort eskimo's.

Corfu. Het was een bloedhete zaterdagmiddag toen er opeens enige stress ontstond bij de Nederlanders in ons appartement. Terwijl M. en ik nog rustig en relaxed bij het zwembad lagen en nipten aan een sapje werden de koffers van de andere toeristen alvast in grote getalen naar buiten gereden, immers de transferbus naar het vliegveld kwam al over drie uur. Iedereen begon zich om te kleden. Zwembroeken werden verruild door zweterige spijkerbroeken. Slippers gingen de tas weer in en gympen, bij enkele zelfs klompen werden tevoorschijn gehaald. Voor de zekerheid sloegen sommigen een trui of een vest om hun schouders, of nog makkelijker; ze stopten ze in hun rugzakje vol handbagage.

Ik voelde me heerlijk toen ik in mijn luchtige witte rok en hemdje het vliegtuig in dartelde. Bij aankomst in Nederland bleek het 25 graden Celsius.

11.8.05

Invlecht

Mijn moeder heeft mijn haar ingevlochten. Net als vroeger. Steeds drie dunne plukjes haar over en door elkaar heen. Aan het einde een piepklein staartje. Zo schattig. Wie mij een aai over mijn bol geeft gaat met zijn hand over een muizentrappetje. Een waar genot.

5.7.05

Corfu

Na het afronden van alle keuzevakken op school, het halen van een 8 voor het tv-project, een heleboel pannenkoeken serveren en een grote behoefte aan zon, zee en zandkorrels in mijn oren is het dan eindelijk zover; ik ga op vakantie! Dit jaar heb ik driedubbel geluk. Eén: ik ga naar Corfu. Twee: ik ga samen met M. Drie: zaterdag vliegen we! Natuurlijk deed ik enige research en vond onderstaande informatie op de website van Yorin Travel.

"Je verblijf op Corfu moet je zeker beginnen met een bezoekje aan de hoofdstad Corfu-stad. Het eiland is meer dan 500 jaar bezet geweest door Fransen, Engelsen en Venetianen en dat zie je vooral goed terug in deze oude vestingstad. In het historische centrum vind je overal kronkelende steegjes, verborgen cafeetjes, kleine Venetiaanse huisjes en romantische pleintjes. Als je hier loopt heb je meer het idee dat je in Italië bent dan in Griekenland. Het oude stadscentrum is autovrij en er hangt een erg relaxte sfeer. Het is de ideale plek op het eiland om door de winkelstraatjes te slenteren, een terrasje te pikken en souvenirs te kopen."

Chrissie bedankt; deel twee.
Het is een meisje

Vanmorgen was ik, samen met ongeveer alle andere inwoners van Amersfoort, in het stadhuis. Ik mocht mijn nieuwe paspoort ophalen. En was blijkbaar niet de enige die met een verlopen identiteitsbewijs rondliep. Maar er zijn ook andere redenen om het gemeentehuis te bezoeken. Bij de receptie stond ik achter een stralende man. Hij droeg een meisje van een jaar of drie op zijn arm. 'Zeg het maar', zei hij tegen zijn dochtertje. Ze wendde haar hoofd naar de mevrouw achter de balie en zei '...Ik heb een zusje gekregen!'. De mevrouw, de andere mensen dicht in de buurt en ik begonnen te glimlachen. In koor zeiden we 'Gefeliciteerd!' De man liep vaderlijk en trots richting balie 12.

30.6.05

Filmtip van de week

Het is inmiddels al weer een oudje, maar zeker de moeite waard als je hem nog niet hebt gezien; de Nederlandse film Simon. Ik ben trots op onze filmmakers, onze taal, onze acteurs en actrices en onze hoofdstad. Lachen en een klein beetje huilen. Allemaal naar die videotheek dus. Nu!

28.6.05

Gekkenhuis

Vanmiddag heb ik met wat klasgenootjes lekker zitten lunchen op een gezellig dakterras in Amsterdam. Ik had lekker gegeten, gedronken, gelachen en gepraat en liep een paar uur later met Moos nog wat te slenteren door de stad. En toen opeens, ik dacht aan niets, misschien aan slippers en nieuwe kleren, niet aan mannen of laat staan hunks, fietste hij bijna tegen ons aan. Hij was bruin gebronst, hij droeg een nonchalant wit overhemd en een zonnebril en geloof me, hij keek naar me.

CHRIS ZEGERS.

Bent u d'r nog? Het is een waargebeurd verhaal.

Chrissie, bedankt.

10.6.05

Geen manieren

Of ik nu met Moos, Fje, Fleur of M. in één kamer slaap; De Muggen moeten mij hebben. De Muggen weten waar ik ben. Als niemand nog last heeft van ze, heb ik al met ze te kampen gehad. Of ik nu naakt ben of een ruimtepak draag, ze weten me te vinden. Ze ruiken het, ze voelen het, misschien smsen ze elkaar wel. Daar is ze! Op nummer 24! Bij het tankstation naar links en dan met de bocht mee naar rechts. Je moet het dakraam hebben. Moet je je eens voorstellen. Lig je daar nietsvermoedend. Lig je daar gewoon lekker te luieren. Denk je dat je lekker gaat slapen. Heb je de Muggen. En als je net lekker ligt, na zes keer draaien van buik naar rug van rug naar zij, dan zijn ze er.

Moet je je eens voorstellen. Dat gezoem in je oor. Ze hebben gewacht tot M. sliep. Ook zo laf. Doe het dan gewoon als hij er bij is. Kom dan gewoon binnen en pak me gewoon. Achterbakse beesten. Was dus min of meer alleen in die kamer, zo voelde het, toen ze begonnen. Met irriteren. Met zeiken. Zoemen. Ik dacht ik laat me niet kennen. Graaide in het donker naar de gele electrische muggendoder, in de vorm van een tennisracket voor baby's. Ik had hem beet, ik zoch naar het knopje, het rode lichtje begon te branden, ik knipte het licht aan en weg waren ze. Niets te zien, niets te horen. Ik speurde het plafond af, ik maakte muggenlokkende geluiden (alleen doen als je gewapend met), maar ze hadden zich verstopt. De loeders.

Vervolgens ben ik weer gaan liggen en deed alsof ik sliep. Ze trapte erin. Ik hoorde De Muggen zoemen. Ik heb om me heen geslagen, ik heb gewacht, ik heb alles geprobeerd, het mocht niet baten. Bekaf en teleurgesteld legde ik mijn hoofd op het kussen en slaakte een diepe zucht. Toen voelde ik iets kriebelen. Bovenarm aangevallen. Ik tierde en waagde nog een poging. Die mislukte. Uiteindelijk ben ik van pure uitputting in slaap gevallen. Vanochtend vijf bulten. De Muggen niet meer te zien. En niet eens even een briefje achtergelaten of het lekker was.

6.6.05

M.


Ik houd ervan als M. deel 2:
  • Een perenijsje in mijn nek legt
  • Zijn hoofd op mijn kussen legt als gruwelijk vroeg zijn wekker gaat
  • Hout hakt voor de vuurkorf
  • Mijn fiets achterin de Golf legt
  • Nadat hij de klep dicht heeft gegooid het wiel beweegt om te stabiliteit te checken
  • Mij poppetje noemt

3.6.05

Mad about Mau

Prins Mau staat bij mij hoog in het vaandel. Hij is knap, leuk en heeft een mooie vrouw en kinderen. Eens kwam hij het pannenkoekenboerderijtje inlopen en bestelde koffie bij mijn collega. Ik zag mijn kans schoon de koffie naar hem toe te brengen en lachte op mijn vriendelijkst. Hij was met de kids bij de haard gaan zitten- hoe schattig en ik bukte om de capu op het knullige boomstammetje te zetten wat diende als tafeltje. 'Gaat dat zo meid' zei Maurits. Hij bedoelde meid ook aardig. Niet zo van jij bent een dienstmeid en ik ben een prins. 'Het gaat prima zo, zei ik'. Nu werkt hij toevallig ook schuin tegenover mijn huis. Bij Philips. Eens zag ik hem op een zonnige dag op het balkon staan. Ik ben zo ver mogelijk uit het raam gaan hangen en borstelde ondertussen mijn blonde haren. Vandaag zag ik op tv hoe Mau zijn baby-girl Felicia aangaf bij de gemeente. Hij legde aan de verslaggevers uit dat Felicia geluk betekent. Daarna fietste hij weg op zijn bakfiets.

2.6.05

Militairen en rosé

Als je vantevoren plant om ''lekker te gaan stappen'' loopt het vaak uit op een fiasco. Je komt de verkeerde mensen tegen, je botst tegen je ex op, het is druk en je wilt gewoon naar bed. Beslis je echter op de woensdagavond nog even dol te doen en de kroeg in te duiken, heb je de avond van je leven. Zo ondervond ik gisteren.

We waren in het kader van onze toekomst als redacteur of producer naar de opnames van RTL-boulevard geweest, en ik weet niet of het de altijd jolige Albert Verlinde was die me opzweepte een feestje te bouwen of ''Tim van de productie'', maar ik had meer zin in rosé dan ooit. Zo aten Moos en ik thuis een gebakken eitje, toverde ik mezelf om tot een goddess en gingen we op stap. Een schamele tien euro gepind- maar achteraf niet eens noodzakelijk. Lang leve de werkende mannen. Het waren er veel en ze waren leuk. Toen ik ze passeerde om naar het toilet te gaan was het contact gelegd en al snel mengde ik mezelf in de groep. Ik kreeg een knipoog, ik voelde een hand in m'n zij, eentje wilde een soort spel met me spelen waarin ik moest raden waar hij woonde, ze hadden allemaal hun eigen tactiek, maar wat waren ze blij weer eens vrouwen te zien. Op de vraag wat ik studeerde antwoordde ik in eerste instantie 'Media en Informatie Management', even later afgekort tot 'Media Management' en na drie rosé gewoon 'Media'. 'Goh, interessant zeg'.

De mannen deden heel wat anders. Zij waren militair. Hadden lekker met z'n allen gegeten bij het wokrestaurant en deden nog een afzakkertje. Als vrijgezel zou er een enorm groot rood alarm boven mijn hoofd moeten gaan loeien. Foute mannen, foute mannen, foute mannen. Moos zou moeten roepen 'Kanééééél, stóóóóp'. Heerlijk; nu niet nodig. En zo hebben we de hele avond schrik gehad met de zandhazen. Maffe verhalen over de kolonel en dan af en toe ook een serieuze noot; 'Hoe was dat nou in Bosnie?'. We hebben gelachen en rosé (de vrouwtjes) en bier (de mannen) gedronken. Tegen kwart over twee was het welletjes en gingen we er vandoor. De overgebleven mannen volgden. De kroeg ging dicht. Drie kussen. We liepen richting Muurhuizen, zij naar een taxi. 'Dag mannen, bedankt voor het lachen en je kunt me lekker toch niet krijgen!'.

1.6.05

Irritaties:
  • Een vrouw die op dinsdagavond 0.48 een kaart post (ga naar bed)
  • Piepende kinderwagenwieltjes (pak een smeerseltje en verhelp dit)
  • Een omgevallen rotan stoel, midden op de weg, die uit de verte een monster lijkt (maak mij a.u.b niet bang)

Ik wil het niet meer zien of horen.

24.5.05

Vissen is gezellig

Zaterdag maakten we ruzie en daarna maakten we het goed. Zondagmiddag moest ik werken, maar ik belde af. Ik zei dat ik me niet lekker voelde en loog niet eens. Dat was voor het ontbijt. We ontbeten achterin in de achtertuin. 's Morgens schijnt de zon achterin de achtertuin, waar het doorgezakte rieten bankje staat, en het ronde tafeltje met het stenen blad. We aten verse broodjes uit de oven en dronken jus. Na het ontbijt voelde ik me stukken beter. Maar toen had ik al afgebeld. Ik kon er moeilijk weer op terugkomen. Ik besloot er een fijne dag van te maken en heb iets gedaan wat de meeste vrouwen walgelijk, afschuwelijk, respectloos, saai, zielig en sneu vinden; ik heb gevist. Van één tot vier zaten we aan de waterkant. Om half twee was ik gesetteld. Om kwart voor twee pakte ik er een eigen hengel bij. Om twee uur ving ik mijn eerste vis. Om kwart over twee was mijn schouder verbrand. Om half drie haakte ik mijn eerste vis af. De stemming zat er goed in. We vingen veel. Veel baarsjes en bleitjes. Kleine kutvisjes, volgens M. Ik vond ze best lief. Maar ook een karper. Daar maakten we een foto van. Vissen is niet saai. Zo naast een knappe, bruine jongen. Zo midden tussen de boterbloempjes. Zo met de snoezige koolwitjes die door de lucht dartelen. Vissen is gezellig.

20.5.05

'Hun zeggen dat'

Hun weten dat toch niet? Hun gaan gewoon. Hun hebben dat zelf gezegd. Hun vinden van wel. Hun zeggen dat toch? Als hun mee willen, ga ik ook.

Dat zeg je toch niet? Toch hoor ik het elke dag. Waar was iedereen toen de taalhersentjes werden uitgedeeld? Hun is een bezittelijk voornaamwoord. Hun kan geen onderwerp zijn van een zin. Nooit. Hun huis is groot. Hun ouders zijn makkelijk. Hun feest was te gek. Dat kan wel. Knoop het in jullie oren.

26.4.05

Un estuche

Sommige woorden zijn mooi en andere woorden zijn minder mooi. De eerste les Spaans leerde Maria José ons de Spaanse woorden voor pen, potlood, boek, schrift, liniaal en etui. Minder saai dan het nu klinkt omdat ze er een interactief spelletje van maakte waarbij ze bijvoorbeeld haar boek in de lucht hield en vervolgens zei dat het een pen was. Waarop wij in koor antwoordden; ‘nee Maria Jose, dat is geen pen, dat is een boek’. In het Spaans dan natuurlijk.

Het woord estuche (etui) vond ik al meteen veel mooier dan boli (pen). En al snel deden Moos en ik een grootse ontdekking. Estuche betekent meer dan de meeste Spanjaarden doen vermoeden. Als afsluiting van een sms: estuche (kus). Als antwoord op een vraag: un estuche (een beetje). Als verscheidene zelfstandig naamwoorden: gefeliciteerd met je 22e estuche (verjaardag), heb jullie thuis estuches? (huisdieren), het estuche (bier) staat koud. Als bevel: estuche! (luister!), estuche! (kom!) maar ook als toost of wens: estuche! (proost), estuche! (veel geluk!).

Estuche (einde).

20.4.05

Supermarktsores

Soms kom ik de supermarkt precies tegelijk met iemand anders in,- en kom niet meer van diegene af. Je loopt constant met elkaar op. Je word er gek van. Gisteren was het weer raak. Ik parkeerde mijn fiets en betrad de PLUS. Ik ging door het poortje, pakte met mijn linkerhand een groen winkelmandje van de stapel en daar stond hij. Voor het schap met komkommers, paprika's in drie kleuren en tomaten. Wispelturig keek ik wat rond, koos voor de tomaten en trok een plastic zakje van de rol. Meneer ging voor de paprika's. Kleurrijk door de sla melange die hij reeds in de kar had gelegd. Ik liep naar de zuivel. Een pak melk, een pak yoghurt, en nog even terug voor een fles Hero Fruit & Co.

Terug naar de zuivel. Een toetje. Daar stond meneer weer. Twijfelend tussen de PLUS-danoontjes en de losse chocoladetoetjes van 29 cent per stuk. Ook niet duur. Twijfelen, afwegen. Terwijl ik koos voor een toetje met peer en vanille en me omdraaide zag ik nog snel hoe hij de chocoladetoetjes in zijn kar legde. Vier stuks. Hij lachte wat schichtig en keek op zijn lijstje. Twee paden verder was ik hem vergeten. Ik legde een pak rijst in mijn mandje en een blik halve perziken toen we ongeveer tegen elkaar opbotsten. Hij neusde tussen het blikfruit. Ik baande me een weg naar het vlees waar ik hem vervolgens weer tegenkwam. Hij ging voor de weekaanbieding. Op weg naar de kassa dacht ik hem voorgoed kwijt te zijn. Niets bleek minder waar toen ik mijn fiets van het slot haalde en hem zijn stevige zwarte fietstassen zag volladen.

8.4.05

Zomer

Afgelopen weekend was het zomer. Ik werd wakker van de zon en de vogeltjes, ik douchte met SUN, we ontbeten voor het eerst achterin de tuin, hij maakte eitjes en er was vers brood, ik dronk koffie met kaneel, we reden op de Vespa en ik werd nog verliefder dan ik al was.

's Middags moest ik werken. 's Avonds haalde hij me op. Hij had gevist. Hij was bruin. Hij bestelde twee Corona. Hij nam me weer mee naar zijn huis. We aten Mexicaans. Er was chipolatapudding. Hij maakte vuur. Hij maakt me gelukkig. Het was lang licht en we dronken bier.

Daarna douchten we de rook van ons af, het zand, de dag en legde hij me in het bed. Voor het eerst in een half jaar sliep ik bijna even snel als hij.
Nummer 12

ButBelle
Je ne comprends pas francais
So you'll have to speak to me

Some other way.

1.4.05

Gijsje

Gijs is de kat van M. Katten zijn meestal niet weg van me. En daardoor ik niet van hen. Ze bijten, ze blazen en ze kijken me glazig aan. Gijs is anders. M. houdt van mij en ik houd van M. en dat zag Gijs meteen. Ze nam me onmiddellijk op in de familie. Eerst onopvallend. Stiekem naar me loeren vanaf de trap, half onder m'n stoel gaan liggen. Je kent het wel. Tegenwoordig wind ze er niet langer doekjes om. Als we diep in de nacht thuiskomen zit ze op ons te wachten voor de keukendeur en begroet ze mij als eerste. Als ik 's morgens aan het aanrecht boterhammen met hagelslag smeer geeft ze kopjes en gaat ze met haar staart langs mijn benen. En nee, dat is niet omdat ze honger heeft, ze doet het omdat ze dol op me is. Waren alle katten maar zoals Gijs. Dik, lief en mak.

23.3.05

Fijne dag!

Perron 12. De trein naar Den Bosch, doorgaand als intercity naar Eindhoven, had een vertraging van ongeveer 15 minuten. Ikzelf droeg: een lichte spijkerbroek, bruine laarzen, een lente-achtig groen jasje en een roze tas met bloemen. Het meisje dat naast mij stond droeg: lelijke harige snowboots (UGG's), een donsjasje en een handtas precies groot genoeg voor een labello reiseditie en een viermaal dubbel gevouwen OV. De vrouw (50?) rechts van mij zuchtte. 'Vijftien minuten...' snauwde ze. Ze stak een sigaret op (Belinda Menthol). Ze droeg: een witte doorschijnende linnen broek (een tikkie te strak om de uitgezakte billen), een zwart skai-leren jackje en zwarte leren teenslippers afgezet met ''diamanten''. Op haar gezicht droeg ze: een flinke vastgekoekte laag UV-straling, hier en daar bijgewerkt met roestbruine poeier. Oudroze nagellak op alle twintig nagels. Ze nam diepe hijzen van Belinda M.

Het leukste op het moment dat je trein 15 minuten vertraging heeft, is gissen waar mensen heen gaan. Hebben ze een fijne dag voor de boeg? Staat er een vervelend gesprek op de agenda? Ik gokte dat de linnenbroek naar een vriendin ging. Het boeket bloemen in haar linkerhand deed vermoeden dat het om een goede vriendin ging. Die al dan niet jarig is (geweest). Op station Den Bosch volgde ik haar de roltrap op. Het vrouwtje dat bovenaan de roltrap stond te wachten was onmiskenbaar de vriendin die ik al voor ogen had. Ze droeg: een felturquoise stretchbroek met omgeslagen pijpjes en dezelfde zonnebankteint. Ze waren blij elkaar te zien. De linnenbroek vertelde over de vertraging en overhandigde 't blommetje. Niet ter ere van een verjaardag. Gewoon zomaar. De stretchbroek bedankte. Buiten stapten ze in een zwarte Fiat Panda. De stretchbroek stak een peuk op. De linnenbroek werkte in het spiegeltje haar roestbruine lippenstift bij. Fijne dag dames!

22.3.05

Rondje HEMA

Gemiddeld vijf keer per week bezoek ik HEMA. De winkel is vernieuwd. De vloer is donkergrijs en de artikelen staan uitgestald in hoge grijze stellingkasten. De winkel heeft uitstraling gekregen. Bij het stallen van mijn fiets loer ik al vol verwachting naar binnen. Ik ben altijd op zoek naar iets bij HEMA. Ik weet nooit precies wat. HEMA is hip. Geinteresseerd bekijk ik de prints van de ordners, glijd ik met m'n vinger langs de verschillende bloemzaden, kijk ik of er nog polootjes hangen in mijn maat, vergelijk ik de prijzen van de koffiemokken met die van de theeglazen, twijfel over de aanschaf van kaarsen, beddegoed, lampen, zeepbakjes en tompoezen. Meestal verlaat ik het pand na een uur. Nadat ik mijn lege mandje terug heb gezet bij de deur.

16.3.05

Kaneel en haar superstage

Na precies een maand stage achter de rug en nog precies een maand stage voor de boeg ben ik tot de volgende conclusie gekomen. Van negen tot vijf werken op kantoor verminderd de concentratie en met name de productiviteit van de werknemer.

Op een dag dat ik ‘thuis werk’ bereik ik in twee uur hetzelfde resultaat als een volledige stagedag op de redactie. Beste lezer is dat geen mooi leermoment? Is daar geen prachtige competentie aan te verbinden? Niemand die het ooit durfde te zeggen. Als ik nu betaald kreeg zou ik natuurlijk ook mijn mond houden. En schaapachtig invullen dat ik acht uur zoet ben geweest. Maar pijnlijk genoeg speelt geld in mijn geval geen enkele rol.

Logischerwijs houd ik wel zeeën tijd over voor activiteiten als uitslapen, de herhalingen van soaps kijken, broodjes halen op de markt, koffie drinken met andere ‘thuiswerkende’ geluksvogels, hardlopen, bellen met mijn timmerman, lezen, nog maar eens een potje thee leegdrinken, nonchalant de stad inlopen, verliefd zijn, genieten van de zomerse temperaturen en mega mutserige logjes schrijven. Zie hier het resultaat.

15.3.05

Mannen met een missie

Een paar jaar geleden was ik een mariniersliefje. Ik zag hem alleen in het weekend en mijn moeder waste de inhoud van zijn plunjebaal. Op zondagavond ging hij terug naar Rotterdam. Soms zag ik hem twee weken niet. Dan was hij op bivak. De doordeweekse dagen waren stil maar Moos en ik waren ervan overtuigd dat ik het vol zou houden. Ook later. Dan kom je maar gewoon bij mij logeren zei ze. Weken, maanden, tot hij terug is van zijn missie. En toen ging het uit. Ik was verdrietig. Nu niet meer. Ik was er niet goed in een mariniersliefje zijn. Maar nog steeds slik ik m'n tranen weg als ik de beelden zie van de mannen die terugkomen uit Irak. Die foto in de krant van vanmorgen van een marinier die zijn meisje kust die op de nek van haar vader zit. Ze huilt, ze lacht en ze kust hem. Ik had daar kunnen staan.

14.3.05

Lachen op de markt

Vrijdag liepen Moos en ik als een soort van superhuisvrouwen een rondje over de markt. In de buggy haar nichtje Val van twee jaar oud. Onderop de buggy een net sinaasappelen. Moos kocht een bos katjes bij de bloemenman en ik stond in de rij voor kip. Mijn ogen gleden langs de filet, de drumsticks en de voorverpakte kippenvleugeltjes tot ik de man voor mij hoorde vragen; 'heeft u ook kip?' Na zijn vraag keek hij ietwat trots om zich heen. Ik was de enige die lachtte. Ja, meneer, dat was een goeie grap.
Terug

M'n nieuwe kamer is groter, lichter en heeft schattige ramen. Eén schuin dakraampje en twee ramen die je gezellig openklapt naar buiten. Zodat je de vogels op maandagochtend hoort fluiten en het getik van de stoplichten hoort. Er staan gele rozen in de vensterbank en roze tulpen op tafel. Er staat een paarse hortensia op de grond en aan de hoge witte balken hangen drie spijkerbroeken die naar wasmiddel ruiken te drogen. Ik zit in de hoek van de kamer, onder het schuine raam te genieten van mijn geluk. Want het beste van alles is; de kamer staat in Amersfoort.

3.3.05

Met je neus op de sneeuw gedrukt

Na een dag en een nacht geweldige, superwitte, romantische en vrolijk naar beneden dwarrelende sneeuw weet je meteen weer wat de keerzijde is van al dit natuurschoon. Die besmeurde modder met sneeuw gemixte fietspaden, die bevroren vingers omdat er een gaatje in je handschoen zit, die onbewuste zorg en angst om zuinig kijkende schuifelende bejaarden en vooral het feit dat je iedereen er over hoort praten. Veel he? Nou he. Wit he? Nou he. Mooi he? Poe ja. Koud he? Brrrr...Veel vertraging he? Ja joh. Wel leuk he? Heel leuk. Onverwacht he? Zeker.

1.3.05

Dondersgezellig

Meestal ben ik niet zo'n held met bejaarden. Maar dat mannetje vanmorgen in de wachtkamer was echt leuk. Hij kwam uit 1920. En zijn vrouw uit 1919. Hij vertelde over vroeger, toen ze met paard en wagen over de bevroren Rijn reden. En hij kakelde niet alleen over zichzelf maar stelde mij ook vragen. En ouderen die dat doen, scoren. Daar zijn er niet veel van. Of ik wel eens wat gebroken had, wilde hij weten. Jammergenoeg moest ik nee zeggen en hem een spectaculair verhaal onthouden. Gelukkig kon hij er wel wat moois over vertellen. Hij had een keertje een ongeluk gehad met een traktor. Een traktor die op kolen reed. Sleutelbeen gebroken. Nou hij was ook wel eens uit de kersenboom gevallen. Maar dan klom 'ie er gewoon weer in. En toen zei hij 'het waren arme tijden, maar het was dondersgezellig!'. Toen viel zijn pet van zijn knie en hij lachte zo guitig. Ik geloofde hem onmiddellijk.

27.2.05

Penseel en ik

Die ongemakkelijkheid die er ontstaat als je op een klein terrein bent omgeven door mensen die elkaar allen niet kennen. Vreselijk. Zo stonden we daar, een jaar geleden, op station Boxmeer. Te wachten op het busje dat ons op zou halen. Van heinde en verre gereisd, uren in die trein gezeten. Door bossen en weilanden aangekomen in Brabant. En zij ook, maar dat wist ik niet. Tot ze zei 'Hey, jij komt uit Amersfoort!' en ik antwoordde 'Ja!' Ze lachte naar mij en ik lachte naar haar en de rest stond jaloers te kijken en voelde zich nog ongemakkelijker dan daarvoor. Lucky we.

Zo begon de training voor de zomer. We stonden om 7 uur op om te tae-boen in het vochtige gras, kregen een EHBO-workshop en sliepen in een oude varkensstal. Penseel en ik naast elkaar met driedubbele pyjama's aan en diep weggekropen in onze slaapzakken. Een vriendschap was geboren. We leefden ons uit op het volleybaldveld en op de petanque baan en aten iedere middag wel acht boterhammen. Er kwamen honderd kinderen op bezoek die we in groepen mochten vermaken door middel van het schilderen van paaseieren en speurtochten door de weilanden. We liepen vier dagen in ons trainingsbroekie en hadden de tijd van ons leven.

Na die dagen hebben we Boxmeer verruild voor de thuisbasis. Amersfoort. Zo af en toe drinken we baileys in de Lobbes of een biertje in de Engel. Zo af en toe gaan we samen hardlopen. Soms botsen we tegen elkaar op in de Bruna op het station. We zien elkaar in ieder geval iedere week. In de trein, bij de bushalte, in de kroeg en binnenkort op zondagmiddag bij een hippe tent waar we beiden gaan werken. Penseel en ik.

24.2.05

M.

Ik houd ervan als M.:
  • In de kou de rits aan de kraag van m'n groene jasje tot mijn neus dichtritst
  • Mij met een klein bochtje in het grote bed gooit
  • Een schep honing in mijn yoghurt doet en de lepel in de cruesli duwt
  • Toetert als hij weg rijdt en ik naar de voordeur loop
  • Met zijn handen m'n hoofd vastpakt en zijn duimen langs m'n oren legt
  • Mijn spullen repareert
  • Naar mij knipoogt als we in de kroeg beiden met een ander in gesprek zijn
  • Dinsdagavond vraagt of ik woensdagavond ook kom

23.2.05

Het hondenspel

Ik loop stage. Maar ik hoef weinig te lopen. Ik zit vooral. Achter mijn laptop. Soms op kantoor. En soms thuis. Vandaag zit ik thuis, daar waar mijn ouders wonen. Op mijn oude kamertje. Ik zit en typ en kijk vooral veel naar buiten. Deze kamer heeft een groot raam wat al vrij laag begint. Zodat je, wanneer je laptop met zijn klepje richting het raam wijst, de hele dag naar buiten kan kijken. Wat ik dus ook de hele dag doe. Ik zie moeders met buggy's en kinderen met schooltassen. Ik zie een rits kinderen met gymtassen en een meester die de groep in het gareel houdt. Ik zie een lelijk mannetje met een kar vol bierkratten en ik zie jongetjes die stiekem een peukje roken in de bosjes achter de gymzaal. Ik zie mensen met zware boodschappentassen en ik zie kinderen op stepjes. Maar ik zie vooral mensen met honden. Actieve mensen die stokken gooien naar hun honden. Oude mensen met kort aangelijnde trage schoothondjes. Trotse mensen met de handen op de rug en de hondenriem speels om hun eigen nek. Stoere mannen met grote herders. Steppende kinderen met drukke honden. Bekakte vrouwtjes met opgepoetste honden. Families met honden. En losse honden. Losse honden vind ikzelf het interessantst. Ik voorspel wat voor baasje er bij de hond hoort. Pas als ik mijn keuze heb gemaakt kijk ik weer op. Ik kijk naar links, naar rechts en nogmaals naar links en kijk of ik gelijk heb gehad. Groot is mijn triomf als ik gelijk heb of goed in de buurt zit. Vervolgens wacht ik op de volgende hond.

22.2.05

Kaneel en de ramp met de reep

Het was 16:45. Mijn trein zou vertrekken om 16:53. Ik was op tijd, maar smachtte naar chocolade. Gelukkig zat er een euro in m'n jaszak. Ik sloot me aan in de rij voor de snoepautomaat naast de Kiosk. Vrij snel was ik aan de beurt. De munt schoof de automaat in en ik maakte mijn keuze. Een Kinder Bueno. Schichtig keek ik op de stationsklok. Nog vier minuten. Mijn hand bewoog zich automatisch naar de klep onderaan het apparaat om die heerlijk luchtige chocoladerepen te pakken. Maar helaas. De Kinder Bueno was blijven hangen. Fedomme. Voorzichtig gaf ik de automaat een klapje. Er gebeurde niets. Ik raakte in paniek. Ik sloeg op het glas en probeerde de snoepautomaat aan het wankelen te brengen. De Kinder Bueno bleef hangen waar hij hing. Ik spoedde me naar het meisje van de Kiosk en vertelde nerveus mijn verhaal. 'Daar kan ik niets aan doen mevrouw', zei ze. 'Die apparaten zijn niet van ons.'

Ik haastte me terug naar de automaat. Er kwam een man naast me staan. Een saaie man van een jaar of veertig met een koffertje, een degelijke rode jas, een bril en een matte stem. Wat ik daar deed. De held dacht iets te kunnen doen aan de jeugdcriminaliteit. Ik overtuigde hem ervan dat ik echt niets kapot aan het rammen was, maar mijn betaalde chocolade wilde hebben. 'Dan kan ik je niet helpen', zei hij. 'Scheer je dan weg!', dacht ik, en dat deed hij. Net toen ik bedacht dat behulpzame mannen er nooit zijn wanneer je ze nodig hebt, stond hij naast me. Een olijke opa van een jaar of tachtig. Hij grijnsde en gaf toen met zijn hele lichaam de automaat een stoot. Mijn gespannen gezicht veranderde in een tevreden blik. De Kinder Bueno viel naar beneden zoals dat hoort. Ik lachte, pakte mijn reep aan en bedankte hem. Toen rende ik de roltrap af, plofte neer in de trein en at intens gelukkig mijn lekkernij op. Medereizigers keken me verlekkerd en jaloers aan.

18.2.05

Schorre studenten

Wat ik me altijd afvraag bij kakkers is hoe ze aan die schorre stem komen. Je hoeft de kakkers niet te zien om te weten dat ze bij je in de buurt zijn. Ze praten hard en ze praten veel. En ze bellen altijd. Met Roderick. Met Willemijn. Met Annabel. Over de borrel van Roosmarijn, het themafeest bij Kasper thuis en het wel en wee op het dispuut. Altijd gezellig. Maar hoe zijn ze nu zo schor geworden? Is het een kwestie van een aantal avonden per week in de kroeg hangen en veel praten of kun je het jezelf ook aanleren? Is het een verplichte eigenschap die je moet hebben voordat je het dispuut betreedt of is er in de eerste maanden de ruimte tot het eigenmaken van de hese stem? Misschien is de hele dag door bellen al genoeg.

14.2.05

Lange dagen

In Frankrijk leefden we zonder de tijd en daardoor duurden de dagen wel twee keer zo lang. De zon maakte je 's morgens wakker en dan had je echt geen zin om nog langer in je tent te blijven liggen. En dan begon de dag. De dag begon met stokbrood en croissantjes en een grote sterke koffie in een soort soepkom. Een horloge had ik niet om. De tijd zei niets. De activiteiten deelde ik wel in op tijd, maar dat was slechts een indicatie. Als ik rond de klok van vier de bar inslenterde om de waterpologoaltjes te pakken schonken de camping-eigenaren me een wijntje in. Want als je om vier uur in het zwembad bent dan ben je er om half vijf ook nog wel. Het is Franse makkelijkheid. Het maakt ze niet uit. De Franse dag is om vier uur ook nog zo jong. Het eten hoeft niet om zes uur op tafel te staan. Een uur of negen is vroeg genoeg. Ik verfransde. En het heerlijkste daaraan is, dat wanneer de zon langzaam lager aan de hemel gaat staan en, je nog helemaal niet het gevoel hebt dat de dag voorbij is. Hij begint in feite pas.
Doorgaan

Na vier grieperige, huiselijke dagen nam ik vanmorgen een douche en trok ik een spijkerbroek aan. Dat voelt dan zo fijn, na vier dagen. Die broek zit ook opeens vier keer beter. Ik kon mezelf amper niet meer voor de geest halen met leuke kleren aan, make-up op m'n wangetjes en ogen en gekamd haar. Vergriept was ik. Het was de hoogste tijd een frisse neus te halen en zo kwam het dat ik mijn laarzen aantrok en Sennah haar riem omdeed. Diep weggedoken in mijn sjaal maakte ik een ommetje.

De mannen in de oranje pakken waren alweer druk bezig met het leegbaggeren van de sloot en de bakker opende zojuist haar deuren. Alles is gewoon doorgegaan ondanks mijn ziektebed, dat vind ik nou zo mooi he. Dat jullie me gewoon even laten uitzieken thuis, maar het werk niet laten liggen. Dat er gewoon straten worden gemaakt en dat de winkels open en dicht gaan op gebruikelijke tijden, dat honden worden uitgelaten door hun baasjes en dat mensen die zich fris en fruitig voelen gewoon wel lekker naar school zijn geweest. Dat waardeer ik nou echt.

11.2.05

Moeder Overste

Moos en ik hielden erg van de Noorse hostels. Je betaalde 25 euro per nacht ja, maar zo duur is dat niet wanneer je erachter komt dat een biertje zeven euro kost. Het leukste was het ontbijt. In onze sloeberigste broekjes en warme wollige vesten liepen we in Sjoa van ons houten kabouterhuisje over het pad naar de ontbijtzaal, waar enkelingen al gretig zaten te eten. Alles was van hout en de ambiance was hartelijk. Ook was er een haardvuur, waar een eenzame vrouw voor zat te lezen in een dik boek. Na het omslaan van de bladzijde keek ze verdrietig naar de vlammen. Maar men liet elkaar. En dat was heerlijk.

Wij pakten ieder een bordje en namen waar we zin in hadden. En zo zaten we daar urenlang te genieten. De liefste van iedereen was Moeder Overste. Zo noemden we haar. Zij had altijd vroege dienst en kwam om de minuut de klapdeur van de keuken uit om te checken of er van alles nog voldoende was. Moeder Overste had waarschijnlijk op de Noorse Huishoudschool gezeten. Als ze zag dat iemand kaas op zijn brood had genomen dan vulde zij de kaas onmiddellijk weer bij. Als ze zag dat iemand een jus dronk, nam zij de kan mee de keuken in en bracht een volle kan terug. Zo was Moeder Overste. Je stond er in ieder geval nooit met lege handen.

23.1.05

Vies

Erwtensoep vind ik heel erg vies, ik heb het altijd vies gevonden. Die breierige pap van erwten vind ik heel erg vies en dat die rookworst dan altijd naar die erwten smaakt dat vind ik ook heel erg vies. Wat ik nog viezer vind is, wanneer (op mijn werk), iemand (de kok), de pan met erwtensoep aan het einde van de dag in de gootsteen gooit en dat de soep (die brei) dan langzaam wegspoelt, maar de wat grovere erwten en de stukjes worst dan blijven liggen en dat er dan een goed moment komt dat iemand (ik bijvoorbeeld) dat eruit moet halen. Dat vind ik echt heel erg vies. Maar het allerviest vind ik de stukjes erwtensoep die blijven hangen op het rooster in de spoelmachine zelf. Het rooster is er natuurlijk voor dat de machine niet verstopt raakt maar ik vind het echt heel supervies om dat rooster schoon te spoelen. De zijkanten zijn over het algemeen het meest besmeurd en vormen een soort groenachtige koek met stukjes opgedroogde erwt erin.

13.1.05

Logeren

Eerst moet ik twee trappen op. Vaak kom ik Gijs tegen op de trap. Dan voel ik haar staart langs m'n been, dan miauwt ze wat. Gijs is een meisje. Vervolgens kruip ik onder het wasgoed door en dan kom ik zijn kamer binnen. Het ruikt er altijd een beetje naar wasmiddel en als het bedtijd is naar uitgeblazen kaarsjes. Het bed ruikt naar de douche, naar hem. En naar dons. Ik lig aan de rechterkant, onder het schuine dak. Dat ligt lekker zo in die hoek. Het voelt geborgen; dieven zullen me nooit meenemen omdat ze me simpelweg niet zien. Als ik dat zeg zegt hij dat ik wat betreft de dieven inderdaad gunstig lig maar als het dak instort wat minder. Dat vind ik een flauw grapje maar toch moet ik er soms om lachen. Ik voel me heel klein in dat bed. En ik voel me heel klein als hij me vasthoudt. Als het regent hoor je dat heel goed. Dan liggen we daar en luisteren. Naar de regen en naar Jack Johnson. 's Morgens wordt ik altijd wakker in de deuk. Het midden van het bed noemt hij de deuk. Het liefst word ik er wakker op zondag. Dan liggen we samen in de deuk. Dan hoeft er niemand de deur uit. En als ik dan gedoucht ben dan drink ik cappuccino. Besprenkeld met kaneel.

Beursbezoekers

Het is toch werkelijk waar zo'n genot om vlakbij de Jaarbeurs Utrecht te wonen. Om je 's morgens vroeg en dan aan het eind van de middag nogmaals aan te sluiten bij de massa mensen die de roltrappen op en af beweegt. En dat het steeds weer andere mensen zijn, dat is het leukst. De ene keer word je bedolven met computernerds en dan zijn het weer eens revo's. Soms senioren. Gelukkig zie je vanuit de bus al welke beurs er gaande is. Zodat je een klein minuutje hebt om je geestelijk voor te bereiden. Voordat je jezelf in de ellende stort.

Zo half januari heb je die fijne mensen die de Vakantiebeurs bezoeken. Wat een feest om je daar tussendoor te bewegen. Tussen die zwermen mensen uit het hele land die met de trein naar Utrecht komen omdat het zo geweldig makkelijk dichtbij is die Jaarbeurs. Tussen die mensen die uren op die beurs rondzwerven en met goedgevulde Roompot vakanties tassen en hun Cyprus-gadgets weer terugkeren naar huis. Die een print in de hand hebben waarop staat hoe laat de treinen gaan en op welk spoor ze vertrekken. En om de dag helemaal feestelijk af te sluiten een patatje smikkelen op het altijd gezellige Hoog Catharijne en dan het liefst bij die aardige maar ozo domme vent van snackbar Kruys. Maar terwijl ze staan te genieten hun gescoorde zonnekleppen, balpennen, folders en sleutelhangers krampachtig in de hand houden want in Utrecht heb je wel van die enge figuren weet-je-wel.

Die Vakantiebeursbezoekers zijn toch eigenlijk wel het vreselijkst. Hebben zij thuis geen wereldkaart, atlas of internet? Hebben zij geen lievelingslanden en droomstranden? Is er zo'n grauwe Jaarbeurs voor nodig om ze de sfeer van een land te laten proeven? Zo'n akelige stand die opgeleukt is met foto's en rotzooi? Met zo'n akelige juffrouw die je gratis dingen uitdeelt die een week later in de vuilnisbak liggen? En kunnen deze mensen niet gewoon thuis een patatje bakken? Dan kan ik weer eens op mijn eigen tempo naar de trein wandelen.

12.1.05

Goeie Broek

Laatst kocht ik een spijkerbroek bij Hennes. Niet zo een waarvan je denkt dat je hem het liefst nooit meer zou uitdoen maar zo een die relatief-niet-al-te-duur-en-best-leuk-is. Dat doe ik wel vaker. Na een maand spijt. Omdat hij toch niet helemaal mooi is gemaakt en na een aantal keer wassen om je kont slobbert. Die ene leuke jongen in m'n leven zag het er al weer van komen. Breng dat ding terug Kaneel, zei hij. En koop een goeie broek. Ik dacht na en zei oke.

En zo begon vandaag de jacht naar een Goeie Broek. Ik belandde in een gezellig zaakje met veel dure broeken en kleren. Het verkoopmeisje was klein en had een grappig Thais accent. Samen met Froukje hielp ze me mee. Tientallen broeken werden uit de kast getrokken. Broeken die ik tot voorkort al te duur vond om naar te kijken. Er ging een wereld voor me open. Ik paste, draaide rondjes, wisselde m'n truitje voor een akelig mooi roze vestje van Dolce & Gabbana, zocht op m'n sokken een guitige riem uit, paste nog maar eens een andere broek, een andere washing, een iets kleiner maatje, en had uiteindelijk een broek om de billetjes waarvan ik dacht deze doe ik nooit meer uit.

't Is hem geworden. Een peperdure broek van Indian Rose. Strak om de kont en bovenbenen, mooi wijd aan de onderkant, een aantal leuke accentjes, leuk met laarzen, in de zomer leuk met slippers. De modepolitie was het volledig met me eens; dit is een Goeie Broek.


Repareren

Op m'n kamer in Utrecht verzamel ik in de loop der tijd nogal wat achterstallig onderhoud. Loshangende plankjes in de kledingkast, kapotte peertjes, afstandsbedieningen zonder batterijen, een complete iglo als diepvriesvak in de koelkast, loszittende kapstokjes en ga zo maar door.

Een van de fijnste dingen hier thuis is dat alles altijd onmiddellijk wordt gerepareerd. De garage staat vol handige spullen en vooral m'n vader lijkt op elk moment alles te kunnen maken. Zo kwam ik vanavond thuis met een lekke band, en is hij nu alweer geplakt. In Utrecht zou m'n fiets wekenlang verwaarloosd in de tuin hebben gestaan. Hulde aan Harry.


9.1.05

Film drama

Ik heb vandaag twee halve films gekeken. De eerste halve film bij m'n liefje op de bank. Op het spannendste moment moest ik er vandoor. Oppassen. De tweede halve film vanavond.

Dan zit je zo in je eentje op de bank, glaasje fris erbij. En dan opeens wordt er aan het slot gemorreld. Ik schrik daar na jaren oppassen nog elke keer vreselijk van. Natuurlijk is er niets aan de hand en zijn het gewoon de bewoners des huizes die terugkeren. Heel schichtig kijk ik dan op, rits m'n laarzen dicht, pak m'n tas, vertel een paar leuke quotes van de kinderen, lach wat en dit alles terwijl ik op m'n geld wacht. Meestal gaat dat aardig snel. Je pakt het geld aan, pakt langzaam aan je jas en gaat er vandoor. Lekker naar huis. Maar dus wel met een halve film in je hoofd. Er is niets zo erg als een halve film kijken. Een halve film kijken is net zo rot als de trein missen. Of als pannenkoeken bakken en dat dan blijkt dat je geen melk in huis hebt. Als het zondag is. En je de bloem en de eieren reeds in een kom heb gemikt.

Het zou leuk zijn als ik die twee halve films in m'n hoofd aan elkaar kon lijmen en dat ik dan toch een hele film heb gezien. Maar zo werkt dat dus echt ff nie he.

5.1.05

Portofoongrappen

Ook dit jaar was ik er weer bij. Disney on Ice van Féld Entertainment! Moos Froukje en ik reisden af naar de Brabanthallen om daar alle popcorn-vretende-gezinnetjes, gescheiden vaders met kind'ren en semi romantische stelletjes vóór Mickey's spectaculaire aanvang van de show op hun niet-lekker-zittende groene of rode klapstoeltje te krijgen. En let wel, in het goede vak, op de goede rij en op de juiste plaats. En blijven zitten lelijke Brábó!

Als je jonge benen het nog aankunnen de tribunes op en af te rennen, je het niet moeilijk vindt van 1 tot 25 in de lengte en 1 tot 33 in de breedte te tellen, je niet misselijk wordt twaalf uur lang in een zweem van suikerspinnen en popcorn te werken en je hartstikke dol bent op Disney muziek dan is dit best een leuk baantje. En niet moeilijk. Zo denken wij.

Andere 'ushers' scheppen graag op. Die rennen graag nog snel even voor de ijsbak langs. In de hoop dat 5500 mensen naar ze kijkt. En het allerstoerste; de portofoon. De portofoon is uiteraard een handig communcatiemiddel om in contact te blijven met je collega's op de andere tribunes. In noodgevalletjes. Maar over het algemeen wordt de portofoon gebruikt voor nonsens. 'Susan voor Danielle' -'...'-'Zeg het maar'-'...'-'Eh ik sta hier op L3 en er is een meneer en die heeft echt hele lange benen en nu wil hij graag op de hoek zitten'- 'Kun je dat nog een keer herhalen?'-'Ik sta hier op L3 en er is een meneer en die heeft echt hele lange benen en nu wil hij graag op de hoek zitten'-'Waar sta je?'-'L3'-'Susán?'-'Zeg het maar'-'Zoek het even lekker zelf uit'-'Oké búúdááánkt'-'Gráág gedáán'.

Moos en ik keken elkaar gapend aan bij het horen van dit soort gesprekken. En kwamen zo op het idee van enkele portofoongrappen. De eerste; twee onbekende namen roepen. 'Vincent voor Petra!'/''Nellie, dit is Hans, hoor je me?'. De tweede; 'knock knock...' in de portofoon zeggen. Wat leek het ons leuk als één van onze vijfentwintig collega's zou zeggen: 'Who's there?' En dat wij dan in koor zouden roepen: 'Mickey' ('Mickey who?') 'Mickey Mouse!' De derde; 'Minnie voor Goofy'-'Zeg het maar!'-'Heb je m'n oren gezien?' Maar helaas. Op een reactie van de andere ushers konden we niet rekenen. We hebben uiteraard wel om onszelf gelachen. En hard ook.