30.9.04

Ondankbaar

Nu kun je wel een vriendin hebben die je cd's netjes voor je ordent, maar ja ze moet wat als haar allerliefste keukenprinsesje Kaneel voor haar staat te koken. En als die schat dan even naar de keuken trippelt om terug te keren met een lekker vers bakkie koffie, ja waarom zou je haar muissie dan niet even onder handen nemen?



27.9.04

Zó, wat ben jij knap zeg

Donderdag ging ik uit eten met een groepje mensen dat ik pas ken en een van de meisjes zag me op het station en zei 'hoi Kaneel, wat ben je mooi'. Zaterdag sprak ik op het werk een Joodse vrouw. Ze had twee dochterjes en had het drukke Amsterdam verruild voor een dagje dierentuin. Toen ze vertrok zei ze 'ik ben blij dat ik je gesproken heb, ik voel me nu veel beter.' Complimentjes zijn fijn, ook van mensen die je niet kent.

De wereld zou veel leuker zijn als we wat complimenteuzer naar elkaar toe worden. Dat je een treincoupé binnenkomt, gaat zitten en tegen de jongen tegenover je zegt 'zó, wat ben jij knap zeg.' En tegen het meisje die op dezelfde metro als jou wacht 'wat heb jij ontzettend leuke laarzen aan.' Dat je gewoon eens aanbelt bij je buurjongen en zegt 'dat schilderij wat jij aan de muur hebt hangen vind ik echt super.' 'wat heb jij mooie krullen', 'wat lach jij leuk' 'waar heb je die tas gekocht', 'wat ruik jij lekker', 'wat een leuk kindje heb jij.' Zulke dingen kun je dan bijvoorbeeld zeggen.

Amen.


Alles onder controle

Ze stond een beetje te hannessen half zittend op haar fiets en het was ook nog eens heel donker in onze straat en toen vroeg ze 'wil jij mij misschien even helpen?' Ik liep naar haar toe en zag meteen wat er zojuist was gebeurd.

De trainingsbroek van het meisje was in haar roestige kettingkast terecht gekomen. 'Ai', zei ik, en ik knielde neer om de broek eruit te sjorren. Omdat zij de fiets niet af kon en ik bij wijze van spreke op straat lag om haar te helpen was het een hilarische situatie en plasten we bijna in onze broek van het lachen.

Na enig technisch denkwerk konden we de trapper een halve slag draaien zonder dat haar voet ernstig bekneld zou raken. Secuur ging ik te werk en sjorde ik het broekspijpje langzaam aan naar beneden. Er was opluchting en hevig gelach.

De buurjongen van een paar huizen verder stapte de bus uit, liep langs ons en vroeg 'of alles oké was'. We waardeerden zijn bezorgdheid en vertelden hem dat we alles onder controle hadden. Ondertussen waren we tien minuten verder. Lachend fietste ze weg en grinnikend bereikte ik m'n kamer.


24.9.04

Geur

Het douchewater in het Noorse hostel van Lillehammer rook naar vanille. In de buurt van de Van der Goesstraat ruikt het altijd naar Italiaanse diepvriesgroente. De geur van kruidenboter vermengd met de geur van enigzins nat karton. M'n trui zou een paar maanden geleden nog gewoon naar de Douglas hebben geroken. Maar nu ruikt hij naar de Franse zomeravonden begin augustus. De geur van geluk.


21.9.04

Tilly

Let me introduce you...Tilly. Ze is eind vijftig. Ze doet haar boodschappen bij Aldi. Elke dag neemt ze een slofje sigaretten mee. Belinda menthol. Haar stem klinkt rauw. Ze gaat vaak naar de kapper. Dan kleurt ze haar haar en laat ze haar nek opscheren. Ze heeft een winterjas met accenten in luipaardenprint. En een lila lakregenjas. In haar vensterbank staan primula's in plastic potjes. Ze heeft veel huisdieren. Een hond en twee katten. Haar man heeft een voliere. Die is gek op die vogels. Zij moet er niet veel van hebben. Tilly houdt van roken, televisie kijken en koffie. Ze drinkt 's ochtends soms wel zeven bakkies. Ze kletst graag met de buren, maar de buurtkinderen niet graag met haar. Ze heeft de leesmap maar leest alleen de roddelbladen. Dat is Tilly. Je ziet er elke dag wel een paar lopen.

20.9.04

Franse vrienden 3

Als ik kijk naar de foto's waar we lachend opstaan kriebelt het in m'n buik. Lachend voor de tent, lachend op de moules/frites avond, op het grasveldje, in de regen in de Efteling en rijdend op mijn grote Nederlandse zwarte fiets. Dan hoor ik zijn stem weer en weet ik weer dat ik niet gedroomd hebt. En dat we elkaar in oktober zien. Hij weet nu waar ik woon. Hij weet welke trein ik elke dag neem naar school, hij kent m'n kamer, het restaurantje waar ik werk, m'n lievelingskleuren en weet met welke shampoo ik m'n haar was.

Ik weet dat hij op zee zit, samen met de andere mariniers. Ik weet dat hij zijn kamer deelt met vier anderen en ik weet welke foto van ons er tussen z'n motorrijbewijs zit. Langzaam aan verandert het seizoen. M'n bruine handen worden wit en ik heb nieuwe laarzen. In de tijd dat andere mensen elkaar zien en weer uit elkaar gaan, elkaar weer zien en weer uit elkaar gaan, elkaar bellen en weer ophangen, elkaar smsen en nogmaals smsen moet ik hem missen. Elke dag wordt het moeilijker. Alsof ik met een hamertje tik steeds een stukje naar beneden wordt geslagen. Maar als ik m'n ogen sluit dan zie ik z'n lach weer voor me. Dan hoor ik z'n stem in m'n hoofd. Dan weet ik weer waarom ik het mezelf zo moeilijk maak. En dan droom ik over het moment dat we elkaar weer zien. Ik zal op hem afrennen als in een Fisherman Friends reclame en hij zal me rondzwieren tot ik duizelig ben.



Vergiet

Het is maar goed dat ik veel schrijf anders zou ik echt de helft van m'n leven al vergeten zijn. Soms loop ik naar boven om iets te halen en daar aangekomen weet ik al niet meer wat ik ging doen. Vandaag wilde ik een nieuw peertje kopen voor in m'n lamp. Met grote letters schreef ik 60W 230V op m'n hand. Ik kwam terug met een tas vol boodschappen en bedacht me pas uren later de eigenlijke reden dat ik de supermarkt bezocht. Twintig jaar en een geheugen als een vergiet. Hoe zal mijn oude dag er wel niet uitzien?

19.9.04

De kroeg

Wat ik haat aan naar de kroeg gaan is dat iedereen zo hopeloos op zoek is naar iemand van het andere geslacht. Ik wilde even lekker bijpraten met een vriendinnetje die ik een aantal maanden niet gezien had. We zaten in de Curtis, dronken wijn en bekeken elkaars foto's. Toen stonden zij daar opeens.

Drie jongens, op weg om echte mannen te worden, met een biertje in de hand en een tekort aan aandacht. 'Goedenavond dames.' De knapste opereerde op de voorgrond en z'n vrienden stonden er als schapen achter. Of hij even mee mocht kijken met de foto's. We zeiden nog nee. Speels keek hij mee over Esther haar schouder. Dat is het tweede aspect dat ik zo haat aan de kroeg. Men verstaat elkaar nooit. Of doet alsof men elkaar niet verstaat.

Hij stelde ons gehaaide vragen. Of Esther (modevakschool) hem kon uitleggen hoe een trend werd gezet. Of ik (redactie/productmanagement) hem kon uitleggen of er redacteuren werkten bij de Amsterdam Arena. Toen vertelde hij over zijn interesses. Paardrijden (hij hield vooral van buiten rijden, dat gevoel van echte vrijheid), theater (aan verschillende producties meegewerkt) en Italiaanse pakken (sja, het kost wat maar dan heb je ook wel iets heel moois). Daarna keek hij ons trots aan en vertelde nog wat over z'n eigen bedrijf. Accountant, interessant man. Vroeger was dat rekenwerk, maar tegenwoordig zóveel meer. (Maak me gek)

Ik had meteen eerlijk moeten zijn. 'Het spijt me, maar ik heb eigenlijk helemaal geen zin om met jou te praten. Ik vind paarden onvoorspelbare beesten en je baan lijkt me echt vreselijk saai. Je zit vijf dagen per week in je stoffige kantoor en omdat je tegen de dertig loopt gebruik je het weekend om meisjes van twintig te versieren. Dus flikker alsjeblieft zo snel mogelijk op naar Italie.

In plaats daarvan knikte ik wat en lachte ik wat mee. Toen ze eindelijk weg waren zuchtten Esther en ik omdat vrijgezelle mannen zo hopeloos zijn en genoten we van onze tijd samen tot de volgende eikels erbij kwamen zitten. 'Hééé meiden, is het hier gezellig?!'

En dat is het derde aspect wat ik haat aan de kroeg. Volwassen mensen die zoveel hebben gedronken dat ze de boel bij elkaar brallen als een baby.


16.9.04

Keuze

Ik zit de komende veertien dagen zonder OV. Hij is afgepakt door een trotse conducteur. Hij vond hem verminkt. Oké, hij was één keer meegewassen maar ik vond hem eigenlijk nog best mooi. Maar goed, hij zei dat we er niet uit zouden komen en wilde geen discussie. Dus hij schudde zijn kale hoofd, pakte hem af, gaf me hiervoor een zogenaamd bewijsje en liep verder. Beroofd voelde ik me. Ik had hem naar de girofoon kunnen laten bellen zodat hij kon horen dat ik geen buffertje heb voor dit soort geintjes maar toen was 'ie er al vandoor. Slim als ik ben bracht ik die middag een bezoek aan het postkantoor waar de aardige meneer achter de balie me het onaardige nieuws vertelde dat ik 37,61 moest betalen. Ik klapperde met m'n oren en pinde. Nu is het zo dat ik gisteren hele mooie laarzen zag en ik bedacht me hoe vreselijk het zou zijn als je niet gratis met het openbaar vervoer kunt reizen en ook nog eens koude voetjes hebt. Vandaar dat ik ze maar gekocht hebt. Helaas heb ik geen geld om morgen naar school te gaan. Gelukkig kan ik nu tenminste met warme voeten een beetje rondtoeren op de fiets.

13.9.04

See ya

Het traject Utrecht-Amsterdam is echt een ramp 's morgens vroeg. Zo druk. Meestal laat ik me maar meteen zakken op zo'n opklapkrukkie in het halletje van de trein. Ach, je bent jong en vitaal. Vanochtend trof ik het echt. We waren met zesjes. Ik, een Amerikaanse backpacker, een Turkse vrouw met haar dochter en een jong stel uit Engeland. We zaten daar, we zeiden allemaal niets en soms lachten we naar elkaar.

De backpacker ging eruit op Duivendrecht. 'Have a good day guys', zei hij. Het Turkse meisje moest er ook uit. Ze kuste haar moeder gedag en zei 'De volgende is Amstel'. Toen zei ze 'doei' tegen ons allemaal. Op Amstel volgde ik de vrouw. 'Tot ziens', zei ze tegen mij en het Engelse stel. 'Tot ziens' zei ik tegen haar. 'Bye' zei ik tegen het Engelse stel. 'See ya' zeiden ze in koor.



12.9.04

Lopen

Soms moet je de straat even op. Zonder dat je belt, zonder dat je haast hebt om een trein te halen. Zonder tas. Zonder telefoon. Zonder horloge. Soms moet je even een rondje lopen door de buurt waar je woont en je pony voor je ogen laten waaien.

Ik liep langs de luikjeswoningen en zag een kat op een stoepje zitten. Ik liep langs een ladder en een schilder zei 'hallo meisje' en ik zei 'hallo schilder'. Ik liep langs een grasveldje waar een klein meisje een klein hondje uitliet en haar moeder zei 'let op dat je zelf niet in de poep gaat staan' en het meisje keek naar mij met rollende ogen want natuurlijk gaat ze niet in de poep staan van haar eigen hond. Ik liep langs een meisje met een paraplu in haar hand en ze lachte naar me want in plaats van regen was er volop zonneschijn. Ik liep langs een jongen die zat te lezen in zijn vensterbank en we zeiden niets want hij las en ik liep.

Soms moet je even lopen, een stukje lopen op je teenslippers, een rondje om je huis, zo groot als je zelf wilt.


11.9.04

Contact

Hij was groot en wat papperig, droeg een zwart pak, een zwarte bril en zei 'pronto, pronto, kunnen we zometeen beginnen'? Ik dacht al dat hij een bekende regisseur was en ik had gelijk. Martin Koolhoven heet hij. Op het terras van de dierentuin werden vanmiddag foto's gemaakt voor een kinderspeelfilm die in de herfst in de bioscoop zal gaan draaien.

Ik stond achter de bar en de opnameleider en zijn assistente bestelde aardbeiengebakjes bij me en chocolademelk met veel slagroom, omdat de set 'snoeperig' uit moest zien. Ik leefde me uit met de slagroom en het meisje zei 'jij kunt wel setdresser worden'.

Ik bracht de drankjes naar buiten en bleef even staan kijken. Zo raakten we aan de praat. Ze had filmacademie gedaan en assisteerde bij de opnames van de film 'Knetter'. 'Die man in dat rode shirt speelt ook in Rozengeur en Wodka Lime', fluisterde ze, 'ken je die'? De foto's werden genomen en de opnameleider hoorde zijn assistente met me babbelen. Hij keek naar ons en ik lachte naar hem. Voor ik het wist schreef ik m'n telefoonnummer op een bierviltje terwijl ik hem vertelde over m'n opleiding en m'n aankomende stageperiode. 'Als het goed is draaien we in februari een andere film' zei hij, 'ik ga je zeker bellen Kaneel'. En zo maakte ik vandaag mijn eerste contact in de wereld van de speelfilm.

Einde.

8.9.04

Restaurant de Boerderij

De keuken ruikt naar pannenkoeken, de spoelmachine maakt lawaai, de radio staat aan, de sloven liggen op de derde plank in de rechterkast, de kok maakt grapjes, het bestek wordt in boerenbonten servetten gerold; op het werk is altijd alles hetzelfde. Een rustpunt in de week zou ik haast bijna zeggen.

Vandaag was m'n eerste werkdag sinds ik terug ben uit Frankrijk dus sommige dingen waren wel wat anders. Tomatensoep wordt tegenwoordig aangeslagen als 'soep A' en uiensoep als 'soep B' en de rietjes zijn niet langer wit-groen gestreept maar dragen het merk Fristi. Op tafel tien kan men lekker een tijdschriftje uitzoeken en voor buiten hebben we nieuwe asbakjes die gedeeltelijk gesloten zijn zodat de as bij windkracht tien niet in je soep waait. Maar het zal nooit naar verf ruiken als je de keuken inloopt en dat is gewoon prettig om te weten.

Franse vrienden 2

Een van de Franse jongens gaf me een kus toen we uit de witte Renault stapten. Een paar dagen eerder hadden we elkaar verkering gekust. Op een warme zomeravond, vlak voor het bord 'roulez au pas'. Daarna dronken we rosé om te vieren dat we elkaar gevonden hadden. Ik zag een ster vallen en wenste dat alle meisjes op de wereld zou gelukkig zouden zijn als ik.

Die ochtend waar we niet over na wilden denken kwam. Hoeveel sterretjes ik ook gewenst had dat we geen afscheid van elkaar hoefden te nemen. Hij bestelde thee voor mij in de bar en warme chocolademelk voor zichzelf en we aten vers brood met abrikozenjam. Op z'n frans, zonder bord. Hij sopte z'n brood in de chocomel, ik lachte en hij gaf me een knipoog. Na het ontbijtje klom ik op schoot en hij herinnerde me aan al onze afspraken. Huilen mocht, maar was niet noodzakelijk, want hij zou terug komen. Dit was pas het begin. Toch proefde de kus die ik hem gaf zout van mijn tranen. Ik begroef mijn hoofd in zijn trui. Dit was pas het begin.

Dertien dagen en zestig smsjes later stapte hij uit de Thalys. Het regende en Amsterdam zag grijs. Het kon ons niets schelen, want het begin kon nu verder gaan. Ik lachte en stond op het puntje van m'n tenen om hem te knuffelen. We gingen naar Utrecht waar ik Bienvenue op het whiteboard in de keuken had geschreven. We kletsten en knuffelden en het weer pastte zich aan ons aan. De zon kwam tevoorschijn. Ik kookte en we aten in de tuin. 's Avonds gingen we naar het strand en toen we terug kwamen verbouwden we m'n kamer zodat er een kingsize bed op de vloer pastte. De volgende ochtend bakte ik broodjes af en maakte ik warme chocomel.

Zes dagen later gaven we elkaar een hele zoute kus. Maar hij komt terug. Dit is pas het begin.

7.9.04

Keukenprinses

Lelie is mijn zus en ik fiets in tien minuutjes naar haar toe. Alle lekkere en bijzondere recepten die ik heb gemaakt sinds ik op kamers woon zijn Lelie's creaties. Ik zou wel een kookboekje uit kunnen geven aangezien ik alles opkrabbel wat ze maakt. Dan geef ik haar uiteraard ook een deel van de winst want verkopen zal het.

Vanavond had ze een ovenschotel gemaakt met kip, ragout, kerrie, broccoli en jawel, kersen in bladerdeeg. Probeer het allemaal maar eens, iedereen zou het eens geproefd moeten hebben. Toe aten we Turkse yoghurt met walnoten, honing en Kaneel. Kijk dat is natuurlijk ook niet mis.



6.9.04

Stel-je-voor-datje...

De frituurpan stond buiten. Haalde hem naar binnen. Stapte door de tuindeur de keuken in en zag op de helft van het electriciteitssnoer een verdikking. Een slijmerige, zwarte, glibberige verdikking. Dus ik gilde. Het was een naaktslak. Kwam weer op adem en dacht na. Stel je nu voor dat de pan per ongeluk nog open stond? Dan zou ik een volgende keer in plaats van een gefrituurd bitterballetje iets heel anders naar boven hebben gevist.



5.9.04

Franse vrienden

Het binnenplaatsje was warm en stoffig en een grote hond blafte naar ons toen we uit de witte Renault stapten maar de jongen van het paintballcentrum zei dat hij z'n bek moest houden en dat deed ie. Hij was Frans en bruin en relaxed en hij dronk bier met een stel anderen en legde ons de spelregels uit. Het was m'n vrije zaterdag en ik speelde met vier Franse vrienden paintball. We speelden in een vervallen huis, waar matrassen op de grond lagen en waar je door de ramen kon springen. Ik droeg een legergroene overall en een helm en zo voorzichtig mogelijk bewoog ik me door de ruimte en rende ik voor m'n leven. Ik was bang maar we maakten zoveel plezier en toen we klaar waren rukten we de pakken van ons lijf en dronken we omstebeurt uit de vijfliterfles water en bekeken elkaars schotwonden. Toen sloften we terug naar het binnenplaatsje en we voegden ons bij de jongens die er zaten, de zongebruine jongen die ons de regels uitlegde gaf ons een biertje en op onze blote voeten proostten we op de zomer. Het rook naar zand, zon en sigarettenrook en de honden lagen gewoon te slapen. We kletsten in het Frans en lachten en even leek het alsof er niets anders bestond dan wij op het binnenplaatsje. In de snikhete zon.


4.9.04

Koeren

Ingmar praat met duiven. We zaten buiten. De barbeque was aan. Op de punt van het dak zat een dikke duif te koeren. M'n broertje antwoordde door de klanken van de vogel precies na te bootsen. De duif spitste zijn oortjes en reageerde na een kleine pauze onmiddellijk. Ingmar dacht na en floot weer terug op z'n vuisten. Middenin zijn fluitregel zei m'n moeder 'houd eens op. ' M'n broertje floot nog even door en zei toen geergerd 'ik kan toch niet zomaar stoppen, laat me m'n zin even afmaken'.

3.9.04

Verwarring

Soms heb ik er heel veel moeite mee om mensen te verstaan. Mensen met vreemde accenten zorgen al vaak voor een flinke portie ruis in de communicatie, laat staan ouderen. Gisteren ging ik met Flo, Bas en Moos mee naar hun oma. Zij is eigenlijk nog aardig bij de tijd maar bevindt zich tussen de wat minder frisse bejaarden van de samenleving.

We zaten op bijschuifkrukjes in de gemeenschappelijke zitruimte van het verzorgingstehuis. Je zou het praatruimte kunnen noemen, maar ik geloof dat wij de enige waren die dat deden. De anderen zaten om een grote ronde tafel. Eén mevrouwtje nipte aan haar koffie en een paar meneertjes hielden het helaas niet langer vol en dommelden in.

Op een goed moment stonden we op om er weer vandoor te gaan en toen sprak ze me aan. Een oud mevrouwtje met wit haar. Ze draaide zich om in haar stoel en stak haar hand uit. Voorzichtig lachte ik wat. Ik begreep niet dat ze iets tegen me zei dus ze herhaalde het, ditmaal iets luider. Ik verstond er niets van. Ik concentreerde me en na vier keer verstond ik dat ze het woord 'huis' uitsprak. 'Inderdaad, wij gaan weer naar huis', zei ik maar ze brabbelde nogmaals dezelfde vraag. 'Wij gaan weer naar huis', herhaalde ik, zoals ik het de verzorgsters vaak genoeg heb horen zeggen. Dui-de-lijk, hard en lang-zaam.

Het gesprek begon nu lekker op gang te komen en ze zei nog iets. Concentratie. Ik pikte het woord 'trouwen' op en begreep uiteindelijk dat ze dacht dat ik vast wel getrouwd was. Als ik dit nu gewoon beaamd had dan was er niets aan de hand geweest. Dan hadden we gewoon een kort gesprekje gehad, van vrouw tot vrouw en dan had ik er vandoor kunnen gaan. Jammergenoeg bekende ik eerlijk dat ik niet was getrouwd en toen hadden we de poppen aan het dansen. 'Jawel, jij bent wel getrouwd' zei ze, en bromde bovendien dat ik al thuis was. Ik schudde nog nee maar ze was al heilig overtuigd. Ze knikte zelfverzekerd. Ondertussen probeerde ik haar nog te vertellen dat ZIJ thuis was maar IK nog niet, en dat IK nog niet getrouwd was, maar ze luisterde al niet meer echt naar wat ik te zeggen had.

Licht verward verliet ik het verzorgingstehuis.




Hobby

In de trein van Den Haag naar Utrecht stond me er toch opeens een mevrouw in het middenpad. Ze gedroeg zich als een conductrice. Ze droeg een donkerblauwe blouse met bijpassend gilet en vroeg om onze vervoersbewijzen. Dus ik liet haar m'n OV even zien maar toch voelde het anders dan anders. Ik zei 'tis vast gewoon haar hobby', en Moos zei 'de mensen met een kaartje hebben er nu vast een nietje inzitten.

2.9.04

Onderbroekenlol

M'n OV is meegewassen. Nee, natuurlijk niet expres. Nu moet ik zeggen dat conducteuren toch wel met de dag grappiger worden. Al driemaal is mij gevraagd of ik over m'n vervoersbewijs heen heb geplast.

'Nou wat denk je zelf meneer van de NS? Nog een fijne dag in de trein toegewenst met bergen vol onderbroekenlol.'

Modellenschool

Elke dag twijfel ik of ik wel de goede verdieping oploop voor de studie Media en Informatie Management. Ietwat verrast, steeds weer, kijk ik om me heen en vrees ik dat ik per ongeluk op de Amsterdamse modellenschool ben belandt. Het tapijt naar de A-zijde is de catwalk, op de B-zijde vind je kleedkamers en grime.

Als ik van huis weg ga denk ik vaak nog 'je ziet er guitig uit Kaneel, met je zonnige haren, die leuke bloementas en dat lieve t-shirtje van Hennes.' Dat beeld valt helaas vrij snel in duigen. De poppetjes op mijn opleiding zijn tiptop. Het zijn modellen in spé. Een hip t-shirtje is hier niet genoeg. Het gaat om het totaalplaatje. Een sexy rokje, maffe sneeuwlaarsjes, een opvallend truitje, een dolle riem, een gekke tas en een maffe baret schetst het algemene beeld. Haren, make-up en oorbellen uiteraard volledig bijpassend. Tientallen van zulke meisjes draaien om me heen en met behulp van ezelsbruggetjes probeer ik ze uit elkaar te houden.

Andersom is het juist wel weer makkelijk. Zit je bij Kaneel in de groep, heb je haar zo gevonden. Dat meisje met dat slordige haar en die roze tas. Ze zit op de tweede even te loggen.