Sprookjesachtig
Moos en ik stonden vanavond in de rij bij Albert Heyn. Hij en zijn vriend in de rij naast ons. Hij ging vast richting uitgang, nog even sigaretten halen. Hij. Lang, groot, (zeer nonchi) blond haar, zo'n (stoere) jas met een capuchon afgezet met een plouzy rand en een lekker zonnebank kleurtje. In de drukte stootte hij tegen me aan (de heup) waarop ik mijn 'ow-geen-probleem-lach' lachte en verloor hem toen uit het oog wegens het betalen van m'n avondeten. Met de boodschappen in de tas staken Moos en ik de straat over om mijn foto's op te halen bij Kruidvat. In die winkel verbleven we ongeveer tien minuten.
Bij het verlaten van het pand, je raadt het al, kwam Hij net aanlopen zodat we ons op enkele meters afstand van de boys bevonden. Moos merkte op dat 'dit' geen toeval kon zijn en ook ik dacht vrijwel onmiddellijk aan Het Lot. Nu, het kan nog gekker want de jongens sloegen geheel onverwacht Mijn straatje in. Ultra relaxed liepen wij door tot nummer acht en zagen de mannen ergens links af staan. En jawel, hij keek nog even naar me. Hij denkt vast de hele avond al aan me. Het is dat ik geen hond heb die uitgelaten moet worden. Hij baalt natuurlijk als een stekker dat ik me niet meer vertoond heb. Logisch, logisch... Maar geloof me, we zien elkaar vast snel weer en dan worden we vreselijk verliefd.
(En ze leefden nog lang en gelukkig)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten