28.4.04

Samen

Het hoort bij Nederlandse zomers. De hele dag is het stralend weer en zo rond etenstijd betrekt de lucht van blauw naar grijs naar donkergrijs. Er steekt een heftige wind op en het begint te regenen. Sneller dan verwacht worden we getroffen door donder en bliksem. Vanavond gebeurde dit toen ik net de Albert Heyn wilde verlaten, met wat boodschappen in de armen. Voor de deur stonden een stuk of tien man te wachten tot de heftigste regen ophield. Ik sloot me bij hen aan. Niemand zei wat. Enkele bikkels, de meeste in regenpak en gewapend met waterdichte boodschappentassen, liepen langs ons heen en waagden zich de straat op. Wij niet. We stonden daar en wachtten. De gelukkige straatnieuws verkoper tussen ons in, die nog nooit zoveel gezelschap gehad had. Een jongen scheurde een zak Hamka's open. Hij bood ons nog net geen chips aan. Na een minuut of vijf durfde ik het aan. Ik zette de kraag van m'n jasje op en beende naar buiten. De anderen keken me bemoedigend aan.

Geen opmerkingen: