23.2.05

Het hondenspel

Ik loop stage. Maar ik hoef weinig te lopen. Ik zit vooral. Achter mijn laptop. Soms op kantoor. En soms thuis. Vandaag zit ik thuis, daar waar mijn ouders wonen. Op mijn oude kamertje. Ik zit en typ en kijk vooral veel naar buiten. Deze kamer heeft een groot raam wat al vrij laag begint. Zodat je, wanneer je laptop met zijn klepje richting het raam wijst, de hele dag naar buiten kan kijken. Wat ik dus ook de hele dag doe. Ik zie moeders met buggy's en kinderen met schooltassen. Ik zie een rits kinderen met gymtassen en een meester die de groep in het gareel houdt. Ik zie een lelijk mannetje met een kar vol bierkratten en ik zie jongetjes die stiekem een peukje roken in de bosjes achter de gymzaal. Ik zie mensen met zware boodschappentassen en ik zie kinderen op stepjes. Maar ik zie vooral mensen met honden. Actieve mensen die stokken gooien naar hun honden. Oude mensen met kort aangelijnde trage schoothondjes. Trotse mensen met de handen op de rug en de hondenriem speels om hun eigen nek. Stoere mannen met grote herders. Steppende kinderen met drukke honden. Bekakte vrouwtjes met opgepoetste honden. Families met honden. En losse honden. Losse honden vind ikzelf het interessantst. Ik voorspel wat voor baasje er bij de hond hoort. Pas als ik mijn keuze heb gemaakt kijk ik weer op. Ik kijk naar links, naar rechts en nogmaals naar links en kijk of ik gelijk heb gehad. Groot is mijn triomf als ik gelijk heb of goed in de buurt zit. Vervolgens wacht ik op de volgende hond.

Geen opmerkingen: