22.2.05

Kaneel en de ramp met de reep

Het was 16:45. Mijn trein zou vertrekken om 16:53. Ik was op tijd, maar smachtte naar chocolade. Gelukkig zat er een euro in m'n jaszak. Ik sloot me aan in de rij voor de snoepautomaat naast de Kiosk. Vrij snel was ik aan de beurt. De munt schoof de automaat in en ik maakte mijn keuze. Een Kinder Bueno. Schichtig keek ik op de stationsklok. Nog vier minuten. Mijn hand bewoog zich automatisch naar de klep onderaan het apparaat om die heerlijk luchtige chocoladerepen te pakken. Maar helaas. De Kinder Bueno was blijven hangen. Fedomme. Voorzichtig gaf ik de automaat een klapje. Er gebeurde niets. Ik raakte in paniek. Ik sloeg op het glas en probeerde de snoepautomaat aan het wankelen te brengen. De Kinder Bueno bleef hangen waar hij hing. Ik spoedde me naar het meisje van de Kiosk en vertelde nerveus mijn verhaal. 'Daar kan ik niets aan doen mevrouw', zei ze. 'Die apparaten zijn niet van ons.'

Ik haastte me terug naar de automaat. Er kwam een man naast me staan. Een saaie man van een jaar of veertig met een koffertje, een degelijke rode jas, een bril en een matte stem. Wat ik daar deed. De held dacht iets te kunnen doen aan de jeugdcriminaliteit. Ik overtuigde hem ervan dat ik echt niets kapot aan het rammen was, maar mijn betaalde chocolade wilde hebben. 'Dan kan ik je niet helpen', zei hij. 'Scheer je dan weg!', dacht ik, en dat deed hij. Net toen ik bedacht dat behulpzame mannen er nooit zijn wanneer je ze nodig hebt, stond hij naast me. Een olijke opa van een jaar of tachtig. Hij grijnsde en gaf toen met zijn hele lichaam de automaat een stoot. Mijn gespannen gezicht veranderde in een tevreden blik. De Kinder Bueno viel naar beneden zoals dat hoort. Ik lachte, pakte mijn reep aan en bedankte hem. Toen rende ik de roltrap af, plofte neer in de trein en at intens gelukkig mijn lekkernij op. Medereizigers keken me verlekkerd en jaloers aan.

Geen opmerkingen: