28.10.05

Stank voor dank

Gisteren eind van de middag raasde ik per intercity tussen Duivendrecht en Diemen Zuid toen er plotseling een zwart/geel gevlekt lieveheersbeestje neerdaalde op mijn linkerwijsvinger. Er schoten twee oplossingen door mijn hoofd. 1) Het diertje meenemen naar Amersfoort met een risico van 99% dat hij mijn hand bevuilt met lieveheerstbeestjesplas 2) De schat eruit zetten met het risico dat hij op het spoor valt en wordt overreden of zo slim is weg te vliegen maar alsnog met een rotklap tegen een trein aanbotst en overlijdt. Ik koos toch voor de laatste oplossing. Op hoop van zegen dat hem niets zou overkomen. Ik draaide het raampje open, hij fladderde weg, ik draaide het raampje dicht en nog voordat ik weer verder las in mijn boek rook ik de penetrante, chemische lucht al. Het loeder had op mijn hand gepist.

Geen opmerkingen: