21.12.06

Kaapstad meets Winnie

Afgelopen dinsdag was het weer 'eens' raak. Wegens een aanrijding bij Naarden-Bussum was er geen treinverkeer mogelijk in de richting Weesp, Hilversum en Amersfoort. Ik besloot van het aggenebbishe Diemen Zuid af te reizen naar het grote Duivendrecht, waarin ik een nog grotere paniek aankwam. Er stonden lange rijen bij het NS-informatiepunt ('Klopt mevrouw, wegens een aanrijding bij Naarden-Bussum', 'Nee meneer, we weten nog niet hoe lang dit gaat duren', 'U kunt wel over Utrecht reizen', 'Blablabla'). Ik begrijp nooit zo goed waarom mensen de moeite nemen in zo'n rij te gaan staan; wat weten die twee poppetjes in NS-kostuum nou meer dan die mevrouw van de omroepberichten? Wat ik wel goed begreep was waarom de rij bij de Smullers zo lang was, ik sloot daarom ook vrij snel aan. Toen ik in aan de beurt was schraapte ik de laatste één euro vijfenvijftig uit mijn portomonnee. De mayo kreeg ik gratis van de aardige friet-mevrouw. Daarna kwam er vooral geduld bij kijken. De treinen naar Utrecht reden namelijk ook niet, en de ene trein die voorbij kwam zat al zo vol dat er geen mensen meer bij konden.

Na meer dan een uur kon ik mijn reis vervolgen. In de stoptrein naar huis legde ik mijn hoofd stilletjes tegen het raam en probeerde wat te soezen. Bij station Baarn kwam ik erachter dat zo'n 'onbekende vertraging' ook mooie vriendschappen op kan leveren. De twee vrouwen schuin tegenover mij waren inmiddels in een intiem gesprek verwikkeld geraakt. Toen de mevrouw met de lange wollen jas de trein verliet riep de vrouw met de lichtroze bontjas en de Winnie The Pooh tas haar nog na 'veel plezier in Kaapstad!'. De wollen jas bedankte en liep zwaaiend de coupé uit. Plots trok de Winnie The Pooh tas een sprintje en riep enkele seconden voor het fluitje 'mevrouw uw dáááás!'. De wollen jas draaide zich om en kon hem nog net op tijd aanpakken. Toen sloten de deuren.

15.12.06

Kaneel en de drie fases van het ziektebed

Afgelopen week was ik ziek. Het begon zondagmiddag al, op de verjaardag van mijn broertje. Maandagochtend was het echt mis. Mijn lymfeklieren waren zonadig opgezwollen dat mijn gezicht geen vorm meer had, m'n keel deed zeer en ik kon me geen ander scenario voorstellen dan de hele dag diep onder de wol te blijven liggen. Inmiddels is het vrijdag en besef ik dat mijn ziektebed meestal uit drie fases bestaat.

Het begint met de 'nee-niet-nu-fase'. Je bent ziek, je voelt het aan je hele lichaam. Maar je denkt: 'maar ik moet vandaag mijn scriptievoorstel voorleggen aan mijn eindredacteur' en je denkt: 'we zouden vandaag vergaderen over de opnames in Zeeland' en je denkt 'vandaag kan ik niet ziek zijn' en je denkt 'ik heb geen keuze'. Je legt je er bij neer, je blijft thuis, maar blijft de hele dag bezig met de zaken die je gedaan had als je niet ziek zou zijn geweest.

Daarna beland je in de 'so-be-it-fase'. Je accepteert je griepje, keel - of oorontsteking en geeft toe aan het eenzame liggen op bed of de bank, drinkt liters thee en af en toe wat beschuit of kermisbiscuit. Je kijkt seizoen van Evelien op DVD en nog wat andere films die je nog niet of wel had gezien. Je neemt nog eens een roze ibu, kauwt nog eens op een Fisherman Friend, checkt je telefoon nog eens is, snuift nog eens wat neusspray op en doet nog eens slaapje. En zo gaat dat enkele dagen door.

Bij mij duurde fase twee tot vanmiddag. Ik werd wakker van de deurbel. Het was Ok. Ze was naar de kapper geweest en had de cd van Tristan Prettyman voor mij gekocht. Ik liet haar binnen en we dronken thee en aten broodjes uit de oven. Toen ze weer ging besloot ik 'en nu is het genoeg'. Fase drie zou ik dan ook graag willen omschrijven als the 'life-goes-on-fase'. Mijn oren deden nog wel pijn, mijn hoofd zat nog vol snot en ik voelde me nog een beetje slap, maar ik had geen koorts meer en zin om me aan te kleden en mijn bleke winterse hoofdje (Moos noemde het gisteravond 'net Noors', de schat) wat op te leuken met de poederkwast.

Met de vrolijke stem van Tristan in de huiskamer heb ik het dekbed naar boven gebracht, ben ik gaan douchen en heb ik me aangekleed en opgemaakt. Natuurlijk leek het alsof ik vijf kilo was afgevallen en zat mijn spijkerbroek nog heerlijker dan ooit tevoren. En wat leken mijn wimpers lang en wat had ik zin om me dik in te pakken en naar buiten te gaan en de winterse lucht op te snuiven! Beste lezers, ik ben (bijna!) beter.

14.12.06

The Notebook

Nadat ik hem een keer had gehuurd van de videotheek twijfelde ik geen seconde. Dit was zo'n film die ik op dvd moest hebben. Het duurde niet lang voordat ik hem had gekocht en binnen enkele maanden meer dan vijf keer had gekeken. De meeste keren samen met Moos, een grote box tissues tussen ons in op de bank. Op mijn stage leende ik hem aan collega F. Van haar leende ik Big Fish die ook de nodige tranen over mijn wangen liet stromen. Van colllega F. ging mijn film naar collega J. Daarna namen de chicks van de webredactie hem mee naar huis, en zelfs de jongens van productie konden er niet meer omheen. Als laatste leende mijn eindredacteur hem, die ook had genoten van het verhaal.

Het liefdesverhaal van Noah en Allie. De jongen die de zomer doorbrengt in de houtzagerij van het dorp en op slag verliefd wordt op het rijke knappe meisje uit de stad. Hij arm, zij rijk, heerlijk. Natuurlijk wordt zij ook dol op hem, want hij leert haar relaxen, dansen op straat en beloofd haar dat hij later een wit huis voor haar bouwt met blauwe luiken. Maar natuurlijk werkt haar familie dit tegen en even dreigt het allemaal mis te gaan. Zij verlaat na de zomer het dorp en moeder houdt de 365 brieven die hij aan haar schrijft achter. Als ze dan ook nog verliefd wordt op Lon, een rijke, knappe welgestelde knul die haar familie wel ziet zitten denk je dat het einde zoek is. Gelukkig bewijst deze film het tegendeel. Houd zakdoeken gereed en laat uw emoties de vrije loop...

12.12.06


Primeurtje

De vader van een vriend van M. is landgoedbeheerder. Hij woont en werkt op een groot landgoed van een graaf. Vrijdagavond zat ik tot laat op kantoor. Gelukkig haalde M. me op van het station. En daar gingen we. Op naar het landgoed. We reden door de bossen, langs paardenstallen, grote schuren en lege vlaktes en parkeerden de auto. De landgoedbeheerder en een vriend van hem zaten in een grote houten schuur met vloerverwarming koffie te drinken. En spritsen te eten. Ze hadden even een pauze, want ze waren druk bezig met het vervaardigen van houten uiltjes. Verstekgezaagde boomstammetjes met vleugels en oogjes. Deze uiltjes zouden ze de volgende dag verkopen op de kerstmarkt. We bewonderden de uiltjes, ook al waren we daarvoor niet gekomen. In de stromende regen liepen we een groot grasveld op. De landgoedbeheerder scheen met een grote zaklamp om zijn mooiste exemplaren aan ons te laten zien. We waren de eerste kopers, dus hadden nog keuze uit meer dan 400 stuks. Hoewel het donker was waren we er vrij snel uit. We kozen een prachtige spar uit die maar net in de auto paste. En nu staat hij te twinkelen in de woonkamer. Onze eerste kerstboom.