15.12.06

Kaneel en de drie fases van het ziektebed

Afgelopen week was ik ziek. Het begon zondagmiddag al, op de verjaardag van mijn broertje. Maandagochtend was het echt mis. Mijn lymfeklieren waren zonadig opgezwollen dat mijn gezicht geen vorm meer had, m'n keel deed zeer en ik kon me geen ander scenario voorstellen dan de hele dag diep onder de wol te blijven liggen. Inmiddels is het vrijdag en besef ik dat mijn ziektebed meestal uit drie fases bestaat.

Het begint met de 'nee-niet-nu-fase'. Je bent ziek, je voelt het aan je hele lichaam. Maar je denkt: 'maar ik moet vandaag mijn scriptievoorstel voorleggen aan mijn eindredacteur' en je denkt: 'we zouden vandaag vergaderen over de opnames in Zeeland' en je denkt 'vandaag kan ik niet ziek zijn' en je denkt 'ik heb geen keuze'. Je legt je er bij neer, je blijft thuis, maar blijft de hele dag bezig met de zaken die je gedaan had als je niet ziek zou zijn geweest.

Daarna beland je in de 'so-be-it-fase'. Je accepteert je griepje, keel - of oorontsteking en geeft toe aan het eenzame liggen op bed of de bank, drinkt liters thee en af en toe wat beschuit of kermisbiscuit. Je kijkt seizoen van Evelien op DVD en nog wat andere films die je nog niet of wel had gezien. Je neemt nog eens een roze ibu, kauwt nog eens op een Fisherman Friend, checkt je telefoon nog eens is, snuift nog eens wat neusspray op en doet nog eens slaapje. En zo gaat dat enkele dagen door.

Bij mij duurde fase twee tot vanmiddag. Ik werd wakker van de deurbel. Het was Ok. Ze was naar de kapper geweest en had de cd van Tristan Prettyman voor mij gekocht. Ik liet haar binnen en we dronken thee en aten broodjes uit de oven. Toen ze weer ging besloot ik 'en nu is het genoeg'. Fase drie zou ik dan ook graag willen omschrijven als the 'life-goes-on-fase'. Mijn oren deden nog wel pijn, mijn hoofd zat nog vol snot en ik voelde me nog een beetje slap, maar ik had geen koorts meer en zin om me aan te kleden en mijn bleke winterse hoofdje (Moos noemde het gisteravond 'net Noors', de schat) wat op te leuken met de poederkwast.

Met de vrolijke stem van Tristan in de huiskamer heb ik het dekbed naar boven gebracht, ben ik gaan douchen en heb ik me aangekleed en opgemaakt. Natuurlijk leek het alsof ik vijf kilo was afgevallen en zat mijn spijkerbroek nog heerlijker dan ooit tevoren. En wat leken mijn wimpers lang en wat had ik zin om me dik in te pakken en naar buiten te gaan en de winterse lucht op te snuiven! Beste lezers, ik ben (bijna!) beter.

Geen opmerkingen: