Vallen in de trein
In de intercity van half negen naar Amsterdam Centraal dommelen veel mensen weg. Vaak zelfs al voordat de trein vertrokken is. Men gaat zitten, nestelt zich, sluit de ogen en is weg. Ik ben er geen ster in, soezen in het openbaar vervoer. Ik vind het wel fascinerend om te zien dat mensen zich totaal ontspannen, enorm beginnen te snurken of heel erg lelijk worden. Daar geniet of gruwel ik van, afhankelijk hoe aantrekkelijk de in slaap vallende persoon is.
Vorige week maandag overkwam het mijzelf. Ik had een korte nacht achter de rug en was moe. Ik verkoos een tweezitje, trok mijn winterjas uit en kroop half in mijn sjaal en half in mijn dampende cappuccino. Toen die op was gooide ik het bekertje speels in het te kleine stalen prullenbakje en vertrokken we richting Amsterdam. Naast mij kwam een rossige knul zitten van een jaar of vijfentwintig. Ik was te moe om hem vriendelijk gedag te knikken en droomde weg op de muziek van mijn i-pod. Enkele minuten later gebeurde het. Ik zakte weg in een diepe slaap en voordat ik het wist schrok ik plots wakker, viel half van de oranje skailederen bank en gaf mijn buurjongen met mijn platte hand een klap tegen zijn borst.
Medereizigers keken verschrikt op. Gauw ging ik rechtop zitten, zette mijn i-pod op pauze en bood mijn verontschuldiginngen aan. 'Sorry' mompelde ik, 'ik val normaal nooit in slaap in de trein maar ik ben nu heel erg moe en ik dacht misschien echt even dat ik echt in bed lag en...'. De jongen onderbrak me en zei 'je viel even'. 'Ja', zei ik. 'Ik viel even'. Zijn rossige hoofd lachte vriendelijk naar me en ik lachte wat bedeesd terug. Zo gaat dat dus, als je in weg doezelt in de trein. Respect, begrip en solidariteit tot je erbij neervalt.
11.11.07
23.7.07
Klein kontje
Collega V. zette mij vanavond af op Utrecht CS. Ik nam de Jaarbeurs ingang en baande mij een weg door de mensen die door Hoog Catherijne sjokten. Ik passeerde de winkels en de accordonspeler en lachte vriendelijk naar hem. Op weg naar de kaartjesautomaat liepen er twee 'zakenmannen' (lekker breed- niet die mannen, maar die zaken; het kan van alles zijn) naast mij. 'Van de voorkant dacht ik wauw' zei de ene, 'maar toen ik die achterkant zag...' Even dacht ik dat ze het over mij hadden. 'Welke broek heb ik aan' dacht ik vlug, terwijl ik stoicijns doorliep. 'Zo'n klein kontje...' zei de ander. 'Heel klein ja' zei de ander. Heel klein?! Dat laatste vond ik dan wel weer positief, maar zo en public besproken worden (door twee nerds in pak) dat kan toch niet. Ik besloot me om te draaien en de mannen doordringend en vol afgunst aan te kijken. Op het moment dat ik dat deed zag ik de heren door de glazen ruit naar buiten wijzen. 'Dat is al een stuk beter...' zei de een. 'Voor een type in die klasse dan' viel zijn collega hem bij. Het moest toch niet gekker worden. Ik bekeek de saaie grijze mannen zorgvuldig en keek vervolgens naar buiten. Daar waren echter geen babes te bekennen. Ze hadden het over auto's.
Collega V. zette mij vanavond af op Utrecht CS. Ik nam de Jaarbeurs ingang en baande mij een weg door de mensen die door Hoog Catherijne sjokten. Ik passeerde de winkels en de accordonspeler en lachte vriendelijk naar hem. Op weg naar de kaartjesautomaat liepen er twee 'zakenmannen' (lekker breed- niet die mannen, maar die zaken; het kan van alles zijn) naast mij. 'Van de voorkant dacht ik wauw' zei de ene, 'maar toen ik die achterkant zag...' Even dacht ik dat ze het over mij hadden. 'Welke broek heb ik aan' dacht ik vlug, terwijl ik stoicijns doorliep. 'Zo'n klein kontje...' zei de ander. 'Heel klein ja' zei de ander. Heel klein?! Dat laatste vond ik dan wel weer positief, maar zo en public besproken worden (door twee nerds in pak) dat kan toch niet. Ik besloot me om te draaien en de mannen doordringend en vol afgunst aan te kijken. Op het moment dat ik dat deed zag ik de heren door de glazen ruit naar buiten wijzen. 'Dat is al een stuk beter...' zei de een. 'Voor een type in die klasse dan' viel zijn collega hem bij. Het moest toch niet gekker worden. Ik bekeek de saaie grijze mannen zorgvuldig en keek vervolgens naar buiten. Daar waren echter geen babes te bekennen. Ze hadden het over auto's.
20.7.07
De ladderwagen
Vanavond vertrekt M. met zes vrienden en twee auto's naar het Franse Argeles voor een weekje ontspanning en vertier met mannen. Gisteravond beleefden wij dus onze 'laatste avond' samen (zo noemde ik het althans, M. zei steeds 'Kanéél... het is niet de allerlaatste avond samen- duh nee; thank God). Zo slenterden wij rond een uur of acht richting stad en ploften neer op het terras van Máárrrimbá- de Mexicaan. Twee voorgerechten, drie maistortilla's en vier Corona later waren we moe, gelukkig en verzadigd en liepen we dezelfde weg-maar dan terug.
Thuis aangekomen zouden we onze laatste (volgens M. niet de allerlaatste- lucky me!) romantische en spannende nacht samen beleven. Dat er een brandweerauto in de straat zou staan had ik niet verwacht en ook niet echt gehoopt. Gelukkig zagen we al snel aan de relaxte houding van de brandweermannen (dit alles hangend uit het dakraam van de slaapkamer, heerlijk met het bovenlichaam tegen het hout van het kozijn aan gevleidt) dat het geen brand betrof. Beter. M. belde vriend J. van de brandweer, die helaas niet was uitgerukt. Zou natuurlijk wel tof zijn geweest; beetje op straat hangen met brandweermannen die je kent. Ik zag mezelf al zelfverzekerd en tevreden op de rode wagen zitten, mijn benen bungelend naar beneden en een glas wijn in de hand, een interessant gesprek voerend met een van J's collega's.
In plaats daarvan bekeek ik alles vanuit het Velux raam, mijn ogen zoekende naar weggelopen katten hoog in de bomen. Ik deed ook nog een miauwende kat na- wat volgens M. niet grappig was-ook al vond ik zelf van wel. Toen vertelde J. aan M. dat het een stel betrof dat zichzelf buitengesloten had, en wat bleek: onze overburen. Eersterang plaatsen hadden we dus, ook al was ik even bang dat de verwarming waar mijn tenen zich omheen hadden gekruld op het punt stond in te storten. Ik besloot een krukje te pakken en opnieuw te gaan staan.
Al snel vouwde de ladderwagen zich uit en steeg Peter de Wilde (zo vertelde J. ons) naar ongekende hoogte de lucht in en opende vanuit zijn 'bakje' het Velux raam aan de overkant. Het stel stond vol spanning en opluchting met een glas rosé in de hand te applaudisseren op het dakterras. 'Je bent geweldig...!' riep zij naar boven terwijl hij er wat schaapachtig naast stond. Ik voegde hier '...Peter de Wilde!' aan toe; maakt het toch net een tikkie persoonlijker. Peter keek voordat hij naar binnen ging nog even op; zijn zaklamp scheen fel in mijn ogen en ik zwaaide naar hem.
Hierna volgde de ontknoping; Peter bevrijdde het stel en enkele buren klapten en joelden. M. klapte resoluut het raam dicht en legde me in bed. Toen besloten we samen dat wij zelf nooit om een dergelijke reden een ladderwagen voor zouden komen laten rijden. M. bijvoorbeeld was zelf op het dak op geklommen en ik zei met gepaste trots dat ik waarschijnlijk via het dakterras van de buren naar de voordeur was gelopen om het keukenraampje in te tikken. Dat vond M.nog een beter plan dan zijn eigen. En zo vielen we gelukkig, uitgeput en tevreden in slaap.
Vanavond vertrekt M. met zes vrienden en twee auto's naar het Franse Argeles voor een weekje ontspanning en vertier met mannen. Gisteravond beleefden wij dus onze 'laatste avond' samen (zo noemde ik het althans, M. zei steeds 'Kanéél... het is niet de allerlaatste avond samen- duh nee; thank God). Zo slenterden wij rond een uur of acht richting stad en ploften neer op het terras van Máárrrimbá- de Mexicaan. Twee voorgerechten, drie maistortilla's en vier Corona later waren we moe, gelukkig en verzadigd en liepen we dezelfde weg-maar dan terug.
Thuis aangekomen zouden we onze laatste (volgens M. niet de allerlaatste- lucky me!) romantische en spannende nacht samen beleven. Dat er een brandweerauto in de straat zou staan had ik niet verwacht en ook niet echt gehoopt. Gelukkig zagen we al snel aan de relaxte houding van de brandweermannen (dit alles hangend uit het dakraam van de slaapkamer, heerlijk met het bovenlichaam tegen het hout van het kozijn aan gevleidt) dat het geen brand betrof. Beter. M. belde vriend J. van de brandweer, die helaas niet was uitgerukt. Zou natuurlijk wel tof zijn geweest; beetje op straat hangen met brandweermannen die je kent. Ik zag mezelf al zelfverzekerd en tevreden op de rode wagen zitten, mijn benen bungelend naar beneden en een glas wijn in de hand, een interessant gesprek voerend met een van J's collega's.
In plaats daarvan bekeek ik alles vanuit het Velux raam, mijn ogen zoekende naar weggelopen katten hoog in de bomen. Ik deed ook nog een miauwende kat na- wat volgens M. niet grappig was-ook al vond ik zelf van wel. Toen vertelde J. aan M. dat het een stel betrof dat zichzelf buitengesloten had, en wat bleek: onze overburen. Eersterang plaatsen hadden we dus, ook al was ik even bang dat de verwarming waar mijn tenen zich omheen hadden gekruld op het punt stond in te storten. Ik besloot een krukje te pakken en opnieuw te gaan staan.
Al snel vouwde de ladderwagen zich uit en steeg Peter de Wilde (zo vertelde J. ons) naar ongekende hoogte de lucht in en opende vanuit zijn 'bakje' het Velux raam aan de overkant. Het stel stond vol spanning en opluchting met een glas rosé in de hand te applaudisseren op het dakterras. 'Je bent geweldig...!' riep zij naar boven terwijl hij er wat schaapachtig naast stond. Ik voegde hier '...Peter de Wilde!' aan toe; maakt het toch net een tikkie persoonlijker. Peter keek voordat hij naar binnen ging nog even op; zijn zaklamp scheen fel in mijn ogen en ik zwaaide naar hem.
Hierna volgde de ontknoping; Peter bevrijdde het stel en enkele buren klapten en joelden. M. klapte resoluut het raam dicht en legde me in bed. Toen besloten we samen dat wij zelf nooit om een dergelijke reden een ladderwagen voor zouden komen laten rijden. M. bijvoorbeeld was zelf op het dak op geklommen en ik zei met gepaste trots dat ik waarschijnlijk via het dakterras van de buren naar de voordeur was gelopen om het keukenraampje in te tikken. Dat vond M.nog een beter plan dan zijn eigen. En zo vielen we gelukkig, uitgeput en tevreden in slaap.
15.7.07
Thelma & Louise
Gisteren was een typische zaterdag. Ik was moe van mijn stapavontuur van vrijdagavond, was desondanks vroeg uit bed gegaan wegens visite en zat 's middags met Moos aan tafel thee te drinken. Het zou 27 graden worden en dat was misschien ook zo, maar in plaats van zon waren daar enkel wolken. Toch wou Moos 'er even uit'. 'Een stuk fietsen', zo stelde zij voor. Ik zuchtte en zocht naar een alternatief. M was niet thuis, hij stond te zweten, dansen en zuipen (een wilde gok) op Dance Valley (spreek uit met een lage, donkere, ietwat hese stem en zeg geen Dence- maar DAnce Valley, dus met een volle ronde A).
Al gauw kwamen we op het idee om 'een stukje te gaan rijden' in M's auto. 'Nee, kunnen we niet maken, stel je voor dat we iemand aanrijden'... 'Kun je wel achteruit eruit draaien?' 'Ja, we doen het...' 'Het is wel gevaarlijk' 'Boeiend, we doen het'. We besloten te kiezen voor M's oude auto, de witte betrouwbare Golf die al weken onbereden voor de deur staat. Ik begon. Sleutel erin, koppeling in, in zijn achteruit en de handrem eraf. (Heerlijk, geen instructeur die roept dat ik mijn lampen vergeet en voordat ik ga rijden met twee handen de binnenspiegel goed moet zetten. Eindelijk rust.)
Moos had het volste vertrouwen in me, de buurman die zijn kozijn stond te schilderen ogenschijnlijk iets minder, maar ik hield vol, liet me niet van de kaart brengen door de schokkerige manier van achteruit bewegen en bleef lachen toen de auto afsloeg. In een prachtige lijn stuurde ik hem met zijn kontje de straat in en reed weg. Moos juichde. Op een parkeerveld verderop hebben we gereden, als Thelma en Louise die zojuist een bank hadden beroofd. Trots, licht opgefokt en vrolijk.
Met de radio aan hebben we geoefend achteruit in te parkeren. Omstebeurt stuurden we de Golf in de parkeerhaventjes. Netjes binnen de lijntjes en al draaiend aan het stuur tevreden naar elkaar kijkend. Ook leuk; een beetje playbacken op de muziek om zo aan langskomende voetgangers en fietsen te laten zien dat autorijden je geen enkele moeite kost. Na een uur vermaak besloten we het bakkie terug te rijden naar de straat. Uiteraard parkeerden we hem in een andere parkeerhaven; leuk voor M tijdens zijn terugkomst van DAnce Valley.
Gisteren was een typische zaterdag. Ik was moe van mijn stapavontuur van vrijdagavond, was desondanks vroeg uit bed gegaan wegens visite en zat 's middags met Moos aan tafel thee te drinken. Het zou 27 graden worden en dat was misschien ook zo, maar in plaats van zon waren daar enkel wolken. Toch wou Moos 'er even uit'. 'Een stuk fietsen', zo stelde zij voor. Ik zuchtte en zocht naar een alternatief. M was niet thuis, hij stond te zweten, dansen en zuipen (een wilde gok) op Dance Valley (spreek uit met een lage, donkere, ietwat hese stem en zeg geen Dence- maar DAnce Valley, dus met een volle ronde A).
Al gauw kwamen we op het idee om 'een stukje te gaan rijden' in M's auto. 'Nee, kunnen we niet maken, stel je voor dat we iemand aanrijden'... 'Kun je wel achteruit eruit draaien?' 'Ja, we doen het...' 'Het is wel gevaarlijk' 'Boeiend, we doen het'. We besloten te kiezen voor M's oude auto, de witte betrouwbare Golf die al weken onbereden voor de deur staat. Ik begon. Sleutel erin, koppeling in, in zijn achteruit en de handrem eraf. (Heerlijk, geen instructeur die roept dat ik mijn lampen vergeet en voordat ik ga rijden met twee handen de binnenspiegel goed moet zetten. Eindelijk rust.)
Moos had het volste vertrouwen in me, de buurman die zijn kozijn stond te schilderen ogenschijnlijk iets minder, maar ik hield vol, liet me niet van de kaart brengen door de schokkerige manier van achteruit bewegen en bleef lachen toen de auto afsloeg. In een prachtige lijn stuurde ik hem met zijn kontje de straat in en reed weg. Moos juichde. Op een parkeerveld verderop hebben we gereden, als Thelma en Louise die zojuist een bank hadden beroofd. Trots, licht opgefokt en vrolijk.
Met de radio aan hebben we geoefend achteruit in te parkeren. Omstebeurt stuurden we de Golf in de parkeerhaventjes. Netjes binnen de lijntjes en al draaiend aan het stuur tevreden naar elkaar kijkend. Ook leuk; een beetje playbacken op de muziek om zo aan langskomende voetgangers en fietsen te laten zien dat autorijden je geen enkele moeite kost. Na een uur vermaak besloten we het bakkie terug te rijden naar de straat. Uiteraard parkeerden we hem in een andere parkeerhaven; leuk voor M tijdens zijn terugkomst van DAnce Valley.
11.7.07
Backstreetboy-gedrag
Natuurlijk hielden Moos en ik het niet vol op de sportschool. Het ging op een gegeven moment gewoon niet meer. Werk, studie en dus weinig vrije uurtjes over. De wil was er natuurlijk wel. Absoluut. Wat is er lekkerder dan na een dag werk een snelle bak sla naar binnen te werken en door de regen naar het fitness centrum te fietsen? Wat is er fijner dat jezelf zwetend in de immense spiegels aan de muur zien 'trainen' en wie is er leuker dan Arnoud, het 'knappe' jongetje van de sportschool? Nobody. Moos en ik noemen Arnoud 'backstreetboy' omdat hij doorgaans geen training geeft maar bardienst heeft. En op die dagen ziet hij er op zijn mooist uit. Getailleerde doch stoere vesten draagt hij dan, afgestyled met een hippe jeans en een speels petje. Hij maakt koffie, verkoopt 'AaAatjes' en draagt zorg voor de hartslagmeters en clubpassen. Een flinke verantwoordelijkheid.
Inmiddels waren Moos en ik gisteren weer zover dat we 'weer eens wilden gaan'. En zo kwam het dat we backstreetboy rond de klok van negen gedag zeiden en de kleedkamer indoken. Op het eerste gezicht geen blik van herkenning (en neem het hem eens kwalijk) maar toen we terugkeerden in sportkledij was daar al vrij snel weer de boysband-lach. 'Jullie zijn een tijdje niet geweest!' zei backstreetboy. We knikten wat en noemden wat slappe excusen. 'Toch al een maandje of twee niet, denk ik...' zei hij, 'zonde...!' Wat een schat, dachten we beiden. De drijvende kracht achter de sportschool. Een stukje persoonlijke aandacht, waar vind je het nog tegenwoordig?
Moos en ik hadden geen woorden nodig. We zouden er weer voor gaan. Fietsen, steppen, roeien; niets was ons te dol. Cardiotraining, vetverbranding, een nieuw persoonlijk schema. Enkele seconden later werd onze droom helaas bruut verstoord. 'Ik zie het aan de kleur van jullie pasje' zei backstreetboy. 'De pasjes zijn sinds twee maanden groen in plaats van blauw'. En weg was hij, om onze foto's uit te snijden en zijn systeem weer op orde te brengen. Teleurgesteld dropen we af naar de fitnessruimte.
Natuurlijk hielden Moos en ik het niet vol op de sportschool. Het ging op een gegeven moment gewoon niet meer. Werk, studie en dus weinig vrije uurtjes over. De wil was er natuurlijk wel. Absoluut. Wat is er lekkerder dan na een dag werk een snelle bak sla naar binnen te werken en door de regen naar het fitness centrum te fietsen? Wat is er fijner dat jezelf zwetend in de immense spiegels aan de muur zien 'trainen' en wie is er leuker dan Arnoud, het 'knappe' jongetje van de sportschool? Nobody. Moos en ik noemen Arnoud 'backstreetboy' omdat hij doorgaans geen training geeft maar bardienst heeft. En op die dagen ziet hij er op zijn mooist uit. Getailleerde doch stoere vesten draagt hij dan, afgestyled met een hippe jeans en een speels petje. Hij maakt koffie, verkoopt 'AaAatjes' en draagt zorg voor de hartslagmeters en clubpassen. Een flinke verantwoordelijkheid.
Inmiddels waren Moos en ik gisteren weer zover dat we 'weer eens wilden gaan'. En zo kwam het dat we backstreetboy rond de klok van negen gedag zeiden en de kleedkamer indoken. Op het eerste gezicht geen blik van herkenning (en neem het hem eens kwalijk) maar toen we terugkeerden in sportkledij was daar al vrij snel weer de boysband-lach. 'Jullie zijn een tijdje niet geweest!' zei backstreetboy. We knikten wat en noemden wat slappe excusen. 'Toch al een maandje of twee niet, denk ik...' zei hij, 'zonde...!' Wat een schat, dachten we beiden. De drijvende kracht achter de sportschool. Een stukje persoonlijke aandacht, waar vind je het nog tegenwoordig?
Moos en ik hadden geen woorden nodig. We zouden er weer voor gaan. Fietsen, steppen, roeien; niets was ons te dol. Cardiotraining, vetverbranding, een nieuw persoonlijk schema. Enkele seconden later werd onze droom helaas bruut verstoord. 'Ik zie het aan de kleur van jullie pasje' zei backstreetboy. 'De pasjes zijn sinds twee maanden groen in plaats van blauw'. En weg was hij, om onze foto's uit te snijden en zijn systeem weer op orde te brengen. Teleurgesteld dropen we af naar de fitnessruimte.
4.7.07
Grote ogen
Al mijn vriendinnen hebben mooie ogen. Zaterdag was vriendinnetje S uit Rijswijk bij mij en zij had haar grote heldere blauwe ogen voorzien van eyeliner. Ik was direct verkocht en zei dat ik zo slecht was in het aanbrengen ervan en het dan meestal maar hield op veel mascara en een lijntje kohlpotlood onder het oog. Volgens S hoefde ik me geen zorgen te maken. Too much zwart was heel normaal. De kunst zat hem in het gebruik van het wattenstaafje...
Nieuwsgierig als ik was besloot ik vanochtend een poging te wagen. En jawel, een half uur en tien wattenstaafjes verder was mijn eyeliner een feit. Trots en voorzichtig heb ik gewacht tot de zwarte lijntjes compleet droog waren voordat ik mijn wimpers krulde. Daarna moest ik haasten om de trein te halen naar Amsterdam. Toen ik op school aankwam was het eerste wat mijn scriptiebegeleidster zei: 'kind, wat is je haar blond!'. Ik stelde haar gerust dat ik het niet had geverfd. Ze kon het amper geloven. 'Er is iets anders aan je', besloot ze, voordat we overgingen tot de orde van de dag. Ik zei wijselijk niets over mijn make-up experiment.
Toen ik na het bezoek aan school bij IdtV aankwam riep de een na de ander 'wat is je haar blond!'. Collega F dacht dit ook. Ik verzekerde ook haar van het feit dat ik niet naar de kapper was geweest. 'Zijn het dan je wenkbrauwen?' vroeg ze twijfelend. Nonchalant zei ik dat ik echt geen idee had. Maar natuurlijk waren het mijn volwassen ogen voorzien van eyeliner, die zorgden voor mijn nieuwe look.
Al mijn vriendinnen hebben mooie ogen. Zaterdag was vriendinnetje S uit Rijswijk bij mij en zij had haar grote heldere blauwe ogen voorzien van eyeliner. Ik was direct verkocht en zei dat ik zo slecht was in het aanbrengen ervan en het dan meestal maar hield op veel mascara en een lijntje kohlpotlood onder het oog. Volgens S hoefde ik me geen zorgen te maken. Too much zwart was heel normaal. De kunst zat hem in het gebruik van het wattenstaafje...
Nieuwsgierig als ik was besloot ik vanochtend een poging te wagen. En jawel, een half uur en tien wattenstaafjes verder was mijn eyeliner een feit. Trots en voorzichtig heb ik gewacht tot de zwarte lijntjes compleet droog waren voordat ik mijn wimpers krulde. Daarna moest ik haasten om de trein te halen naar Amsterdam. Toen ik op school aankwam was het eerste wat mijn scriptiebegeleidster zei: 'kind, wat is je haar blond!'. Ik stelde haar gerust dat ik het niet had geverfd. Ze kon het amper geloven. 'Er is iets anders aan je', besloot ze, voordat we overgingen tot de orde van de dag. Ik zei wijselijk niets over mijn make-up experiment.
Toen ik na het bezoek aan school bij IdtV aankwam riep de een na de ander 'wat is je haar blond!'. Collega F dacht dit ook. Ik verzekerde ook haar van het feit dat ik niet naar de kapper was geweest. 'Zijn het dan je wenkbrauwen?' vroeg ze twijfelend. Nonchalant zei ik dat ik echt geen idee had. Maar natuurlijk waren het mijn volwassen ogen voorzien van eyeliner, die zorgden voor mijn nieuwe look.
Verschrikking
Na notenbenen (nota bene) en anuel (alhoewel) heb ik wederom een Nederlands woord ontdekt dat ik al jaren verkeerd zeg en schrijf... 'Ik vind het een kriem' is een niet bestaande Nederlandse zin en moet zijn 'ik vind het een crime', waar 'crime' staat voor een verschrikking of kwelling.
Na notenbenen (nota bene) en anuel (alhoewel) heb ik wederom een Nederlands woord ontdekt dat ik al jaren verkeerd zeg en schrijf... 'Ik vind het een kriem' is een niet bestaande Nederlandse zin en moet zijn 'ik vind het een crime', waar 'crime' staat voor een verschrikking of kwelling.
3.7.07
De schaamte voorbij
Over studieafwijkend gedrag gesproken, vanmiddag ging ik even wc-papier kopen. En wel bij Kruidvat want superhuisman M. had gezien dat het daar in de aanbieding was. Ik rekende af bij het vriendelijke meisje van de kassa (ze zag er uit alsof ze naar een feestje moest, met knalrode lippen en veel blush) en liep naar mijn fiets. Daar probeerde ik de pakketten in mijn fietstassen te proppen, want niet ging aangezien de rollen per 8 stuks waren verpakt. Enigszins trots (ik bedoel 2x8 rollen wit doch sterk toiletpapier voor drie euro dertig) wurmde ik ze toen tussen het hengsel van mijn tas, die aan het stuur hing.
Juist op het moment toen ik de standaard van mijn fiets tegen het achterrekje aandrukte werd ik aangesproken. De vrouw die achter mij in de rij stond had behoefte aan een praatje. 'Wat een gedoe altijd he, met die dingen' zei ze. Ik draaide mijn hoofd en keek haar zo beleefd mogelijk aan. 'Qua formaat?' vroeg ik. 'Nou', zei ze, 'ik vind het altijd een kriem, om met wc-papier over straat te gaan. 'Schaam je je ervoor?' vroeg ik. Ze lachte wat. Wat een 'ja' betekende. 'Ach, het is toch wat anders dan een tas groente of fruit' besloot ze. 'Het heeft toch weinig met een toiletbezoek van doen' zei ik. Daar dacht de mevrouw anders over. Ze haatte het om over straat te gaan met toiletrollen. Ik besloot dat het haar woord tegen het mijne was en stapte op de fiets. 'Nooit over straat gaan met wc-papier is ook zoiets' besloot ik. 'Straks denkt iedereen nog dat u nooit uw billen afveegt'. De mevrouw bloosde en blij en trots fietste ik de hoek om.
Over studieafwijkend gedrag gesproken, vanmiddag ging ik even wc-papier kopen. En wel bij Kruidvat want superhuisman M. had gezien dat het daar in de aanbieding was. Ik rekende af bij het vriendelijke meisje van de kassa (ze zag er uit alsof ze naar een feestje moest, met knalrode lippen en veel blush) en liep naar mijn fiets. Daar probeerde ik de pakketten in mijn fietstassen te proppen, want niet ging aangezien de rollen per 8 stuks waren verpakt. Enigszins trots (ik bedoel 2x8 rollen wit doch sterk toiletpapier voor drie euro dertig) wurmde ik ze toen tussen het hengsel van mijn tas, die aan het stuur hing.
Juist op het moment toen ik de standaard van mijn fiets tegen het achterrekje aandrukte werd ik aangesproken. De vrouw die achter mij in de rij stond had behoefte aan een praatje. 'Wat een gedoe altijd he, met die dingen' zei ze. Ik draaide mijn hoofd en keek haar zo beleefd mogelijk aan. 'Qua formaat?' vroeg ik. 'Nou', zei ze, 'ik vind het altijd een kriem, om met wc-papier over straat te gaan. 'Schaam je je ervoor?' vroeg ik. Ze lachte wat. Wat een 'ja' betekende. 'Ach, het is toch wat anders dan een tas groente of fruit' besloot ze. 'Het heeft toch weinig met een toiletbezoek van doen' zei ik. Daar dacht de mevrouw anders over. Ze haatte het om over straat te gaan met toiletrollen. Ik besloot dat het haar woord tegen het mijne was en stapte op de fiets. 'Nooit over straat gaan met wc-papier is ook zoiets' besloot ik. 'Straks denkt iedereen nog dat u nooit uw billen afveegt'. De mevrouw bloosde en blij en trots fietste ik de hoek om.
2.7.07
24.6.07
Zeeland
Moos werd 24 en ik vond het een jaar voor een mooi kado. Zo gaf ik haar een nachtje in een prachtige kasteeltje in Domburg. Wij zouden samen twee dagen naar Zeeland gaan en alle drukte en stress van werk en afstuderen achter ons laten. Dat we op een slaapzaal zouden komen te liggen met drie snurkende bejaarden wist ik toen nog niet, toch hebben we genoten en dat zegt al genoeg over de vriendschap. Deze bleek zelfs door jammerende tachtigplussers niet kapot te krijgen. Als ik Moos op haar verjaardag had verteld dat we beiden bovenin een stapelbed zouden slapen met onder ons twee mannelijke fossielen had ze haar kado geweigerd. Nu bleven we lachen, vrolijk en van elkaar houden.
Even bestond het leven uit fietsen, door regen en zon, bloemen plukken, slenteren, kletsen, lekker eten en het Zeeuwse strand. Even geen mail, deadlines, telefoontjes. We hebben herten gezien, in de zee gezwommen en op het strand geschommeld. Dat laatste was misschien wel het meest ontspannende van alles. En toen we maandagavond uitkeken over zee en een suf stel zagen stuntelen met een stuntvlieger (hij dacht dat hij goed was, zij irriteerde zich en moest tot overmaat van ramp steeds de vlieger oppakken om hem vervolgens met een sierlijk boogje weer de lucht in te zwieren) beseften we ons waarom de zee en het strand zo ontspannend werken. Als je met je rug naar de duinen toe staat laat je even alles achter je. Letterlijk en figuurlijk.
Moos werd 24 en ik vond het een jaar voor een mooi kado. Zo gaf ik haar een nachtje in een prachtige kasteeltje in Domburg. Wij zouden samen twee dagen naar Zeeland gaan en alle drukte en stress van werk en afstuderen achter ons laten. Dat we op een slaapzaal zouden komen te liggen met drie snurkende bejaarden wist ik toen nog niet, toch hebben we genoten en dat zegt al genoeg over de vriendschap. Deze bleek zelfs door jammerende tachtigplussers niet kapot te krijgen. Als ik Moos op haar verjaardag had verteld dat we beiden bovenin een stapelbed zouden slapen met onder ons twee mannelijke fossielen had ze haar kado geweigerd. Nu bleven we lachen, vrolijk en van elkaar houden.
Even bestond het leven uit fietsen, door regen en zon, bloemen plukken, slenteren, kletsen, lekker eten en het Zeeuwse strand. Even geen mail, deadlines, telefoontjes. We hebben herten gezien, in de zee gezwommen en op het strand geschommeld. Dat laatste was misschien wel het meest ontspannende van alles. En toen we maandagavond uitkeken over zee en een suf stel zagen stuntelen met een stuntvlieger (hij dacht dat hij goed was, zij irriteerde zich en moest tot overmaat van ramp steeds de vlieger oppakken om hem vervolgens met een sierlijk boogje weer de lucht in te zwieren) beseften we ons waarom de zee en het strand zo ontspannend werken. Als je met je rug naar de duinen toe staat laat je even alles achter je. Letterlijk en figuurlijk.
15.6.07
13.6.07
Het eerste boterbloempje
M en ik verdienen eigenlijk een tuin. We zijn er goed in; tuinieren. Tot zover dat gaat op een dakterras van twee bij drie. Waar het om gaat is dat we onze bloemen en planten met liefde verzorgen. Ook de gemozaikte tuintafel staat nog iedere dag te schitteren en met de vier FSC gecertificeerde klapstoeltjes erbij is het echt een heerlijke zithoek geworden. Het 'lelijke' schot aan de zijkant van het terras is bijna niet meer te zien onder een zee van roze en rode hanggeraniums (die laatste herken je aan het stokje dat erbij gestoken is- zag ik laatst bij een klus- woon- en tuinprogramma op RTL 4).
Dan hebben we nog de guitige rieten mand met paarse kuipplant en de roze bloempot op tafel met daarin een weelderige bos verse munt. Alles groeit als kool. Laat ik de hanging baskets met roze fuchsia's en de hangbakken met paarse winterviolen niet vergeten. Nu vonden M en ik die violen al een tijdje passé dus hebben we de bakken een aantal maanden geleden vol gestrooid met wildbloemmengsel. En wat denk je; ik word wakker op deze bewolkte woensdagochtend en zie midden tussen de paarse viooltjes fier en trots een knalgeel boterbloempje naar boven piepen. Ik heb M. direct gebeld en hij was dolenthousiast. Vanavond drinken we er een glaasje op.
M en ik verdienen eigenlijk een tuin. We zijn er goed in; tuinieren. Tot zover dat gaat op een dakterras van twee bij drie. Waar het om gaat is dat we onze bloemen en planten met liefde verzorgen. Ook de gemozaikte tuintafel staat nog iedere dag te schitteren en met de vier FSC gecertificeerde klapstoeltjes erbij is het echt een heerlijke zithoek geworden. Het 'lelijke' schot aan de zijkant van het terras is bijna niet meer te zien onder een zee van roze en rode hanggeraniums (die laatste herken je aan het stokje dat erbij gestoken is- zag ik laatst bij een klus- woon- en tuinprogramma op RTL 4).
Dan hebben we nog de guitige rieten mand met paarse kuipplant en de roze bloempot op tafel met daarin een weelderige bos verse munt. Alles groeit als kool. Laat ik de hanging baskets met roze fuchsia's en de hangbakken met paarse winterviolen niet vergeten. Nu vonden M en ik die violen al een tijdje passé dus hebben we de bakken een aantal maanden geleden vol gestrooid met wildbloemmengsel. En wat denk je; ik word wakker op deze bewolkte woensdagochtend en zie midden tussen de paarse viooltjes fier en trots een knalgeel boterbloempje naar boven piepen. Ik heb M. direct gebeld en hij was dolenthousiast. Vanavond drinken we er een glaasje op.
11.6.07
Beloning
Thuis een scriptie schrijven valt soms niet mee. De ene dag ga je lekker, de andere dag krijg je geen letter op papier. Soms zie je het helemaal zitten en het volgende moment denk je dat je je deadline nooit gaat halen. Om het schrijven zo leuk mogelijk te houden beloon ik mezelf met breaks. Een break voor een grote koffie met opgeschuimde melk, een kwartiertje zonnebaden, een stuk appelkruimeltaart of een break om alle uitgebloeide bloemetjes uit de planten op het dakterras te halen. Zelfs stofzuigen of een wasje in de zon hangen worden op deze manier een leuke bezigheid.
Maar de beste break is toch wel een rondje lopen door het Juliana van Stolbergpark. Tijdens mijn laatste ronde zag ik een grote groep pubers die spijbelden tijdens hun wiskundeles in de zon liggen, moeders met hun kinderen in de zandbak spelen, drie opa's die op een bankje de krant lazen, een Marokkaanse praatgroep en een grote groep streetdancers die in de zon oefenden voor hun voorstelling. Het is werkelijk een verademing om te beseffen dat er in de wereld meer gebeurt dan enkel mijn kijkersonderzoek en scriptie.
Thuis een scriptie schrijven valt soms niet mee. De ene dag ga je lekker, de andere dag krijg je geen letter op papier. Soms zie je het helemaal zitten en het volgende moment denk je dat je je deadline nooit gaat halen. Om het schrijven zo leuk mogelijk te houden beloon ik mezelf met breaks. Een break voor een grote koffie met opgeschuimde melk, een kwartiertje zonnebaden, een stuk appelkruimeltaart of een break om alle uitgebloeide bloemetjes uit de planten op het dakterras te halen. Zelfs stofzuigen of een wasje in de zon hangen worden op deze manier een leuke bezigheid.
Maar de beste break is toch wel een rondje lopen door het Juliana van Stolbergpark. Tijdens mijn laatste ronde zag ik een grote groep pubers die spijbelden tijdens hun wiskundeles in de zon liggen, moeders met hun kinderen in de zandbak spelen, drie opa's die op een bankje de krant lazen, een Marokkaanse praatgroep en een grote groep streetdancers die in de zon oefenden voor hun voorstelling. Het is werkelijk een verademing om te beseffen dat er in de wereld meer gebeurt dan enkel mijn kijkersonderzoek en scriptie.
6.6.07
Scriptietime!
Na één seizoen/ tien maanden/ veertig afleveringen keihard werken en heel veel lachen is het dan eindelijk zover- de zomerstop. Twaalf weken lang kunnen jullie genieten van de zomerherhalingen. Het kantoor in Diemen Zuid heb ik verruild voor mijn eigen huis en tuin en jawel, nu is het dan echt tijd om mijn scriptie te schrijven. Vandaag ben ik begonnen met een blok inspiratie opdoen op het dakterras. Een erg belangrijke en onmisbare fase voor een goede inhoudelijke scriptie op HBO-niveau. Verdere ontwikkelingen volgen...
19.4.07
Buurman
Oh nee. De verstrooide, dromerige en wannabe-vinoloog die zich zondag als eerste meldde op de lenteproeverij woont bij mij in de straat. Sterker nog, vier voordeuren verderop. Hij in dat korte fietsbroekje en met zijn hare alle kanten behalve de goede op. Hij die alle wijnen wilde proeven, vooral op de juiste volgorde en maar niet kon stoppen met nummertje 17; de Italiaanse Toro, van het wijnhuis Farina, en mij min of meer dwong hem gezamenlijk met hem te proeven; die meneer woont vlakbij mij. Hij die zijn glas iets te hard tegen mijn proefglas aanstootte en toen nog enkele keren speels naar me keek en een blik wierp in mijn decolleté vroeg gisteren (toen ik met mijn handen vol roze fuchsia's mijn voordeur zo snel mogelijk probeerde te bereiken) of ik misschien had gezien dat iemand een fietsband voor zijn deur had gelegd. Eh, nee meneer. Niets gezien.
Oh nee. De verstrooide, dromerige en wannabe-vinoloog die zich zondag als eerste meldde op de lenteproeverij woont bij mij in de straat. Sterker nog, vier voordeuren verderop. Hij in dat korte fietsbroekje en met zijn hare alle kanten behalve de goede op. Hij die alle wijnen wilde proeven, vooral op de juiste volgorde en maar niet kon stoppen met nummertje 17; de Italiaanse Toro, van het wijnhuis Farina, en mij min of meer dwong hem gezamenlijk met hem te proeven; die meneer woont vlakbij mij. Hij die zijn glas iets te hard tegen mijn proefglas aanstootte en toen nog enkele keren speels naar me keek en een blik wierp in mijn decolleté vroeg gisteren (toen ik met mijn handen vol roze fuchsia's mijn voordeur zo snel mogelijk probeerde te bereiken) of ik misschien had gezien dat iemand een fietsband voor zijn deur had gelegd. Eh, nee meneer. Niets gezien.
16.4.07
Passie
Sommigen mensen kijken op tegen BN'ers of medewerkers van televisie of radio. Voor anderen spreken chirurgen en orthodontisten het meest tot de verbeelding. Waar ik warm van word zijn mensen met een instrument. De meest 'suffe' mensen die passeren in tram trein of de straat opgaan met een vioolkoffer of cello op de rug vind ik bijster interessant. Nog mooier misschien wel: (bij voorkeur grijze) mannen die muziek componeren en zelfs tijdens een ritje met het openbaar vervoer driftig noten op papier krabbelen met een potlood en daarbij hun voet of hand ritmisch mee laten bewegen. Ik smul ervan. Al moet ik zeggen dat ik het de ene keer beter kan hebben dan de andere. Waar is mijn muzikaliteit gebleven?
Tevens ben ik gek op mensen met verstand van wijn. En dan bedoel ik niet de Bas-Borissen of studenten hotelschool die denken dat ze verstand hebben van wijn. Nee, de echte vinologen. Zij die ervoor gestudeerd, gereisd en eindeloos geproeft en geroken hebben. Zij die je alles kunnen vertellen over de wijnen uit de Nieuwe Wereld en de houttonen en tanine in een volle rode wijn. Zij die wijnen niet lekker vinden maar mooi. Zij die portmakers in Portugal hebben bezocht, zij alles weten over gistingsprocessen en bijzondere druivensoorten. Zij die praten over het wijnoverschot in Chili (bring it on!), frisse zuren en onweerstaanbare zoetjes.
Alseblieft, laat er een dag komen dat ik ook prachtig kan pianospelen en alles kan vertellen over wijn.
Sommigen mensen kijken op tegen BN'ers of medewerkers van televisie of radio. Voor anderen spreken chirurgen en orthodontisten het meest tot de verbeelding. Waar ik warm van word zijn mensen met een instrument. De meest 'suffe' mensen die passeren in tram trein of de straat opgaan met een vioolkoffer of cello op de rug vind ik bijster interessant. Nog mooier misschien wel: (bij voorkeur grijze) mannen die muziek componeren en zelfs tijdens een ritje met het openbaar vervoer driftig noten op papier krabbelen met een potlood en daarbij hun voet of hand ritmisch mee laten bewegen. Ik smul ervan. Al moet ik zeggen dat ik het de ene keer beter kan hebben dan de andere. Waar is mijn muzikaliteit gebleven?
Tevens ben ik gek op mensen met verstand van wijn. En dan bedoel ik niet de Bas-Borissen of studenten hotelschool die denken dat ze verstand hebben van wijn. Nee, de echte vinologen. Zij die ervoor gestudeerd, gereisd en eindeloos geproeft en geroken hebben. Zij die je alles kunnen vertellen over de wijnen uit de Nieuwe Wereld en de houttonen en tanine in een volle rode wijn. Zij die wijnen niet lekker vinden maar mooi. Zij die portmakers in Portugal hebben bezocht, zij alles weten over gistingsprocessen en bijzondere druivensoorten. Zij die praten over het wijnoverschot in Chili (bring it on!), frisse zuren en onweerstaanbare zoetjes.
Alseblieft, laat er een dag komen dat ik ook prachtig kan pianospelen en alles kan vertellen over wijn.
23.3.07
Toppunt van romantiek
Deze week was M. twee dagen vrij. Je hoort wel eens van die verhalen van mannen die dan veranderen in tomeloze zoutzakken die op de bank liggen en de hele dag televisie kijken. Zo'n man is M. gelukkig niet. Zo heeft hij het hele dakterras opgeruimd en de tegels schoongespoten met een hogedrukreiniger. Bij zijn bezoek aan de kringloopwinkel heeft hij een onderstel gekocht van een oude Winselmann naaimachine. Voor dit onderstel heeft hij een tafelblad gelast. Hij heeft tegels geregeld in drie verschillende kleuren die we vanavond stuk gaan slaan om het blad te mozaiken. Als dat niet romantisch is op de vrijdagavond weet ik het echt niet meer.
Deze week was M. twee dagen vrij. Je hoort wel eens van die verhalen van mannen die dan veranderen in tomeloze zoutzakken die op de bank liggen en de hele dag televisie kijken. Zo'n man is M. gelukkig niet. Zo heeft hij het hele dakterras opgeruimd en de tegels schoongespoten met een hogedrukreiniger. Bij zijn bezoek aan de kringloopwinkel heeft hij een onderstel gekocht van een oude Winselmann naaimachine. Voor dit onderstel heeft hij een tafelblad gelast. Hij heeft tegels geregeld in drie verschillende kleuren die we vanavond stuk gaan slaan om het blad te mozaiken. Als dat niet romantisch is op de vrijdagavond weet ik het echt niet meer.
21.3.07
Bergschoenen in de ochtendspits
Vanochtend was er iets met voeten. Tegenover mij in de intercity zat een lange jongen. Type: nerd. Nu heb ik niets tegen nerds. Ik bedoel, iedereen moet zelf weten wat voor kleding hij draagt, voor hobby's heeft of met zijn haar doet. Maar deze was irritant. Zijn lange stelten waren verpakt in hoge degelijke bergschoenen en deze twee stonden flink in de weg. Nadat ik was neergestreken, mijn tas op mijn schoot had geplant probeerde ik een juiste houding te vinden voor mijn voetjes. Ik probeerde ze zo ver mogelijk naar achteren te houden, maar zelfs dit lukte niet. Er was simpelweg geen ruimte. Ik keek over mijn krant en tas naar de twee reusachtige klimschoenen, de lange dunne spillenbenen van mijn medepassagier en zijn kleine hoofd dat verdiept was in zijn krant. Zijn babyblonde haar was kort gewiekt en speels 'niet gekamd'. Het haar kwam terug op zijn kin, in donsvorm, misschien zou het later nog wat worden - of niet.
Op het moment dat ik de donzige haren op zijn kin checkte, zijn sneue brilmontuur bekeek en nog steeds geen plek had om mijn voeten neer te zetten bedacht ik me dat ik in iedere andere situatie (assertief als deze klene meid is) had gezegd 'mag ik ook wat beenruimte?'. Nu deed ik het niet, omdat de jongeman een nerd was. Zo een die hoogbegaafd is en te snel doorstroomde naar de universiteit. Met wat nonverbale taal, blikken en gebaren maakte ik de nerd duidelijk dat ik ruimte wilde maar het mocht niet baten. Tot aan station Duivendrecht heb ik op mijn wang gebeten en niets tegen hem gezegd. Je wilt zo iemand ook niet kwetsen waar zoveel mensen bij zijn. Toen hij (wederom in de weg) voor mij liep op weg naar de metro speelde ik met de gedachte om hem alsnog op zijn gedrag te wijzen. Op een zeer opbouwende manier zou ik hem duidelijk kunnen maken dat hij bij zijn volgende treinreis rekening zou kunnen houden met het feit... Helaas, in alle drukte raakte ik hem kwijt.
Vanochtend was er iets met voeten. Tegenover mij in de intercity zat een lange jongen. Type: nerd. Nu heb ik niets tegen nerds. Ik bedoel, iedereen moet zelf weten wat voor kleding hij draagt, voor hobby's heeft of met zijn haar doet. Maar deze was irritant. Zijn lange stelten waren verpakt in hoge degelijke bergschoenen en deze twee stonden flink in de weg. Nadat ik was neergestreken, mijn tas op mijn schoot had geplant probeerde ik een juiste houding te vinden voor mijn voetjes. Ik probeerde ze zo ver mogelijk naar achteren te houden, maar zelfs dit lukte niet. Er was simpelweg geen ruimte. Ik keek over mijn krant en tas naar de twee reusachtige klimschoenen, de lange dunne spillenbenen van mijn medepassagier en zijn kleine hoofd dat verdiept was in zijn krant. Zijn babyblonde haar was kort gewiekt en speels 'niet gekamd'. Het haar kwam terug op zijn kin, in donsvorm, misschien zou het later nog wat worden - of niet.
Op het moment dat ik de donzige haren op zijn kin checkte, zijn sneue brilmontuur bekeek en nog steeds geen plek had om mijn voeten neer te zetten bedacht ik me dat ik in iedere andere situatie (assertief als deze klene meid is) had gezegd 'mag ik ook wat beenruimte?'. Nu deed ik het niet, omdat de jongeman een nerd was. Zo een die hoogbegaafd is en te snel doorstroomde naar de universiteit. Met wat nonverbale taal, blikken en gebaren maakte ik de nerd duidelijk dat ik ruimte wilde maar het mocht niet baten. Tot aan station Duivendrecht heb ik op mijn wang gebeten en niets tegen hem gezegd. Je wilt zo iemand ook niet kwetsen waar zoveel mensen bij zijn. Toen hij (wederom in de weg) voor mij liep op weg naar de metro speelde ik met de gedachte om hem alsnog op zijn gedrag te wijzen. Op een zeer opbouwende manier zou ik hem duidelijk kunnen maken dat hij bij zijn volgende treinreis rekening zou kunnen houden met het feit... Helaas, in alle drukte raakte ik hem kwijt.
16.3.07
Heerlijk Hema
De tijd dat ik nog vrij was, mijn dagen vulde met leuke dingen doen en op zijn tijd een collegebezoek, lijkt lang geleden. Langer dan een jaar in ieder geval. Wat deed ik in die tijd, vraag ik me nu soms af. Wat ik zo goed dagelijks deed toen ik op de V-weg woonde was een bezoekje aan de binnenstad. Het was niet dat ik me suf kocht aan kleding en snuisterijen, maar ik wist in ieder geval wel het assortiment van verschillende winkels uit mijn hoofd.
Nu ik vier dagen werk in plaats van vijf heb ik op vrijdag na rijles tijd voor een bezoekje aan de stad. Zo ook vanmorgen. Ik kocht een Italiaanse bol bij Bakker Bart, gaf mijn lief een kus voor het pand waar hij nu aan het werk is en probeerde een jurkje te ruilen. Ik eindigde mijn bezoek bij Hema, waar ik op de een of andere manier nooit weet waar ik moet beginnen. Vrolijke rustieke kaarsen en olijke paasversieringen lachten me toe. Schappen vol make-up lagen om me te wachten, ik ontdekte een nieuw assortiment koppen en schotels en twijfelde over een nieuwe theepot.
Bij Hema vind ik alles zo heerlijk functioneel dat ik onmiddellijk denk dat ik het nodig heb. Ik wist me te beheersen en ontweek bewust het schap met oorbellen en voorjaarsachtige shawls. Trots en zeer bewust van mijn portemonnee verliet ik Hema met een bruine panty en een flesje reinigingsmelk.
De tijd dat ik nog vrij was, mijn dagen vulde met leuke dingen doen en op zijn tijd een collegebezoek, lijkt lang geleden. Langer dan een jaar in ieder geval. Wat deed ik in die tijd, vraag ik me nu soms af. Wat ik zo goed dagelijks deed toen ik op de V-weg woonde was een bezoekje aan de binnenstad. Het was niet dat ik me suf kocht aan kleding en snuisterijen, maar ik wist in ieder geval wel het assortiment van verschillende winkels uit mijn hoofd.
Nu ik vier dagen werk in plaats van vijf heb ik op vrijdag na rijles tijd voor een bezoekje aan de stad. Zo ook vanmorgen. Ik kocht een Italiaanse bol bij Bakker Bart, gaf mijn lief een kus voor het pand waar hij nu aan het werk is en probeerde een jurkje te ruilen. Ik eindigde mijn bezoek bij Hema, waar ik op de een of andere manier nooit weet waar ik moet beginnen. Vrolijke rustieke kaarsen en olijke paasversieringen lachten me toe. Schappen vol make-up lagen om me te wachten, ik ontdekte een nieuw assortiment koppen en schotels en twijfelde over een nieuwe theepot.
Bij Hema vind ik alles zo heerlijk functioneel dat ik onmiddellijk denk dat ik het nodig heb. Ik wist me te beheersen en ontweek bewust het schap met oorbellen en voorjaarsachtige shawls. Trots en zeer bewust van mijn portemonnee verliet ik Hema met een bruine panty en een flesje reinigingsmelk.
12.3.07
Lente op maandag
Wakker worden met zon in de slaapkamer. Douchen met zonlicht door het kleine raampje. In de lentelucht naar Amsterdam. Op locatiebezoek naar Ijburg. In de zon thee drinken met kandidaten. Mooie huizen bekijken en leuke mensen interviewen. Soms is de maandag niet zo vervelend. En wat heb ik geluk met mijn afstudeerstage.
Wakker worden met zon in de slaapkamer. Douchen met zonlicht door het kleine raampje. In de lentelucht naar Amsterdam. Op locatiebezoek naar Ijburg. In de zon thee drinken met kandidaten. Mooie huizen bekijken en leuke mensen interviewen. Soms is de maandag niet zo vervelend. En wat heb ik geluk met mijn afstudeerstage.
28.2.07
Mannenpraat
Over echte mannen gesproken. Vanochtend heb ik er zomaar twee ontmoet. Grote, stoere en knappe knullen met échte mannelijke eigenschappen. Mijn intercity had vertraging. Ik zou mijn aansluiting niet halen. Sjokkend kwam ik de trein uit, tot het moment dat ik zag dat het treintje dat ik wilde halen, er nog stond. Net toen ik besloot mijn sprint in gang te zetten, zag ik de donkerblauwe deuren sluiten. Op dat moment hoorde ik iemand schreeuwen 'rennen!' Ik veranderde van koers en rende met ferme stappen naar de treindeuren die door de twee mannen open werden gehouden. Vanuit een helikopterview zag ik mezelf sprinten; beiden tassen stevig in mijn handen geklemd en mijn blonde haar deinend op mijn rug. Hijgend en zelfverzekerd verminde ik iets vaart en rende de trein in. De mannen haalden precies tegelijk hun handen van de deuren en deze sloten sissend. Ik slaakte een gilletje van blijdschap en dankbaarheid en lachte naar de jongens. Zij gaven elkaar slechts een stoere en bescheiden hoofdknik en verdwenen allebei in een andere coupé.
Over echte mannen gesproken. Vanochtend heb ik er zomaar twee ontmoet. Grote, stoere en knappe knullen met échte mannelijke eigenschappen. Mijn intercity had vertraging. Ik zou mijn aansluiting niet halen. Sjokkend kwam ik de trein uit, tot het moment dat ik zag dat het treintje dat ik wilde halen, er nog stond. Net toen ik besloot mijn sprint in gang te zetten, zag ik de donkerblauwe deuren sluiten. Op dat moment hoorde ik iemand schreeuwen 'rennen!' Ik veranderde van koers en rende met ferme stappen naar de treindeuren die door de twee mannen open werden gehouden. Vanuit een helikopterview zag ik mezelf sprinten; beiden tassen stevig in mijn handen geklemd en mijn blonde haar deinend op mijn rug. Hijgend en zelfverzekerd verminde ik iets vaart en rende de trein in. De mannen haalden precies tegelijk hun handen van de deuren en deze sloten sissend. Ik slaakte een gilletje van blijdschap en dankbaarheid en lachte naar de jongens. Zij gaven elkaar slechts een stoere en bescheiden hoofdknik en verdwenen allebei in een andere coupé.
25.2.07
Beter laat dan nooit
Zijn verschijning in Rozengeur en Wodka Lime, ONM en Wie is de Mol? is jammer genoeg en op onverklaarbare wijze totaal langs mij heen gegaan. Gisteravond viel ik bijna van de bank tijdens het kijken naar de politieserie Spoorloos Verdwenen. In de rol van Nick van Dam, hoofd van rechercheteam Special Team Vermiste Personen zag ik hem voor het eerst. Na een diepe indruk op mij achtergelaten te hebben kwam ik er googelend achter dat zijn naam Chris Tates is. Tevens kwam ik achter de volgende feitjes; Chris…
Zijn verschijning in Rozengeur en Wodka Lime, ONM en Wie is de Mol? is jammer genoeg en op onverklaarbare wijze totaal langs mij heen gegaan. Gisteravond viel ik bijna van de bank tijdens het kijken naar de politieserie Spoorloos Verdwenen. In de rol van Nick van Dam, hoofd van rechercheteam Special Team Vermiste Personen zag ik hem voor het eerst. Na een diepe indruk op mij achtergelaten te hebben kwam ik er googelend achter dat zijn naam Chris Tates is. Tevens kwam ik achter de volgende feitjes; Chris…
- Speelde zowel moordenaar als lijk in Baantjer;
- Houdt niet van mannen die hun haar verven en het alleen maar over hun werk hebben;
- Wil ooit nog eens van Canada naar Vuurland fietsen.
Wat een man!
22.2.07
Vitaminen zijn gezond
Op mijn eerste dag op de redactie trad ik binnen in de wereld van Sonja Bakker. Met name ‘s ochtends dacht ik dat het een collega was. Zo tegen elven, toen de lunch eraan zat te komen begonnen de vrouwen op de afdeling over Sonja te bakkeleien. In mijn naïviteit ging ik er vanuit dat Sonja waarschijnlijk een dag vrij was of op een andere afdeling werkte. Ik stelde mezelf gerust met de gedachte dat ik haar wel zou ontmoeten bij de lunch. Een uur later stond ik met dienblad in de lange rij te wachten terwijl de gesprekken die om mij heen gevoerd werden grotendeels langs mij heen gingen. Er werd wat gepraat over crackers, salades en vruchtenhagel. Sonja was nog steeds niet in de kantine gearriveerd.
Juist toen ik me zorgen begon te maken (immers, ieder programma luncht met het hele team, er is geen discussie mogelijk om eens bij een andere redactie aan te schuiven, waar bleef Sonja?) drong het tot me door dat Sonja iemand was die een boek heeft geschreven met daarin voor al die vrouwen op mijn afdeling (en ook nog voor een héleboel andere vrouwen, zó attent) lijstjes waarop staat wat ze mogen eten. Een tijd lang verkeerde ik in totale verbazing, verrassing en stond er gek van te kijken. Collega J. vertelde vol trots dat ze rond de klok van vier nog ‘een kiwi’ mocht en zelfs ’s avonds nog ‘een speculaasje’. J. had echt geluk volgens een andere collega die verbitterd zei ‘week drie, dag zeven’. Ze was al veel verder en moest op haar cracker appelstroop leven tot ze haar andijviestamppot mocht.
Inmiddels ben ik aardig aan de Sonjabakkerende- collega’s gewend. Ik ben werkelijk erg blij voor ze als ze weer een middag hebben overleefd op één bruine boterham met 30+ kaas. Aangezien ik altijd een beetje achter de feiten aanloop zag ik gisteravond voor het eerst de verschijning van Sonja in het programma Je echte leeftijd. Zeer informatief en vernieuwend vertelde onze Sonja aan de te forse kandidaat dat zij drop beter kon verruilen voor appels. De malibu-cola kon ze beter omwisselen voor jus d’orange. En ohja, bij het bekijken van de inhoud van de koelkast werd Sonja verdrietig. Daarom legde zij er wat fruit in en wel twee stuks voor iedere dag. Immers vitaminen zijn veel gezonder dan suikers. Weten we dat ook weer.
Op mijn eerste dag op de redactie trad ik binnen in de wereld van Sonja Bakker. Met name ‘s ochtends dacht ik dat het een collega was. Zo tegen elven, toen de lunch eraan zat te komen begonnen de vrouwen op de afdeling over Sonja te bakkeleien. In mijn naïviteit ging ik er vanuit dat Sonja waarschijnlijk een dag vrij was of op een andere afdeling werkte. Ik stelde mezelf gerust met de gedachte dat ik haar wel zou ontmoeten bij de lunch. Een uur later stond ik met dienblad in de lange rij te wachten terwijl de gesprekken die om mij heen gevoerd werden grotendeels langs mij heen gingen. Er werd wat gepraat over crackers, salades en vruchtenhagel. Sonja was nog steeds niet in de kantine gearriveerd.
Juist toen ik me zorgen begon te maken (immers, ieder programma luncht met het hele team, er is geen discussie mogelijk om eens bij een andere redactie aan te schuiven, waar bleef Sonja?) drong het tot me door dat Sonja iemand was die een boek heeft geschreven met daarin voor al die vrouwen op mijn afdeling (en ook nog voor een héleboel andere vrouwen, zó attent) lijstjes waarop staat wat ze mogen eten. Een tijd lang verkeerde ik in totale verbazing, verrassing en stond er gek van te kijken. Collega J. vertelde vol trots dat ze rond de klok van vier nog ‘een kiwi’ mocht en zelfs ’s avonds nog ‘een speculaasje’. J. had echt geluk volgens een andere collega die verbitterd zei ‘week drie, dag zeven’. Ze was al veel verder en moest op haar cracker appelstroop leven tot ze haar andijviestamppot mocht.
Inmiddels ben ik aardig aan de Sonjabakkerende- collega’s gewend. Ik ben werkelijk erg blij voor ze als ze weer een middag hebben overleefd op één bruine boterham met 30+ kaas. Aangezien ik altijd een beetje achter de feiten aanloop zag ik gisteravond voor het eerst de verschijning van Sonja in het programma Je echte leeftijd. Zeer informatief en vernieuwend vertelde onze Sonja aan de te forse kandidaat dat zij drop beter kon verruilen voor appels. De malibu-cola kon ze beter omwisselen voor jus d’orange. En ohja, bij het bekijken van de inhoud van de koelkast werd Sonja verdrietig. Daarom legde zij er wat fruit in en wel twee stuks voor iedere dag. Immers vitaminen zijn veel gezonder dan suikers. Weten we dat ook weer.
16.2.07
Assepoesters van Nederland
Dames en heren het was deze week weer zover. De huishoudbeurs vond plaats in de Amsterdam RAI. Nu heb ik al vaker geschreven over deze fantastische vrouwenbeurs. De gevoelens die het in me oproept; ik zou er een boek over kunnen schrijven. Misschien is er wel een markt voor, dat zou ik eens moeten uitzoeken.
Dinsdagavond zat ik in het halletje van de Sprinter (je weet wel, zo'n gepimpte metro van NS) naar Amersfoort. Rechts van me zaten ze. De ijkpersonen. De vrouwen die model hadden kunnen staan op alle abri's, boekjes en flyers die ooit voor de huishoudbeurs zijn gedrukt. Twee waren er van middelbare leeftijd. De meeste rechtse vrouw was nog jong, maar gedroeg zich als een middelbare vrouw. Het was vast na de komst van haar eerste kind dat zij radicaal besloot te gaan voor een kort (iets te chocoladebruin gekleurd) kapsel en haar favo winkels om te ruilen voor Miss Etam. Waarschijnlijk verruilde ze haar verroeste omafiets ook voor een degelijke Gazelle met lage instap en dubbel kinderzitje. Trendgevoelig als ze is koos ze op de dag van het uitstapje voor een 3/4 spijkerbroek, lekker stappers met veters en een jasje met bontkraag. Ze stylde het geheel af met een sjaal in de kleur van haar oorbellen en bril.
Ik keek de vrouwen ietwat schaapachtig aan en probeerde ze zo goed mogelijk in me op te nemen. Ze aten sultana's die ze gekregen hadden bij een stand. 'Lekker he', zei de een. 'Echt heel anders', zei de ander. Daarna ging het gesprek over op de gadgets die ze hadden gescoord; de vrouwen waren namelijk beladen met tassen. Ik spitste onmiddellijk mijn oren maar de inhoud bleek ondergeschikt aan de tassen zelf. 'Lekkere gekke' oranje tassen met schuine band, een grote kleurrijke babytas van Prenatal (ook de middelbaren droegen hem trots, alsof ze met gemak nog tientallen baby's zouden kunnen krijgen) en daarnaast nog verscheidene handige draagtassen.
De meest rechtse vrouw checkte de klittebandsluiting van een van haar tassen en besloot te zeggen dat 'deze' haar handig leek voor kleine boodschappen. De middelbaren knikte wat zuur en zeiden dat ze het met haar eens waren. Toen zei de meest linkse vrouw dat ze de 'baby-tas' ging gebruiken als sporttas. Ze deed namelijk sinds kort fitness. Ze moest wel. Dat vond de vrouw met de korte coupe een verstandig idee (zowel het sporten zelf als het sporttas-idee).
En zo babbelden ze door over hun geweldige grote plastic 'gratis' tassen en verlieten bij station Baarn bepakt en bezakt de trein.
Ik ben zeer benieuwd wat het thema stout dit jaar precies in deze vrouwen heeft losgemaakt.
Dames en heren het was deze week weer zover. De huishoudbeurs vond plaats in de Amsterdam RAI. Nu heb ik al vaker geschreven over deze fantastische vrouwenbeurs. De gevoelens die het in me oproept; ik zou er een boek over kunnen schrijven. Misschien is er wel een markt voor, dat zou ik eens moeten uitzoeken.
Dinsdagavond zat ik in het halletje van de Sprinter (je weet wel, zo'n gepimpte metro van NS) naar Amersfoort. Rechts van me zaten ze. De ijkpersonen. De vrouwen die model hadden kunnen staan op alle abri's, boekjes en flyers die ooit voor de huishoudbeurs zijn gedrukt. Twee waren er van middelbare leeftijd. De meeste rechtse vrouw was nog jong, maar gedroeg zich als een middelbare vrouw. Het was vast na de komst van haar eerste kind dat zij radicaal besloot te gaan voor een kort (iets te chocoladebruin gekleurd) kapsel en haar favo winkels om te ruilen voor Miss Etam. Waarschijnlijk verruilde ze haar verroeste omafiets ook voor een degelijke Gazelle met lage instap en dubbel kinderzitje. Trendgevoelig als ze is koos ze op de dag van het uitstapje voor een 3/4 spijkerbroek, lekker stappers met veters en een jasje met bontkraag. Ze stylde het geheel af met een sjaal in de kleur van haar oorbellen en bril.
Ik keek de vrouwen ietwat schaapachtig aan en probeerde ze zo goed mogelijk in me op te nemen. Ze aten sultana's die ze gekregen hadden bij een stand. 'Lekker he', zei de een. 'Echt heel anders', zei de ander. Daarna ging het gesprek over op de gadgets die ze hadden gescoord; de vrouwen waren namelijk beladen met tassen. Ik spitste onmiddellijk mijn oren maar de inhoud bleek ondergeschikt aan de tassen zelf. 'Lekkere gekke' oranje tassen met schuine band, een grote kleurrijke babytas van Prenatal (ook de middelbaren droegen hem trots, alsof ze met gemak nog tientallen baby's zouden kunnen krijgen) en daarnaast nog verscheidene handige draagtassen.
De meest rechtse vrouw checkte de klittebandsluiting van een van haar tassen en besloot te zeggen dat 'deze' haar handig leek voor kleine boodschappen. De middelbaren knikte wat zuur en zeiden dat ze het met haar eens waren. Toen zei de meest linkse vrouw dat ze de 'baby-tas' ging gebruiken als sporttas. Ze deed namelijk sinds kort fitness. Ze moest wel. Dat vond de vrouw met de korte coupe een verstandig idee (zowel het sporten zelf als het sporttas-idee).
En zo babbelden ze door over hun geweldige grote plastic 'gratis' tassen en verlieten bij station Baarn bepakt en bezakt de trein.
Ik ben zeer benieuwd wat het thema stout dit jaar precies in deze vrouwen heeft losgemaakt.
15.2.07
7.2.07
Opdringerig gedrag
Zo enthousiast als ik enkele jaren geleden was over de gratis kranten, zo'n catastrofe is het vandaag de dag. Iedere ochtend haast ik me in de ochtendspits naar het station alwaar ik mijn prachtige zwarte omafiets stevig aan een rek vastzet. Het is iedere dag weer een opluchting als ik een plekje heb gevonden en mijn fietsje met een goed gevoel kan achterlaten in de weet dat ik hem 's avonds weer terug zie. Toch wordt de opluchting de laatste tijd bruut afgebroken omdat ik mijn fietssleutel nog niet aan mijn keycoard heb geklikt en ze er al staan. Misschien zijn ze nog wel erger dan de mensen die leuren met foto's van dansende beren en zielige bevers; de mensen van de gratis kranten. De mensen van Metro (lees: vrolijke studenten in warme oranje jassen met gekke sjaals) treden meestal op de voorgrond en kan ik soms nog redelijk ontwijken. 'Ik hoef hem niet', 'ik heb hem al' of slechts een vriendelijke 'nee-bedankt-hoofdknik'. Maar dan begint de ellende pas. Precies naast de schuifdeuren van het station staan de mensen van de Spits (lees: armoedige look, niet bijster knap maar ozo 'aardig'...). De vrouw die aan de kant van de bloemenkiosk staat is verreweg het meest verschrikkelijk. Ze praat hard, echt te hard op de vroege ochtend en ze kan geen zin maken zonder daar het woord 'mefrou' aan vast te plakken. Als je de krant aanpakt: 'asstublief mefroouuuu!', als je de krant weigert: 'is goed, fijne dag mefroouuuu' en als je met haastige spoed doorloopt, al krampachtig op je horloge kijkend alsof de kans erin zit dat je je trein mist zegt ze alsnog 'wilt u de Spits mefroouuuu?'. Op een dag zei ik mans, krachtig en zeer overtuigend: 'NEE MEFROU!'. Daar schrok ze best van. Ach, het was niet mij bedoeling om haar pijn te doen, maar ik ben er nu eenmaal gek op zelf een krant uit zo'n rek te pakken of beter nog: een van het kofferrek in de trein, me vervolgens heerlijk te settelen en lekker het nieuws te lezen.
Zo enthousiast als ik enkele jaren geleden was over de gratis kranten, zo'n catastrofe is het vandaag de dag. Iedere ochtend haast ik me in de ochtendspits naar het station alwaar ik mijn prachtige zwarte omafiets stevig aan een rek vastzet. Het is iedere dag weer een opluchting als ik een plekje heb gevonden en mijn fietsje met een goed gevoel kan achterlaten in de weet dat ik hem 's avonds weer terug zie. Toch wordt de opluchting de laatste tijd bruut afgebroken omdat ik mijn fietssleutel nog niet aan mijn keycoard heb geklikt en ze er al staan. Misschien zijn ze nog wel erger dan de mensen die leuren met foto's van dansende beren en zielige bevers; de mensen van de gratis kranten. De mensen van Metro (lees: vrolijke studenten in warme oranje jassen met gekke sjaals) treden meestal op de voorgrond en kan ik soms nog redelijk ontwijken. 'Ik hoef hem niet', 'ik heb hem al' of slechts een vriendelijke 'nee-bedankt-hoofdknik'. Maar dan begint de ellende pas. Precies naast de schuifdeuren van het station staan de mensen van de Spits (lees: armoedige look, niet bijster knap maar ozo 'aardig'...). De vrouw die aan de kant van de bloemenkiosk staat is verreweg het meest verschrikkelijk. Ze praat hard, echt te hard op de vroege ochtend en ze kan geen zin maken zonder daar het woord 'mefrou' aan vast te plakken. Als je de krant aanpakt: 'asstublief mefroouuuu!', als je de krant weigert: 'is goed, fijne dag mefroouuuu' en als je met haastige spoed doorloopt, al krampachtig op je horloge kijkend alsof de kans erin zit dat je je trein mist zegt ze alsnog 'wilt u de Spits mefroouuuu?'. Op een dag zei ik mans, krachtig en zeer overtuigend: 'NEE MEFROU!'. Daar schrok ze best van. Ach, het was niet mij bedoeling om haar pijn te doen, maar ik ben er nu eenmaal gek op zelf een krant uit zo'n rek te pakken of beter nog: een van het kofferrek in de trein, me vervolgens heerlijk te settelen en lekker het nieuws te lezen.
6.2.07
Dansen
M. leerde ik dansend kennen, ook al ging hij geloof ik wat soepeler dan ik. M. kan goed dansen; op het ritme van de muziek laat hij zich volledig meeslepen in een club/bar-dancing. Daarbij weet hij altijd relaxt en stoer te kijken. Niets is erger dan mensen die dansen met verkrampte of onzekere gelaatsuitdrukkingen. Ik waag me soms ook aan een dansje, maar zit vaker met mijn billen op een kruk. Maar toch moet ik zeggen dat wanneer ik dans, ik me volledig laat gaan. Zaterdag was zo'n nacht met Fje. We begonnen rustig, met een witte wijn in de hand, wiegend en babbelend. Het wiegen ging over in lekker bewegen. Het bewegen ging uiteindelijk over in dynamieke dansjes waarbij armen, heupjes, bovenlichaam en benen naar hartelust heen en weer zwaaiden. Zwetend en al werden we rond half vijf van de dansvloer geveegd omdat de lichten aangingen.
M. leerde ik dansend kennen, ook al ging hij geloof ik wat soepeler dan ik. M. kan goed dansen; op het ritme van de muziek laat hij zich volledig meeslepen in een club/bar-dancing. Daarbij weet hij altijd relaxt en stoer te kijken. Niets is erger dan mensen die dansen met verkrampte of onzekere gelaatsuitdrukkingen. Ik waag me soms ook aan een dansje, maar zit vaker met mijn billen op een kruk. Maar toch moet ik zeggen dat wanneer ik dans, ik me volledig laat gaan. Zaterdag was zo'n nacht met Fje. We begonnen rustig, met een witte wijn in de hand, wiegend en babbelend. Het wiegen ging over in lekker bewegen. Het bewegen ging uiteindelijk over in dynamieke dansjes waarbij armen, heupjes, bovenlichaam en benen naar hartelust heen en weer zwaaiden. Zwetend en al werden we rond half vijf van de dansvloer geveegd omdat de lichten aangingen.
1.2.07
Woordenschat
Sinds een paar weken heb ik weer een fantastisch bijbaantje. De tijden van sloven in de horeca, sorteren van andermans post en de dag doorbrengen in een gele polo maat XL zijn (hopelijk) voorgoed voorbij. Zo ook de tijden van mensen naar hun plaats brengen voor de Disney show en de tijden van leuren met kaartjes van feesten waar je zelf niet eens naar toe wilt. Eindelijk kan ik mijn talent inzetten om geld te verdienen. Bij een trendwatcher uit Laren. Ik help haar met schrijven van trendprognoses voor 2008/2009. Ik ben dus al helemaal op de hoogte van de trends in lingerie en kinderkleding volgend voorjaar. Bovendien heeft mijn woordenschat een ware sprint getrokken en kent nu de volgende woorden: batist, twill, nickyvelours, katoenmodaal-elastan, broderie, toplin en last but not least; seersucker.
Sinds een paar weken heb ik weer een fantastisch bijbaantje. De tijden van sloven in de horeca, sorteren van andermans post en de dag doorbrengen in een gele polo maat XL zijn (hopelijk) voorgoed voorbij. Zo ook de tijden van mensen naar hun plaats brengen voor de Disney show en de tijden van leuren met kaartjes van feesten waar je zelf niet eens naar toe wilt. Eindelijk kan ik mijn talent inzetten om geld te verdienen. Bij een trendwatcher uit Laren. Ik help haar met schrijven van trendprognoses voor 2008/2009. Ik ben dus al helemaal op de hoogte van de trends in lingerie en kinderkleding volgend voorjaar. Bovendien heeft mijn woordenschat een ware sprint getrokken en kent nu de volgende woorden: batist, twill, nickyvelours, katoenmodaal-elastan, broderie, toplin en last but not least; seersucker.
28.1.07
Engelengeduld
M. heeft een hekel aan Ikea meubelen. Onbegrijpelijk vindt hij het dat er mensen zijn die spaanplaatkasten kopen waar gaatjes in zitten. Als je ziet wat voor meubels er uit zijn eigen handen komen begrijp je wat hij hiermee bedoeld. En lucky me dat die bouwpakketten met gebruiksaanwijzingen mij voor de rest van mijn leven gespaard blijven. Uiteraard bezoeken we Ikea wel om leuke snuisterijtjes te kopen. Lees: afwasborstels met zuignap, rietjes en fotolijstjes. Stapvoets reden we vandaag de parkeergarage van de blauwe blokkendoos in en vonden na ongeveer twintig minuten een parkeerplek. We sloegen de showroom over en wandelden van de vergieten naar de dekbedovertrekken en lampen. Ik koos een mooie kroonluchter uit voor op mijn 'werkkamer'. Aangekomen bij de lijsten wilde M. al doorlopen naar de kamerplanten maar ik floot hem terug. Immers, die ene witte muur in de woonkamer is wel heel erg wit. En zo kwam het dat wij bij de kassa stonden met twee donkerkleurige RIBBA wissellijsten en posters van prachtige stillevens. Close-ups van hele natuurlijke materialen; groene takken in vazen en in houten bakjes. Zó naturelle en dus prachtig bij de teaklook van onze woonkamer.
Eenmaal thuis begon het gedonder. Met een volle buik van de ietwat te vettige Zweedse balletjes probeerde ik uit alle macht de plaat hardboard na het plaatsen van de poster terug te drukken in de lijst. En wel op die manier dat de buigveertjes te zien bleven en vervolgens omgebogen konden worden. Het lukte me niet. M. moedigde me aan niet op te geven en toch deed ik het. Die plaat had best wat kleiner gekund, en niet zo precies-pas. Ik gaf het stokje aan hem over en na enkele pogingen lukte het M. de plaat erin te drukken. De kunst volgens hem: beginnen in de goede hoek en met beleid te werk gaan. Fantastisch. Nummer twee volgde snel en juist toen we blij waren dat de posters erin zaten ontdekte ik de klemmetjes met ijzerdraad die als ophangsysteem dienden. Te laat.
Zuchten, buigveertjes terugbuigen, platen er weer uit, klemmetjes eraan, ijzerdraadje strak draaien, platen (met uiteraard zeer veel beleid) er weer in en ophangen maar. Ik slaakte een zucht van verlichting en M. pakte de lijst krachtig en mans op om hem aan de muur te hangen toen bleek dat beiden posters opsekop hingen, of beter gezegd, we het ijzerdraadje aan de verkeerde kant hadden bevestigd. Daar gingen we weer. In totaal een uur later ploften we vermoeid doch tevreden op de bank neer en bekeken onze nieuwste aanwinsten. M. stond op en verzuchtte dat de rechterhoek van de rechterlijst niet verstek was. Ik probeerde niet te kijken naar de stofdeeltjes achter het glas. Belangrijker; het is ons gelukt en de muur is absoluut een heel stuk minder leeg en wit.
M. heeft een hekel aan Ikea meubelen. Onbegrijpelijk vindt hij het dat er mensen zijn die spaanplaatkasten kopen waar gaatjes in zitten. Als je ziet wat voor meubels er uit zijn eigen handen komen begrijp je wat hij hiermee bedoeld. En lucky me dat die bouwpakketten met gebruiksaanwijzingen mij voor de rest van mijn leven gespaard blijven. Uiteraard bezoeken we Ikea wel om leuke snuisterijtjes te kopen. Lees: afwasborstels met zuignap, rietjes en fotolijstjes. Stapvoets reden we vandaag de parkeergarage van de blauwe blokkendoos in en vonden na ongeveer twintig minuten een parkeerplek. We sloegen de showroom over en wandelden van de vergieten naar de dekbedovertrekken en lampen. Ik koos een mooie kroonluchter uit voor op mijn 'werkkamer'. Aangekomen bij de lijsten wilde M. al doorlopen naar de kamerplanten maar ik floot hem terug. Immers, die ene witte muur in de woonkamer is wel heel erg wit. En zo kwam het dat wij bij de kassa stonden met twee donkerkleurige RIBBA wissellijsten en posters van prachtige stillevens. Close-ups van hele natuurlijke materialen; groene takken in vazen en in houten bakjes. Zó naturelle en dus prachtig bij de teaklook van onze woonkamer.
Eenmaal thuis begon het gedonder. Met een volle buik van de ietwat te vettige Zweedse balletjes probeerde ik uit alle macht de plaat hardboard na het plaatsen van de poster terug te drukken in de lijst. En wel op die manier dat de buigveertjes te zien bleven en vervolgens omgebogen konden worden. Het lukte me niet. M. moedigde me aan niet op te geven en toch deed ik het. Die plaat had best wat kleiner gekund, en niet zo precies-pas. Ik gaf het stokje aan hem over en na enkele pogingen lukte het M. de plaat erin te drukken. De kunst volgens hem: beginnen in de goede hoek en met beleid te werk gaan. Fantastisch. Nummer twee volgde snel en juist toen we blij waren dat de posters erin zaten ontdekte ik de klemmetjes met ijzerdraad die als ophangsysteem dienden. Te laat.
Zuchten, buigveertjes terugbuigen, platen er weer uit, klemmetjes eraan, ijzerdraadje strak draaien, platen (met uiteraard zeer veel beleid) er weer in en ophangen maar. Ik slaakte een zucht van verlichting en M. pakte de lijst krachtig en mans op om hem aan de muur te hangen toen bleek dat beiden posters opsekop hingen, of beter gezegd, we het ijzerdraadje aan de verkeerde kant hadden bevestigd. Daar gingen we weer. In totaal een uur later ploften we vermoeid doch tevreden op de bank neer en bekeken onze nieuwste aanwinsten. M. stond op en verzuchtte dat de rechterhoek van de rechterlijst niet verstek was. Ik probeerde niet te kijken naar de stofdeeltjes achter het glas. Belangrijker; het is ons gelukt en de muur is absoluut een heel stuk minder leeg en wit.
27.1.07
Saartjes
Toen mijn oma op 15 mei 2006 overleed zei mijn opa: 'ik heb gelukkig nog heel veel Saartjes in mijn kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen'. Ik vind dat een van de mooiste en liefste dingen die mijn opa in die dagen heeft gezegd. Nu is het zo dat onze familie gezegend is met een heleboel meisjes. En ik begrijp steeds beter wat hij bedoeld. Als ik kijk naar mijn moeder en ik hoor haar praten of lachen zie ik soms mijn oma. Dan hoop ik dat zij haar moeder ziet in ons.
Toen mijn oma op 15 mei 2006 overleed zei mijn opa: 'ik heb gelukkig nog heel veel Saartjes in mijn kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen'. Ik vind dat een van de mooiste en liefste dingen die mijn opa in die dagen heeft gezegd. Nu is het zo dat onze familie gezegend is met een heleboel meisjes. En ik begrijp steeds beter wat hij bedoeld. Als ik kijk naar mijn moeder en ik hoor haar praten of lachen zie ik soms mijn oma. Dan hoop ik dat zij haar moeder ziet in ons.
Imago
Een sportief meisje ben ik nooit geweest. Ik ben wel vrij beweeglijk maar je zag mij vroeger doordeweeks niet 'trainen' of in het weekend op het sportveld staan. Dat betekent: geen hockeysticks in de gang, geen bekers, geen vaantjes, geen trotse ouders langs de lijn. En blij toe. Op een blauwe maandag ben ik badmintonles gaan volgen. Ik kreeg een echt Yonex-racket met beschermhoes en liet de shuttle eenmaal per week naar hartelust over het net vliegen. Eigenlijk heb ik geen idee hoe lang ik dit heb volgehouden. Een wedstrijd heb ik volgens mij nooit gespeeld. Daar moet je toch niet aan denken in het weekend. Sportieve vriendinnetjes had ik wel. Eentje kon echt lezen en schrijven met paarden en pony's en stond het liefst elke middag na school haar Black Beauty te roskammen. Meestal verzon ik een goede smoes om niet mee te hoeven. In de schoolpauzes was het dan weer lastiger om onder haar paardenhobby uit te komen; we hadden van die leren rijtuigjes in het 'materialenhok' en omdat zij natuurlijk ruiter was (het zou onmogelijk zijn dat ik een keer de teugels in handen nam) hees ik mijn bovenlichaam keer op keer in het tuigje en ging op haar commando in 'galop', 'draf' op 'stap'. Ze vond dat ik niet goed kon hinniken en briesen; wakker lag ik hier niet van.
Gym op de basisschool vond ik altijd leuk, vooral als we met 'pittenzakjes' op ons hoofd door de zaal moesten lopen. Ik was steengoed in het vinden van de balans; een belangrijke skill voor mijn latere leven. Dingen met ballen en matten vond ik minder. De laatste jaren heb ik weinig aan sport gedaan. Hierover zal ik niet te lang uitweiden. Ik bedoel die enkele keren dat Moos en ik besloten 'echt weer te gaan hardlopen' liepen meestal uit op een kwartier lang heftige pijnscheuten in de zij. Maar wat ik toen nog niet wist weet ik nu wel. Het gaat allemaal om de hartslag. En deze mag in mijn geval niet hoger dan 166 zijn, zo vertelde de meneer van de sportschool. En zo wist deze zekere Erik me te overtuigen van het feit dat sport 'lekker' is. Nooit had ik het zo ervaren. En zo komt het dan dit A-sportieve meisje nu naar de sportschool gaat en als een dolle staat te steppen en fietsen. Daarna een rondje apparaten voor de rug, buik, schouders, kuitjes en wat al nog niet meer. Deze week ben ik twee keer geweest en ik geloof dat het me goed heeft gedaan. Ik ben bang dat ik er echt van ga genieten. Dan zal mijn imago na 23 jaar voor eeuwig geschonden zijn.
Een sportief meisje ben ik nooit geweest. Ik ben wel vrij beweeglijk maar je zag mij vroeger doordeweeks niet 'trainen' of in het weekend op het sportveld staan. Dat betekent: geen hockeysticks in de gang, geen bekers, geen vaantjes, geen trotse ouders langs de lijn. En blij toe. Op een blauwe maandag ben ik badmintonles gaan volgen. Ik kreeg een echt Yonex-racket met beschermhoes en liet de shuttle eenmaal per week naar hartelust over het net vliegen. Eigenlijk heb ik geen idee hoe lang ik dit heb volgehouden. Een wedstrijd heb ik volgens mij nooit gespeeld. Daar moet je toch niet aan denken in het weekend. Sportieve vriendinnetjes had ik wel. Eentje kon echt lezen en schrijven met paarden en pony's en stond het liefst elke middag na school haar Black Beauty te roskammen. Meestal verzon ik een goede smoes om niet mee te hoeven. In de schoolpauzes was het dan weer lastiger om onder haar paardenhobby uit te komen; we hadden van die leren rijtuigjes in het 'materialenhok' en omdat zij natuurlijk ruiter was (het zou onmogelijk zijn dat ik een keer de teugels in handen nam) hees ik mijn bovenlichaam keer op keer in het tuigje en ging op haar commando in 'galop', 'draf' op 'stap'. Ze vond dat ik niet goed kon hinniken en briesen; wakker lag ik hier niet van.
Gym op de basisschool vond ik altijd leuk, vooral als we met 'pittenzakjes' op ons hoofd door de zaal moesten lopen. Ik was steengoed in het vinden van de balans; een belangrijke skill voor mijn latere leven. Dingen met ballen en matten vond ik minder. De laatste jaren heb ik weinig aan sport gedaan. Hierover zal ik niet te lang uitweiden. Ik bedoel die enkele keren dat Moos en ik besloten 'echt weer te gaan hardlopen' liepen meestal uit op een kwartier lang heftige pijnscheuten in de zij. Maar wat ik toen nog niet wist weet ik nu wel. Het gaat allemaal om de hartslag. En deze mag in mijn geval niet hoger dan 166 zijn, zo vertelde de meneer van de sportschool. En zo wist deze zekere Erik me te overtuigen van het feit dat sport 'lekker' is. Nooit had ik het zo ervaren. En zo komt het dan dit A-sportieve meisje nu naar de sportschool gaat en als een dolle staat te steppen en fietsen. Daarna een rondje apparaten voor de rug, buik, schouders, kuitjes en wat al nog niet meer. Deze week ben ik twee keer geweest en ik geloof dat het me goed heeft gedaan. Ik ben bang dat ik er echt van ga genieten. Dan zal mijn imago na 23 jaar voor eeuwig geschonden zijn.
21.1.07
In de voetsporen van...
Als het vroeger op de basisschool ging over het werk van je vader en moeder, vond ik één ding altijd bijzonder opvallend... Al die vaders van kids uit mijn klas werkten op kantoor. Het kon haast geen toeval zijn, heb ik altijd gedacht. Misschien zat ik op een school voor kinderen met vaders die op kantoor werkten, en was mijn vader toevallig geen kantoorganger. Later besefte ik dat 'kantoor' niet persé een bedrijf was, maar een plek in een gebouw waar je je overdag bevond als je bij een willekeurig bedrijf werkte.
Mijn vader was filmer, later noemde ik hem cameraman, en toen ontdekte ik zelfs dat hij ook wel eens op kantoor was, maar dat dan weer 'de zaak' of 'Hilversum' noemde. Bijzonder verwarrend allemaal. Mijn vader en moeder hebben elkaar leren kennen op de set. Tijdens opnames in de woestijn van Israël. Mijn moeder was scriptgirl en na een lange opnamedag zijn ze 's avonds samen 'verdwaald'. Vier maanden later zijn ze in Nederland getrouwd.
Als klein meisje heb ik nooit geroepen dat ik televisieprogramma's wilde maken. Toch kwam het vorig jaar op mijn pad. En natuurlijk roept nu iedereen; '...kiiind je gaat je ouders achterna!'. Dan lach ik wat, alsof ik het al jaren wist. En ik moet zeggen, het heeft ook wel wat, als je vader je belt om te zeggen dat hij met dezelfde geluidsman heeft gedraaid als jij het weekend ervoor.
Als het vroeger op de basisschool ging over het werk van je vader en moeder, vond ik één ding altijd bijzonder opvallend... Al die vaders van kids uit mijn klas werkten op kantoor. Het kon haast geen toeval zijn, heb ik altijd gedacht. Misschien zat ik op een school voor kinderen met vaders die op kantoor werkten, en was mijn vader toevallig geen kantoorganger. Later besefte ik dat 'kantoor' niet persé een bedrijf was, maar een plek in een gebouw waar je je overdag bevond als je bij een willekeurig bedrijf werkte.
Mijn vader was filmer, later noemde ik hem cameraman, en toen ontdekte ik zelfs dat hij ook wel eens op kantoor was, maar dat dan weer 'de zaak' of 'Hilversum' noemde. Bijzonder verwarrend allemaal. Mijn vader en moeder hebben elkaar leren kennen op de set. Tijdens opnames in de woestijn van Israël. Mijn moeder was scriptgirl en na een lange opnamedag zijn ze 's avonds samen 'verdwaald'. Vier maanden later zijn ze in Nederland getrouwd.
Als klein meisje heb ik nooit geroepen dat ik televisieprogramma's wilde maken. Toch kwam het vorig jaar op mijn pad. En natuurlijk roept nu iedereen; '...kiiind je gaat je ouders achterna!'. Dan lach ik wat, alsof ik het al jaren wist. En ik moet zeggen, het heeft ook wel wat, als je vader je belt om te zeggen dat hij met dezelfde geluidsman heeft gedraaid als jij het weekend ervoor.
20.1.07
Feestje
Gisteren struinde ik wat over de markt, en besloot fruit te kopen. Ik mocht een mandarijntje proeven en nam er toen maar vijfentwintig. Immers, vijfentwintig mandarijntjes drrrie eurootjes. Twee ananassen; een euro. Ik paste voor de ananassen, maar kocht nog wel appels, kiwi's en sinaasappels. Ik ben iemand die aantallen noemt. Ik heb het niet zo op onsjes en ponden. Veel te ingewikkeld. Je kunt bijvoorbeeld zeggen, 'doe mij maar een kilo sinaasappels', en dan blijken het vier stuks te zijn. Daarom zeg ik liever '...en zes sinaasappels alstublieft'. Het brengt een stuk duidelijkheid met zich mee. Bepakt en bezakt met de berg fruit begaf ik me naar mijn fiets, en vlak voordat ik de zware tassen op de grond wilde zetten werd ik verleid door een jongeman die riep, nee blerde, nee schreeuwde: 'kilo heerrrlijke sperzieboontjes... een euro vijftig!!'. Ik twijfelde geen seconde. 'Doet u mij maar een kilootje' zei ik trots. Geen geld! En daar ging het mis. Ik kreeg een zak boontjes mee waar ik vijf weken mee vooruit kan. De jongen naast me, die net een prei overhandigd kreeg, keek me wat vervreemd aan. 'Feestje...' zei ik vlug.
My lord, een sperziebonenfeestje, hij zal wel gedacht hebben...
Gisteren struinde ik wat over de markt, en besloot fruit te kopen. Ik mocht een mandarijntje proeven en nam er toen maar vijfentwintig. Immers, vijfentwintig mandarijntjes drrrie eurootjes. Twee ananassen; een euro. Ik paste voor de ananassen, maar kocht nog wel appels, kiwi's en sinaasappels. Ik ben iemand die aantallen noemt. Ik heb het niet zo op onsjes en ponden. Veel te ingewikkeld. Je kunt bijvoorbeeld zeggen, 'doe mij maar een kilo sinaasappels', en dan blijken het vier stuks te zijn. Daarom zeg ik liever '...en zes sinaasappels alstublieft'. Het brengt een stuk duidelijkheid met zich mee. Bepakt en bezakt met de berg fruit begaf ik me naar mijn fiets, en vlak voordat ik de zware tassen op de grond wilde zetten werd ik verleid door een jongeman die riep, nee blerde, nee schreeuwde: 'kilo heerrrlijke sperzieboontjes... een euro vijftig!!'. Ik twijfelde geen seconde. 'Doet u mij maar een kilootje' zei ik trots. Geen geld! En daar ging het mis. Ik kreeg een zak boontjes mee waar ik vijf weken mee vooruit kan. De jongen naast me, die net een prei overhandigd kreeg, keek me wat vervreemd aan. 'Feestje...' zei ik vlug.
My lord, een sperziebonenfeestje, hij zal wel gedacht hebben...
17.1.07
Dagje Laren
Zondag scheen de zon. Zondag reden M. en ik langs de huizen van piloten, tandartsen en hersenchirurgen naar de Tafelbergweg in Laren. We hebben de Golf geparkeerd en zijn de berg overgestoken. We hebben gekletst en gewandeld en wilden koffie drinken en een taartje eten, maar helaas, de serveerster had geen tafel meer over. Toen we via de andere kant terugliepen gleed ik bijna uit op het wildrooster. Ik kon me nog net vastklampen. Daarbij viel wel mijn haarknip, die in mijn linkerjaszak zat, door het rooster naar beneden.
Tevergeefs roerde ik met een tak in de vorm van een katapult door de gaten van het rooster. Een vrouw die ons passeerde ('Floris, Juliette, uitkijken hier!') keek me vernietigend aan en zei 'maar even langs de Hema voor een nieuwe he...' Ik lachte schaapachtig maar liet het er niet bij zitten. M. keek, zoals het een echte kerel betaamt, eens om zich heen, pakte twee flinke takken en schepte de knip behendig naar boven. Met mijn knuistje zo ver mogelijk in het rooster kon ik de knip net op tijd aanpakken.
Zondag scheen de zon. Zondag reden M. en ik langs de huizen van piloten, tandartsen en hersenchirurgen naar de Tafelbergweg in Laren. We hebben de Golf geparkeerd en zijn de berg overgestoken. We hebben gekletst en gewandeld en wilden koffie drinken en een taartje eten, maar helaas, de serveerster had geen tafel meer over. Toen we via de andere kant terugliepen gleed ik bijna uit op het wildrooster. Ik kon me nog net vastklampen. Daarbij viel wel mijn haarknip, die in mijn linkerjaszak zat, door het rooster naar beneden.
Tevergeefs roerde ik met een tak in de vorm van een katapult door de gaten van het rooster. Een vrouw die ons passeerde ('Floris, Juliette, uitkijken hier!') keek me vernietigend aan en zei 'maar even langs de Hema voor een nieuwe he...' Ik lachte schaapachtig maar liet het er niet bij zitten. M. keek, zoals het een echte kerel betaamt, eens om zich heen, pakte twee flinke takken en schepte de knip behendig naar boven. Met mijn knuistje zo ver mogelijk in het rooster kon ik de knip net op tijd aanpakken.
14.1.07
Heimwee
Als ik vroeger in de zomer met mijn ouders naar Frankrijk ging, kon ik eenmaal weer thuis een vreselijk heimwee gevoel krijgen. Soms leek het zelfs alsof ik de hele trip en daarbij horende avonturen en mensen niet echt had meegemaakt. Ik had het gevoel ook na de zomerfeesten op de Neude. Thuis had ik geen idee wat ik moest doen, ik bleef nog dagen doorlopen in een soort van roes en vroeg me na enkele dagen af of het feest wel echt had plaatsgevonden. Een soort zelfde gevoel heb ik nu, na twee dagen draaien in Zeeland. Met vijftien man hebben we in Middelburg en Domburg twee straten opgenomen. We hebben hard gewerkt, veel gelachen en de heerlijkste vis gegeten. We hebben in een luxe hotel overnacht, hebben gedanst en zijn de hele dag buiten geweest. Gisteravond was ik moe en nu misschien nog steeds. En weer is daar die roes. Vandaag heb ik met M. door het bos gewandeld in Laren. We hebben over de Tafelberg gelopen en ik heb een pannenkoek met appel, rozijnen en kaneel gegeten. Hopelijk ben ik snel weer terug op aarde zodat ik daar een leuk stukje over kan schrijven.
Als ik vroeger in de zomer met mijn ouders naar Frankrijk ging, kon ik eenmaal weer thuis een vreselijk heimwee gevoel krijgen. Soms leek het zelfs alsof ik de hele trip en daarbij horende avonturen en mensen niet echt had meegemaakt. Ik had het gevoel ook na de zomerfeesten op de Neude. Thuis had ik geen idee wat ik moest doen, ik bleef nog dagen doorlopen in een soort van roes en vroeg me na enkele dagen af of het feest wel echt had plaatsgevonden. Een soort zelfde gevoel heb ik nu, na twee dagen draaien in Zeeland. Met vijftien man hebben we in Middelburg en Domburg twee straten opgenomen. We hebben hard gewerkt, veel gelachen en de heerlijkste vis gegeten. We hebben in een luxe hotel overnacht, hebben gedanst en zijn de hele dag buiten geweest. Gisteravond was ik moe en nu misschien nog steeds. En weer is daar die roes. Vandaag heb ik met M. door het bos gewandeld in Laren. We hebben over de Tafelberg gelopen en ik heb een pannenkoek met appel, rozijnen en kaneel gegeten. Hopelijk ben ik snel weer terug op aarde zodat ik daar een leuk stukje over kan schrijven.
9.1.07
Doldwaze zaterdagavond
Huisvrouwen doen het, maar sommige mannen doen het ook. Bijna alle oma's houden ervan. Ik had me er nog nooit aan gewaagd, maar ben zaterdag geloof ik begonnen. Het roestige zwartrode blikje waarin M's moeder jarenlang haar koffiepunten heeft verzameld stond ineens bij ons thuis. In het Douwe Egberts boekje wat erbij lag stonden te gekke artikelen die je van de punten kan bestellen. Zo viel mijn oog meteen op de roodwit gestipte theepot van Oilily, waarvoor je 7600 punten nodig hebt. En zo kwam het dat we zaterdagavond, op de muziek van Ray Charles en na een (voor mij) verloren potje Monopoly het blikje op tafel hebben omgekeerd.
Onder het genot van een glas wijn hebben M. en ik de punten in groepjes van tien, honderd en later duizend gelegd. Naar mijn idee konden we een winkelkar vol Douwe Egberts artikelen bestellen van de punten. Viel dat even vies tegen. Immens teleurgesteld kwamen we uit op een aantal van 2514 punten. Dat zijn er toch echt 5086 te weinig voor de trendy theepot. Laat staan dat we de met fluweel gevoerde Pickwick theedoos erbij konden kiezen. Ik heb respect voor de huisvrouwen die de koffiepunten trouw uitknippen, bewaren en tellen, want het is een lange weg naar de hoofdprijs. Mocht u de hoop toch hebben opgegeven of ziet u dit in de nabije toekomst gebeuren; ik houd me aanbevolen voor uw punten.
7.1.07
3.1.07
Grumpy Old Nelleke?
Al zappende stuitte ik vanavond op een prachtige nieuwe serie van Net 5. In Grumpy Old Woman praten zestien bekende vrouwen die de dertig zijn gepasseerd over het leven. Vanavond stond de aflevering in het teken van mannen. De celebs praten op camera en doen de meest fantastische uitspraken. Zo kwam de oplettende kijker erachter dat Anky van Grunsven blij mag zijn dat ze goed overweg kan met dieren; ze is immers erg onderdanig aan haar eigen man. Hij is altijd in het bezit van de afstandbediening en moet altijd voetbal kijken. Dit resulteert erin dat Anky maar een boek uit de kast pakt en avond na avond lezend doorbrengt. 'Niet echt gezellig', zegt ze zelf.
Dieuwertje Blok verteld ons over de gebaren die ze maakt naar vervelende mannen in het verkeer en Anita Witzier praat voor de verandering eens niet alleen over romantiek. Zo imiteert zij haar man als hij zeurt om koffie. Heeft ze koffie voor hem gezet én gebracht, begint hij te zeiken dat de koffie lauw is. Naast deze onderwerpen komen de meest typerende mannenhobby's aan bod; voetbal, bier drinken met vrienden en wielrennen in condoomachtige pakken. De vrouwen zijn het er in ieder geval unaniem over eens dat deze na het vijftigste levensjaar best achterwege moge worden gelaten.
Verreweg de grappigste dame van de show was Nelleke van der Krogt. Wat een humor heeft die vrouw. In Opsporing verzocht en Tussen Kunst & Kitsch heb ik haar altijd al goed gevonden, maar nooit bijzonder geestig. Daar denk ik nu anders over. Zo vertelde Nelleke over hoe vreselijk ze het vindt als mannen zeuren over hun verkoudheid; 'Als ik zo doe, krijg ik bijna geen lucht... Doe dat dan niet!', aldus Nelleke. Ze is scherp, ze is grappig, ze is leuk. Ik zeg: een eigen tv show voor Nelleke. En tot die tijd, allemaal kijken naar Grumpy Old Woman op de eenzame woensdagavond.
Abonneren op:
Posts (Atom)